Rondje Blaarmeersen met rugbymatch als dessertje

Deze namiddag moest Wolf om kwart voor twee aan de Blaarmeersen zijn: zijn eerste rugbymatch in, goh, jaren. Het was stralend weer, geen beetje koud, de match begon maar om drie uur: ideaal voor mij om even rond de vijver te wandelen en een cacheke aan de overkant te zoeken.

Wel, ik heb intens, maar intens genoten. De cache heb ik niet gevonden, maar ik ben wel lekker in een boom geklauterd en ik heb prachtige herfstfoto’s genomen.

Helemaal uitgewaaid was ik net op tijd voor de match. Ik was eigenlijk niet van plan te blijven, maar het was mooi om zien, het was heel erg lang geleden, en ik zat op mijn gemak. Wolf heeft enkel de laatste tien minuten gespeeld – hij was dan ook invaller, heeft nog niet echt veel getraind – maar kreeg wel complimenten van medespelers en trainer. Goed zo!

En toen ging ik nog even boodschappen doen in de Delhaize daar vlakbij, terwijl Wolf rustig kon douchen en nog iets drinken.

Best wel trots op mijn oudste.

Roanoke

Daarstraks ben ik de jongens opnieuw gaan ophalen bij Mireille, en na het horen van de verhalen spijt het me nog meer dat ik niet kon gaan. Enfin, ik heb in de plaats een toffe Aether mini gehad, dat is toch ook al iets.

Blijkbaar was vooral de setting en de props gewoon buiten elke categorie: er waren maar liefst 10 verschillende labo’s, volledig ingericht. Gekkenwerk, zeiden zowel Mireille, Arend als de kinderen. Echt. Ze hebben zich beiden goed geamuseerd en kijken uit naar de volgende. Enfin, als Wolf nog zal mee mogen, want hij zal intussen achttien zijn. We zien nog wel.

Een paar fotootjes om je een idee te geven.

Omen mini

Awel, dat het goed was, die mini! Het proces duurde wat lang, misschien, maar dat is meestal zo met een Ting. En toen was er warempel varken aan het spit, en pulled pork, en vooral ook veel conversaties aan diverse kampvuren. En alweer ben ik erin geslaagd om met geen enkele figurant van de lokale setting te spreken. Echt serieus. Elke. Keer. Weer.

Maar vooral: Wolf heeft het schitterend gedaan! Ik was hem binnen de kortste keren kwijt, en dat was eigenlijk ook de bedoeling. Ik wilde hem echt niet controleren of bij het handje houden, maar hij werd me wel af en toe gesignaleerd. Blijkbaar was hij op een bepaald moment bij de Bhanda Kor gaan zitten, de groep barbaren van Omen, en allemaal serieuze anciens. Die hebben zich niet ingehouden omdat hij daar als jonkie kwam zitten, integendeel. Ze hebben hem wel perfect met alle respect behandeld die een groothertog van Korda volgens hen toekwam, en hij heeft het perfect gespeeld.

Achteraf zijn zij en ook verschillende andere spelers naar mij toegekomen om hem te complimenteren: hij heeft dat blijkbaar schitterend gedaan. Want ja, ze gaan echt geen complimentjes geven om mij een plezier te doen, dan zouden ´ze gewoon zwijgen.

Dus ja, ik ben nu echt helemaal trots.

Entree van de Groothertog!

Jawel, eindelijk nog eens een Omen mini! Allez ja, mini qua tijd, want qua volk is het zo goed als een gewone Omen, meer dan 100 man.

Dat het larpen deugd doet, dat had ik al gezegd. En dat ik dolgraag Olga speel op Omen, dat ook. Intussen is ze gepromoveerd tot markiezin, dat kan ook wel tellen. Maar vooral: nu haar broer en neef als heksen buiten de wet zijn gesteld, is het haar zoon Volkar die de nieuwe groothertog van Midmark is. En aangezien die pas 15 is, is zij nog zijn regente en heeft zij de facto de macht in handen.

Volkar was tot hiertoe nog een nobele onbekende voor de rest van de spelers, maar nu is het langzamerhand tijd dat ook hij zijn entree maakt , en dat kan eindelijk omdat Wolf, jawel, ook zo goed als 18 is! Pas vanaf de leeftijd van 18 kan je meespelen op de weekends van Oneiros, maar op een mini kan het vroeger, als de ouders of een (tijdelijke) voogd mee zijn. Meestal speelt zo’n jonge speler dan het derde orkje van links, of een lijfwacht of een of ander klein rolletje, kwestie van het spel te leren door te observeren.

Maar Wolf? Goh, zei spelleiding, het is uw zoon, hij heeft al veel gelarpt in de jongerenlarps én geroleplayed met de Demuyteres, hij kan wel wat hebben. En we hebben uw ingame zoon nodig, en wat is dan logischer dan dat hij dat komt spelen? Dan hebben we die speciale band die sowieso bestaat tussen moeder en zoon.

En dus werd Wolf meteen voor, euh, de wolven gegooid. Meteen in het diepe, zonder zwembandjes. Hoofd van clan Korda, de sterkste clan in het spel. Groothertog van Midmark, na de koning, de koningin en de landschout het zwaarste personage in het spel.

Goh, zei Wolf, ik ga wel wat onzeker zijn, zo tussen al die gevestigde spelers en zware larpers.

No shit, Sherlock. Maar gelukkig is het ook Volkar zijn eerste publieke optreden en mag hij onzeker zijn. En zoekt hij nog zijn weg. Ook al zit hij dan meteen in de jury van een koninklijke Ting en moet hij een publieke eed zweren aan de koning ten overstaan van alle edelen.

Ge wilt niet weten hoe trots ik ben.

Uitvaart

’t Is dat ik eigenlijk nog geen werk genoeg heb…

Maar ik begeleid al sinds jaar en dag – allez, toch al zeker tien jaar – de uitvaart, ook wel 100 dagen genoemd, van onze zesdes. Dit jaar, ook al heb ik het momenteel zeer druk, zal dat niet anders zijn.

Vandaag was er over de middag de eerste vergadering, en blijkbaar is Wolf daar ook van de partij. Meer nog: ze hebben gestemd over een voorzitter en dat is effectief Wolf geworden. Goh, het kan maar zo gemakkelijk zijn als er dingen moeten afgesproken en afgestemd worden, zeker?

En Arwen is voorzitter van de leerlingenraad. Ze gaan niet kunnen zeggen dat onze kinderen niet geëngageerd zijn.

Opnieuw rugby

Jawel, Wolf is opnieuw rugby beginnen spelen. Niet vollen bak, nee: hij wil het rustig aan doen met de trainingen en vooral de matchen. Hij is zodanig lang uit geweest – blessures en corona – dat hij zich in die groep van 17 en 18 jaar ook eerst opnieuw moet leren handhaven, dat hij opnieuw een spelerspositie en zo moet zien te krijgen. Hij ziet het in elk geval weer volledig zitten, en dat maakt me blij.

En ik, ik ben opnieuw taxi mama. Vandaag ben ik ietsje vroeger doorgereden en heb ik mijn cache op de Blaarmeersen even nagekeken. Het was stralend weer en er zat behoorlijk wat volk. Maar wat me vooral gigantisch goed gezind maakte: op een van de houten paden was er een groepje mensen aan het dansen. Gewoon, op ’t gemakje, een tango, een lindy hop… De muziek stond niet te luid, ze hadden wijn en wat eten bij en genoten ongelofelijk zichtbaar. Ik werd er echt spontaan vrolijk van.

Gent, mijn Gent: nooit veranderen, alsjeblief.