Rapporten
Omdat er morgen een pedagogische studiedag voorzien is voor de juffen van de kinderen, hebben ze eigenlijk vandaag al vakantie! Het gevolg is dat ze ook vandaag dus al hun rapporten mee hebben, en die zijn ronduit schitterend.
Wolf heeft één acht, en al de rest is negen en meer. Plus hij is blijkbaar ook een aangename jongen, en dat moet dus echt niet meer zijn. We zijn echt trots.
Maar ook Kobes rapport is super: hij boekt merkelijk vooruitgang, heeft nog amper één zeven, en al de rest is acht en meer. Ook op hem zijn we dus meer dan trots.
Eigenlijk, eigenlijk he, eigenlijk heb ik toch wel slimme kinders…
Van kasten en bedden
Bart nam de kinderen mee naar school, en ik, ik wachtte op de mannen van Ikea vandaag. Zij kwamen netjes om kwart voor negen, zoals ze even tevoren telefonisch hadden gemeld, en togen meteen aan het werk. Een Mechelse poat en zijn Franssprekende Marokkaanse compagnon, in een sappig dialect. Ze werkten stevig door, maar ik zag vooral dat ik héél erg blij was dat ik ervoor had gekozen om hen beide grote kasten te laten installeren, en het niet zelf te doen. Als zij, met al hun ervaring, met twee er al drieënhalf uur mee bezig waren, hoe lang zou ik er dan niet over gedaan hebben?
Rond de middag waren ze weg, en kon ik beginnen aankleden. De rommel in Wolfs kamer moet beetje per beetje in de kast verdwijnen, en kunnen we nu pas echt beginnen opruimen.
Zijn vroegere bed verhuisde naar Kobes kamer, en werd daar ingericht als leeshoek/logeerbed. Het staat er nu vrij vol, maar het stoort niet, vind ik.
In de namiddag ging Kobe prompt zijn huiswerk maken in zijn nieuwe kamer:
In Wolfs kamer verscheen dus het grote bed:
Het moet vrij centraal in de ruimte staan, omdat anders de schuiven aan beide kanten niet bruikbaar zijn. Hij gaat er zijn boeken en zo insteken, zegt hij.
En ’s avonds lagen ze allebei te glunderen:
Het komt nog goed, met die verbouwing, het komt nog goed.
Een tiener…
Lieve Wolf,
ik kan het bijna niet geloven, maar vandaag is het tien jaar geleden dat ik je voor het eerst mocht vasthouden. Het was wennen: een baby, niet van een ander, maar wel degelijk van mij. Plots werd ik mama, en werd ik verantwoordelijk voor iets dat zelf compleet hulpeloos was. Ik was er, geloof me, niet gerust in.
Dat hulpeloze is er een beetje af, Wolf, je bent intussen zelfs officieel een tiener. Een prepuber, meer bepaald. En je bent zo ongelofelijk wijs, ik geniet elke dag meer en meer van je. Pas op, je hebt ook je kuren, en ik hou mijn hart al vast voor wanneer de hormonen definitief toeslaan. Maar ik denk dat jij zowat de meest ideale zoon bent die een mens zich kan wensen, en voor een keer overdrijf ik zelfs niet.
* je bent lief. Ongelofelijk lief en zorgzaam. Als je merkt dat ik een lastige dag heb gehad op het werk en dus niet bepaald goedgehumeurd ben, kom je vragen wat je voor me kan doen, en begin je spontaan op te ruimen. Eén keertje ging je zelfs nog een stap verder: ik had echt de pest in, had gevraagd me gerust te laten, en was aan mijn bureau gaan zitten. En vijf minuten later kwam jij plots aanzetten met een perfecte lattè, in mijn favoriete tas met mijn favoriete lepeltje, met zelfs een speculoosje erbij. Ik keek je sprakeloos aan, en half verontschuldigend zei jij: “Ja mama, ik dacht dat je dit wel kon gebruiken vandaag”. Tot zover mijn slechte humeur: ik trok je tegen me aan voor een stevige knuffel, en jij mompelde: “Missie geslaagd!”
Of zoals die keer, toen ze volop aan het werken waren in onze oude keuken, en alles nog maar eens onder het stof zat. Ik zuchtte diep bij het thuiskomen. Ha ja, want in die keuken moest er een paar uur later wel gegeten worden. Jij keek me aan, en zei: “Ik zal wel helpen, mama, ik doe dat graag”. Waarop ik alle oppervlakten schoonmaakte, en jij dweilde, iets waar ik een hekel aan heb.
* je zorgt onvoorstelbaar goed voor je zusje. In het weekend ben jij degene die haar uit bed haalt, haar pamper uitdoet, poepje afveegt en een onderbroekje aantrekt, haar meeneemt naar beneden, en zelfs een flesje melk warmt als ze dat wil. De reden? Zodat ik langer kan slapen. En als jullie samen in bad gaan, hoeven papa en ik zelfs niet meer om te kijken naar jullie: jij wast haar haar – ze zaagt minder bij jou dan bij mij – wast haar lijfje, en zij wast op haar beurt jouw rug. En dan droog jij haar af, kleedt haar aan, en dan komen jullie samen glunderend naar beneden. En eigenlijk ben je even zorgzaam tegenover Kobe, wanneer dat nodig is.
* je bent verstandig. Niet alleen intelligent, maar ook verstandig. Die intelligentie, daar loopt het overigens ook wel los mee: je bent de eerste van je klas, en je doet het goed op school. Maar je gebruikt die intelligentie ook op een verstandige manier, en ik hoef je zelden of nooit aan te sporen. Als we thuiskomen van school, wordt er eerst een vieruurtje gegeten, en daarna neem jij spontaan je huiswerk. En als dat klaar is, ga je gitaar spelen. Ik heb je echt nog nooit moeten aansporen om nu eindelijk eens gitaar te oefenen, wel integendeel: je doet het zelf, en je hebt er blijkbaar ook echt talent voor.
* je bent sportief. Op alle vlakken. Je speelt dus rugby, en je doet ook dat met overgave, en hart en ziel. En je kan je ongelofelijk ergeren aan je teamgenoten, als die een match te licht opvatten. Niet dat je zo snel bent, of zo lenig, maar je hebt doorzicht in het spel, en je gaat ervoor. Maar je kan ook anderen iets gunnen, en je aanvaardt dat je verliest, wanneer anderen beter zijn. Zolang het allemaal maar eerlijk is geweest, want dat rechtvaardigheidsgevoel van jou, dat kan best wel een scheutje relativeringsvermogen gebruiken.
Is er dan niks mis aan jou? Goh, mis zou ik het niet noemen, nee. Maar je mag wel wat beter worden in het falen. Als je iets niet meteen kan, durven er al eens traantjes aan te pas komen, gewoon uit pure onmacht. Je moet dus nog duidelijk leren dat je niet altijd alles vanzelf kan, maar dat je sommige dingen ook echt moet ‘leren’ en inoefenen. Geduld is niet je sterkste kant, nee.
En hoe lief je ook kan zijn tegenover je broer en zus, je durft hen ook al eens te plagen, op het pesten af. Het komt nog aan geen kanten in de buurt van wat je nonkel Jeroen en ik elkaar aandeden, maar toch…
Oh, en je gaat nog eens ergens je eigen hoofd vergeten. Je vergeet zowat alles, raakt vanalles kwijt, herinnert je niet waar je dingen hebt gelegd, en vindt ook nooit iets, ook al zou het je neus eraf bijten, mocht het tandjes hebben. Een echte man, quoi.
Maar het leukste? Je bent al tien jaar lang een gigantisch knuffelbeest, dat zijn mamaatje dolgraag ziet, graag vastpakt, en ook bijzonder graag plaagt. En die plagerijtjes worden inventiever en intelligenter met de minuut, en ik geniet er ongelofelijk van.
Lieve Wolf, je bent nu een tiener. Je zal nog kuren krijgen, en ik vermoed dat er nog met deuren zal geslagen worden, geroepen en geschreeuwd, en dat ik de slechtste mama ter wereld zal genoemd worden. Ik ben er al op voorbereid. Maar nu nog even niet, gelukkig maar.
Gelukkige verjaardag, Wolf!
365 – 12 februari 2014 – 10
Alweer ziek
Niet ik, maar Merel.
Net zoals twee weken geleden kreeg ik gisteren in de namiddag een telefoontje: dat Merel 38° koorts had, hangerig was, en of ik haar kon komen halen. Net als twee weken geleden mocht ik gerust nog mijn les afmaken: juf Femke had een stagiaire, en Merel was niet echt lastig.
Het was vier uur toen we thuis waren, en vijf minuten later lag ze in bed. Het kind heeft geslapen tot acht uur ’s morgens, begot. Ja, ze is om half drie wakker geweest, en toen heb ik haar een flesje melk en een verse pamper gegeven. En om vier uur wilde ze een glaasje water, en dat was dat.
Bart had zijn agenda zo kunnen regelen dat hij in de voormiddag thuis kon blijven, terwijl ik gaan lesgeven was. Maar Merel was wakker rond acht uur, voelde zich blijkbaar kiplekker, keek wat tv, en vroeg uiteindelijk zelf of ze naar school mocht, omdat ze zich begon te vervelen.
En dus kon Bart opnieuw naar kantoor, kon ik met een gerust hart op school blijven, en kon ik in de namiddag – op vrijdag ben ik klaar om 12.05u – zelfs nog naar de Ikea om Wolfs meubels te bestellen. Hij krijgt een grote kleerkast van 200x236x58, en diezelfde komt beneden in de traphal als schoenen- en hoedenkast.
Daarnaast krijgt hij ook nog een eenvoudig wit dubbel bed met grote lades onder. Op zich heeft hij dat dubbele bed niet nodig, maar hij wilde het zo graag, en er is meer dan plaats genoeg in zijn kamer.
Enfin, het bestellen van de meubels op zich duurde niet zo lang, maar er was behoorlijk wat volk, en aan de kassa heb ik niet minder dan 25 minuten moeten staan wachten. Aan de transportservice – want zo’n grote kasten ga ik niet zelf transporteren, en zelfs ook niet zelf in elkaar steken – was ik nog eens een dikke twintig minuten kwijt, en ik was verdorie nog net te laat op school ook, de kinderen zaten net in de opvang.
Maar bon: de meubels zijn besteld, en hopelijk worden ze over een week of drie ook geleverd.
365 – 28 januari 2014 – orthopedist
365 – 27 januari 2014 – gitaar
Giecheltrein
Dat ik rare kinders heb, dat mag niemand verbazen.
Maar onderstaand filmpje bewijst nog maar eens hoe raar ze soms zijn. Ik denk dat ze al ongeveer een kwartier bezig waren, en eigenlijk waren ze al een beetje uitgegiecheld. Gelukkig zat er nog net genoeg giechel in om een klein stukje te kunnen filmen.
Ideaal om te bekijken als u eens aan een lach toe bent. U wordt hier spontaan vrolijk van. Enfin, ik toch.