Geen gips, of toch wel, of nee, toch niet…

Vandaag kwam Wolf na twee uur les tot bij mij aan het lokaal, en reden we samen richting Jan Palfijnziekenhuis, voor eindelijk een afspraak bij de übersympathieke fysicotherapeut. Die keek eerst naar de foto’s van de rug, en verklaarde dat hij niks zag op de gewone foto’s. Geen botproblemen dus, maar bon, hij stond ook niks verder, dus een MRI-scan, en een echo van de nieren. Ik heb niet verder gevraagd, hij ging toch niks zeggen. MRI: 26 mei, alweer een maand verder. En dan nog twee weken voor we opnieuw bij de dokter kunnen, en dan zitten we dus dik anderhalve maand weer verder. En intussen vergaat Wolf van de rugpijn, en wordt daar precies niks aan gedaan.

En toen keek hij naar de foto’s van Wolfs pols, en verklaarde dat die gebroken was. En dat hij dus zes weken gips ging moeten hebben. En dat we ons mochten aanmelden in de gang aan de overkant, bij orthopedie om te gipsen. Euh…

Juist ja.

Wij naar orthopedie, maar onze vaste dokter was er niet. Bon ja, een andere is even goed, zeker? Wolf naar een gipskamer, ik naar de balie voor een consultatie bij dr. Harth. Die kwam een half uurtje later – tot zover mijn idee van op anderhalf uur toch zeker terug te zijn op school -, luisterde met frisse tegenzin naar het verhaal, bekeek de foto’s die ondertussen toch ook twee weken oud waren, en verklaarde: “Gebeurd op 15 maart? Dat is zes weken geleden? Op deze foto’s is al te zien dat het aan het dichtgroeien is, intussen is die breuk helemaal genezen, een gips heeft geen enkele zin meer. Uw huisarts had foto’s moeten laten nemen, en toen had uw pols in de gips gemoeten, niet nu.” De pijn vond hij logisch: alle spiertjes en pezen zijn ook geraakt, en dat kan nog wel even pijn doen, ja. Wolf mag gerust die brace aanhouden als dat helpt bij de pijn, maar op zich heeft het geen genezend nut, alleen symptomatisch. Maar het doet ook geen kwaad, het gaat het genezingsproces ook niet vertragen.

Mocht het tegen begin juli nog steeds pijn doen, dan moeten we inderdaad wel terug, maar op zich hoeven we ons geen zorgen te maken, verklaarde hij, het ging helemaal genezen.

Hmm. Tot zover Wolfs sportieve seizoen.

Maar ik ben al blij dat het geen gips is geworden, da’s alweer een hoop gepruts en gedoe bespaard.

 

Wolfs dertiende-verjaardagsfeestje

Ik weet het, het is een paar maanden na datum, maar je moet maar eens met zes tieners en een eigen drukke agenda een gaatje zien te vinden…

Enfin, het had nog serieus wat voeten in de aarde wat we precies gingen doen, maar uiteindelijk waren we eruit: om 14.00 uur stonden ze hier dus met vijven aan de deur met een grijns zoals alleen een dertienjarige jongen kan grijnzen, en een slaapzak.

Meteen trokken ze naar boven om zich te installeren, met veel gegniffel en gegiechel. Maar toen ik rond half drie riep dat er taart was, moest ik dat geen twee keer zeggen.

Ze trokken weer naar boven, maar het opzet was duidelijk: vrij snel stonden ze allemaal weer beneden, werden de computers opgezet en vormde zich een heuse lanparty. Allez ja, het is natuurlijk al lang geen local area network meer, maar een wifiparty. Samen zaten ze dus Roblox of Minecraft te spelen, en leken ze zich prima te amuseren.

Om zes uur riep ik hen weer aan tafel, en werd een stevige stapel croques  monsieur weggewerkt. Eten dat die kunnen!

Er werd nog even stoom afgelaten buiten, en toen laadden Bart en ik hen allemaal in de auto, richting Zone. Daar waren ze geboekt voor veertig minuten lasershooting. Blijkbaar ging het bijzonder snel, want allemaal wilden ze eigenlijk nog langer spelen. Alleen, die harnassen waren zo zwaar…

Terug thuis had ik een film met beamer klaargezet, maar toen ik halfweg ging roepen voor ijs, bleek dat ze eigenlijk toch meer aan het babbelen dan kijken waren, en stopten we daar maar mee. Ze giechelden en gibberden nog vrolijk verder, er waren kussengevechten en rupsgevechten, en om kwart voor één vond ik het definitief welletjes en legde ik hen echt het zwijgen op, na een eerdere waarschuwing.

De volgende ochtend waren ze desondanks toch alweer om half acht wakker, verorberden ze een heuse stapel croissants, en moest er uiteraard nog gegamed worden. Ziet dat van hier!

IMG_9327

Ik had wel het gevoel, ja, dat het een leuk feestje was. Wolf zag er in elk geval meer dan tevreden uit. En meer moet dat niet zijn.

Fysiotherapeut en andere perikelen

Wolfs rug is dus echt niet in orde, en het betert aan geen kanten met de kinesitherapie die hij gekregen heeft. De kinesist stuurde hem terug richting huisarts, die ons prompt doorverwees naar een fysiotherapeut.

Juist ja.

Enfin, ik dus gebeld naar het Jan Palfijn, en de eerste afspraak die ik kon maken bij gelijk wie van het team, is de tweede week van de paasvakantie.

Juist ja.

Ik vrees dat hij nog even op zijn tanden zal moeten bijten dus, en nog even wachten met rugby. Niet dat dat nu trouwens aan de orde zou zijn, want vanmiddag is hij weer wat anders tegengekomen.

Normaal gezien is hij op woensdag thuis zo een vijftal minuten voor half één. Vandaag niet dus. Het werd kwart voor één, en ik werd bezorgd. En bellen kon ik niet, want hij had zijn gsm niet bij. Zucht. En toen zag ik hem komen aanstrompelen – we zaten voor het eerst buiten te eten – met zijn fiets in de hand. Hij was blijkbaar gevallen ter hoogte van de Neptunus – zonder duidelijke aanleiding, hij wist het zelf niet – en had zich toch wel pijn gedaan, ja. Zijn stuur stond helemaal paraplu, en zijn rem was compleet ontregeld. Zijn ego was gedeukt, en zijn rechterhand helaas ook. Maar bon, ik plooide zijn stuur weer recht, legde ijs op zijn hand en stak het daarna in een verband, en voederde hem. Hij was een beetje van slag, ja.

Daarna wandelden we rustig samen naar de fietsenmaker, die bijzonder begrijpend was, en de fiets er vandaag nog tussen wilde nemen zodat Wolf hem morgen weer kan gebruiken. Fijne mens.

Enfin, voorlopig geen rugby dus, om meerdere redenen. Alweer.