Tandarts

Wat een routinecontrole moest zijn, draaide voor Wolf toch even anders uit.

Om het half jaar gaan we met zijn allen naar de tandarts: het wordt toch terugbetaald, en liever safe than sorry. Kobe was er wel van onder gemuisd omdat hij de hele dag is gaan spelen bij Liam, maar die komt dan volgende woensdag aan bod.

Enfin, Merel was prima in orde, ikzelf had een gaatje dat ze meteen opvulde, maar Wolf… We wisten al langer dat zijn mond te klein was, maar eigenlijk hadden wel al een tijdje geleden naar de orthodontist gemoeten. Dat was er zo gelijk niet van gekomen, helaas. Intussen had ik gezien dat zijn hoektanden al vampierig aan het uitkomen waren boven de andere tanden.

Dat stelde de tandarts uiteraard ook vast, en ze stelde meteen voor om zijn premolaren te trekken, zodat de hoektanden nog ietwat op hun plaats kunnen komen. Dat Wolf een beugel zal nodig hebben, dat wisten we ook al langer. Maar eerst moeten ongeveer al zijn tanden gewisseld zijn natuurlijk.

Bon, Wolf werd met enige moeite van twee tanden verlost, en was zodanig ‘gedaan’ dat ik blij was dat we niet te voet waren, maar alsnog met de auto (wegens anders te laat). Arme jongen…

IMG_1675

Een zomerse zondag, met de verloren zoon

Zondagen, ne mens wordt er niet magerder van. Bart hield er al altijd van om iets extra’s te koken op zondag, maar sinds ons pa hier elke zondag komt eten, is het al helemaal altijd met voorgerecht, hoofdgerecht, dessert en taart. Jawel. Een voorbeeld…

IMG_1375

Mijn pa laat het zich allemaal welgevallen, maar intussen begin ik hem wel in te schakelen voor allerhande taakjes. Zo heeft hij een paar weken geleden krieken ontpit, en vandaag heb ik hem buiten aan tafel kousen zitten doen binnenste buiten keren, en sorteren. Wat hij weliswaar traag, maar grondig deed. Nog een gemak om in huis te hebben :-p

Daarna begonnen de kinderen met Kobes chemiedoos te spelen, en was wat grootouderlijk toezicht ook wel interessant. En toen, toen was er taart natuurlijk.

En ’s avonds, toen was er Wolf! Jawel!

Toen ik hem maandag bracht, had ik nooit durven denken dat hij tot het einde ging kunnen blijven! Donderdag was de gewenste moment, want dan was de totemisatie afgelopen. Ze hadden speciale opdrachten voor hem voorzien, die hij fysiek wel degelijk moest aankunnen. Raadsels, een brug bouwen, dat soort dingen. En vanaf donderdag stond ik dus klaar om hem eventueel op te halen, maar zijn fantastische leiding hield me nauwgezet op de hoogte: hij sliep goed, deed de meeste dingen mee, en als het niet lukte, ging hij in zijn stoeletje zitten. Ik had mijn idiote campingstoel daar achtergelaten, zo’n ding van 10 euro dat standaard in mijn koffer ligt, en vooral dient voor de rugby. Blijkbaar is het dus goed gebruikt. Enfin, hij is dus wel degelijk tot het einde kunnen blijven, en toen bleek er nog plaats te zijn in de auto van een van de foeriers, Seppe. Ik moest dus gelukkig niet vijf uur in de auto zitten om hem op te halen, hij kon gewoon mee! De bedoeling was dat ze dan wel om kwart over zeven aan het station zouden staan om samen af te sluiten, maar rond zes uur kreeg ik telefoon: dat ze al in Gent waren, en dat het eigenlijk onnozel was om dan nog een uur te staan wachten. Seppe zou hem maar meteen thuis afzetten, dan kon hij zelf ook al even langs huis gaan om gerief uit te laden.

Helemaal mooi dus: kwart over zes stond er hier dus een doodvermoeide Wolf, ietwat humeurig wegens vermoeidheid en pijn, maar verder wel blij om thuis te zijn, met een deftig toilet, een goeie warme douche, propere kleren en een zachte zetel.

En ik, ik was blij dat hij thuis was. Echt veel zorgen had ik me niet gemaakt, omdat ik wist dat hij in goeie handen was, maar toch… Blij dat al mijn kuikens terug onder mijn dak zijn.

Oh, en zijn totem? Slechtvalk. Knap gezien van die leiding.

 

Een ritje naar Neufchâteau, richting kamp

Deze voormiddag hebben we Wolf naar het groot scoutskamp gebracht. Jawel, met zere rug en al.

Ik ben gigantisch vol lof voor zijn leiding: zij kwamen zelf met het voorstel dat hij toch een paar dagen zou proberen meegaan. Het hele kamp, zoals de anderen, dat zou zeker niet lukken: hij kan geen rugzak dragen, en hij kan niet langer dan 20 minuten stappen. Samen met Elvine, een van zijn leiding, overliep ik de kampplanning: de heenreis per trein, vorige donderdag, met dan een stevige tocht van het station tot aan het terrein, was sowieso een no-go. En dan tweedaagse op zaterdag en zondag uiteraard ook niet. Maar vanaf maandag – vandaag dus – blijven ze zowat de hele tijd op het terrein zelf, en is er vooral het totemgedoe, iets waar Wolf enorm naar uitkijkt. We hebben dus afgesproken dat ik vandaag Wolf ging brengen, met een gewone zak, een veldbed in plaats van een slaapmatje, een extra stoel, veel medicatie, en vooral veel goodwill. Echt, ze hebben zelfs speciale totemopdrachten voor hem voorzien, die hij normaal gesproken wel moet aankunnen. En aangezien ze eigenlijk de rest van het kamp op en rond het terrein blijven, kan hij regelmatig gaan liggen als het nodig is. De bedoeling is dat hij zeker tot donderdagvoormiddag blijft, dan is de totem afgelopen. En dan gaan ze ook dag per dag zien of hij het nog uithoudt. Ik sta dus op standby vanaf donderdag, met als deadline zondag, want dan keert iedereen per definitie terug. Aangezien hij de tocht met bagage tot aan de trein niet aankan, moet ik hem toch gaan halen.

Om half tien, kwestie van de spits te vermijden, zaten we in de auto. De echte spits hadden we niet meer, maar we verzeilden wel in allerhande wegwerkzaamheden, zodat de rit van twee uur toch vlotjes drie kwartier langer duurde. Ik zette een glunderende Wolf om kwart over twaalf af op het terrein, waar hij met open armen werd ontvangen door zijn vrienden, en hij meteen al werd meegetroond naar een soortement ligzetel. Yup, ik heb er wel vertrouwen in, ja. De omgeving is in elk geval prachtig.

Ik maakte even gebruik van de superdeluxe hudo – geen sarcasme: bij ons was dat gewoon een gesjorde wigwamconstructie waarbij je op één balk zat, een andere balk had als rugleuning en een derde als voetsteun. Met een tentzeil rond voor de privacy en het toiletpapier in een plastiekzak aan een nageltje. En als het regende, werd zelfs je ondergoed nat. Zij hebben zowaar een hokje mét dak, wc-brillen op de gaten, en een echt wc-gevoel. Waar gaat dat naartoe, zeg? – enfin, de hudo dus, en daarna reden we naar Neufchâteau om er iets te eten.

Waar we vertrokken waren in de gietende regen, en het was blijven regenen tot na Namen, was het intussen gewoon drukkend warm geworden, zodat we zelfs binnen gingen eten. Het was lang wachten, maar de kinderen gedroegen zich voorbeeldig.

We liepen wat verder tot aan het gerechtsgebouw en vonden er een mooie cache.

Toen reden we terug naar Grandvoir voor een cachetocht, de Sanglochons. Eigenlijk is het 8 km wandelen, maar dat zagen we niet zitten. Een groot stuk deden we dus met de auto, die zich toch wel eventjes een 4×4 moet gevoeld hebben. Kan niet missen dat mijn uitlaat los hing :-p

Op een bepaald moment konden we écht niet verder: er lag gewoonweg een riviertje! We parkeerden, namen het smalle voetgangersbrugje, en stapten stevig omhoog voor een wandeling van een dik uur, en drie extra caches. Gelukkig hadden we water mee, want het was intussen echt gewoon heet! Ik had ’s morgens geen topje aangedaan, maar een relatief dik T-shirt met halflange mouwen, en ik heb gewoon uitgespeeld. Het is niet alsof er nog iemand in die bossen liep, en een mooie Marlies Dekkers lijkt wel een bikinibovenstuk. De wandeling was echt wel mooi…

De laatste twee caches zagen we niet meer zitten: ietsje te ver. We reden dan maar naar Libramont om daar nog een terrasje te doen, maar de streek is blijkbaar echt niet toeristisch: we hebben nog op het allerlaatste nippertje een ijsje gevonden – twee minuten voor sluitingstijd – en hebben dat dan maar op een muurtje opgegeten.

IMG_3358

Tegen kwart voor zeven zaten we in de auto, en reden vlot – geen moment file! – naar huis, zodat we om kwart voor negen thuis stonden.

Zalige dag gehad, en dan nog afgesloten met de laatste nieuwe Game of Thrones.

Yup, duidelijk vakantie!

 

CRPS – alweer.

Vandaag eindelijk met Wolf naar de kinderrevalidatie, bij dr. Ruth Van Der Looven. Bijzonder sympathieke madame, het mag gezegd zijn. Ze luisterde nauwgezet, nam aantekeningen, onderzocht Wolf grondig, en sprak toen een vermoeden uit: CRPS. Hij heeft dat al eens gehad anderhalf jaar geleden aan zijn voet, hij is er dus gevoelig voor. Toen schreef ik deze uitleg:

Wolf heeft namelijk een Complex Regionaal Pijn Syndroom (CRPS), beter gekend als een Sudeck. Met andere woorden, zoals ik het aan hem heb uitgelegd: toen hij zijn voet omsloeg, is een van zijn pijnsensoren geactiveerd. Normaal gezien moet die, bij het genezen, langzaam uitgeschakeld worden, maar dat is dus niet gebeurd. Het letsel is intussen volledig weg, maar zijn hersenen willen dat blijkbaar niet geloven, en blijven pijnsignalen doorgeven. Mechanisch kan hij dus perfect sporten, maar die pijnsensor merkt belasting, en gaat dus nog meer pijn beginnen doen als tegenreactie.

Hmm. Er is niks te zien op geen enkele van zijn scans, behalve een heel licht restant van een trauma, en wellicht moet dat destijds de oorzaak zijn geweest. Aangezien zij zowat de dokter van de hopeloze gevallen bij kinderen is, ziet ze dit wel vaker passeren. Het is ook de meest logische conclusie: volgens de scans en dergelijke is er totaal niks mis. Mocht het gaan om een vicieuze cirkel van spierspanning en krampen, dan zou je de spanning in zijn rug moeten voelen, en zou druk ook pijn moeten doen. Niks van dat alles.

En de behandeling? Mja, een ander soort medicatie die hij geleidelijk aan moet opbouwen, zou verlichting moeten geven. En daarnaast zware kine om hem weer in beweging te krijgen, zodat zijn lichaam eindelijk doorkrijgt dat er niks mis is, en de sensor uitschakelt.

Blah.

Aan de andere kant zijn we nu wel weer een stap verder. ’t Is toch dat.

UZ!

Deze morgen – terwijl ik mondeling examen aan het afnemen was – had de pediatrie van het Jan Palfijn al gebeld: Wolf heeft donderdag om 15.45 uur een afspraak in het UZ! Joechei!

Het is te hopen dat er een oplossing gevonden wordt, maar het is alvast weer een stapje vooruit. Allez hup!

Toch naar huis…

Bon, dag twee in het ziekenhuis. Ik bracht de kleintjes naar school, en reed naar Wolf.

Daar bleek de pediater, dr. Jeannin, er niet te zijn op vrijdag. Ik had nochtans graag een hartig woordje met hem gesproken over het voorval bij de fysicotherapeut gisteren, maar bon. Maar blijkbaar was er gisterenavond nog stafvergadering geweest, en was hij wel degelijk op de hoogte, want ook verpleging wist ervan. Hmm.

Enfin, ik kreeg diensthoofd dr. Baeke, en die zei dat ze verder aan het zoeken waren, maar dat ze dus het consult van de fysico gingen afwachten. Alweer.

Bon, die was poeslief, bijzonder vriendelijk, glimlachte zelfs, en zei dat de scans volledig zuiver waren, dat hij dus niks structureels kon vinden. Er is met andere woorden niks mis met Wolfs spierenstelsel en skelet op zich. Wellicht heeft hij zich inderdaad bezeerd, spande hij daardoor wat meer op, waardoor het meer pijn begon te doen, waardoor hij een foute houding aannam, waardoor er nog meer begon pijn te doen, waardoor… Enfin, een vicieuze cirkel dus.

Hij verwees ons voor de rest fijntjes door naar de orthopedist, want ze moesten nu niet bepaald met tweeën hetzelfde behandelen, en Van Den Broecke is even bevoegd.

Ik heb me het hele consult bijzonder afzijdig gehouden, heel beleefd, heel formeel, en dat was dat. Maar die klacht komt er nog, echt waar.

Aansluitend reden we in zo’n grappig klein kinderrolstoeltje naar de dienst isotopen voor een inspuiting, en om twee uur kreeg hij dan de volledige scan, met ook nog eens extra aandacht voor het hand.

Ik dacht dat we in de namiddag nog eens Wouter zouden zien om de isotopenscan te bespreken, maar blijkbaar lukte dat niet meer. We kregen wel de resultaten door van de kinderarts van wacht, en die zei dat er inderdaad niks te zien was, en dat ze gingen proberen om maandagmorgen hem zo snel mogelijk binnen te krijgen op de dienst Kinderrevalidatie van het UZ. Daar gaan ze hem multidisciplinair aanpakken: kinesitherapie, ergotherapie, pijnbestrijding, en ook psychologische hulp. Want nu weet Wolf dat hij iets moet doen dat pijn zal doen, spant hij op, en doet het ook pijn. Waarop hij nog meer opspant, etc. etc.

Enfin, hij mag dus naar huis, met drie ibuprofen en drie paracetamol per dag om gewoon de pijn niet te laten doorkomen.

Toch wel blij dat hij weer thuis is, ja. Maar ik blijf me gigantisch zorgen maken…