Oude Kalevallei

Soms hoeft een zondag niets meer te hebben dan gewoon je familie, lekker eten, een goed boek en een wandeling.

Arwen was hier, en tegen negen uur ongeveer moest ze terug in Lovendegem staan. Wolf was ongelofelijk gewonnen voor het idee om iets vroeger te vertrekken en in de vallei van de Oude Kale een paar geocaches te zoeken en dus een wandeling te maken. Wij hadden dat al eens gedaan met ons tweetjes, en dat was toen gigantisch meegevallen.
Aangezien ik geen plattegrond had, hebben we het ons niet geriskeerd om de volledige toer te doen: we wisten niet hoe ver het pad ons zou brengen. Maar we hebben wel twee caches gevonden en alle vier echt genoten van de wandeling op deze zoele zomeravond.

De laatste cache hier zal voor een volgende keer zijn, en we vinden dat niet erg ^^

Zeeuwse zichten

Ook al is het vakantie, het is de laatste tijd best druk geweest. Vooral het gebrek aan regelmaat speelt mij dan parten.

Omdat Bart dit weekend verhuisweekend heeft met Wijs – ze gaan van de Voorhavenlaan naar de Foreestelaan, dubbel zoveel plaats – moest Merel met mij mee naar De Haan om Wolf op te halen. Niet dat dat zo erg was, maar bon. We pikten hem op, en gingen prompt een ijsje halen bij de Australian, zoals de traditie intussen vereist.

Daarna gingen we nog een paar caches doen in Oostende, maar een paar vonden we niet. Drie stuks gelukkig wel ^^

Maar ’s avonds had ik zin om alleen te zijn en uit te waaien. Allez ja, Wolf zou meer dan welkom geweest zijn, maar zijn rug staat dat nog niet toe, en dus laadde ik rond 20.00 uur de fiets in de auto en reed naar Westdorpe, net over de grens met Zelzate.Ik was er zeker van dat ik daar niet echt veel volk zou tegenkomen, en dat was nog een understatement.

Ik fietste daar doorheen de prachtige polders, zag prachtige weidse zichten, merkte hoe de ondergaande zon alles in een gouden gloed baadde, en haalde liefst 30 caches op. Oh, en fietste tot het stikkedonker was, dat ook.

Helemaal zen nu.

Lang leve de zondagavond!

Heerlijk: je belt naar het Zeepreventorium voor een praktische vraag, krijgt de psychologe aan de lijn, en die geeft eventjes Wolf door want die liep net naast haar.

Wat ik haar wou vragen, was het volgende: ook in de vakantie zit Wolf wel degelijk in De Haan. Het is namelijk een ziekenhuisbehandeling cum school, en niet omgekeerd. Het is dus niet omdat de school stopt, dat de behandeling stopt. Ik weet wel dat dit voor ons allemaal veel lastiger gaat worden – en al is. Het is zalig dat ik gewoon thuis kan zitten niksen, samen met Merel en Wolf, en ja, het piekt dat Wolf er niet is.
Aangezien hij de tien nachten die hij mist door mee te gaan naar Rhodos, moet inhalen, blijft hij nu ook telkens de vrijdagavond ginder, en kunnen we hem pas ophalen tegen half twee op zaterdag. Dat maakt de weekenden extra kort natuurlijk. Normaal gezien moet hij op zondag tegen kwart over acht/half negen terug zijn, zodat iedereen zonder stress op maandag kan beginnen met de behandelingen en school. Die zondagavond telt eigenlijk niet als overnachting, maar is gewoon praktisch, zeker voor die kinderen die uit Limburg of Wallonië komen, en dus drie-vier uur onderweg zijn.
Nu, Wolf heeft geen behandeling op maandagmorgen, en school ook al niet. En ik dacht dus: ik moet toch niet werken, er is op maandagochtend hier geen stress, dus waarom zou hij niet op maandag mogen binnenkomen? Dan heeft hij nog de zondagavond met ons allemaal, en kan hij hier rustig wakker worden en ’s morgens nog wat spelen met de kleintjes.

Ik belde dus om te vragen of hij niet op maandag mocht binnenkomen, en ze zag er meteen de voordelen van in, vooral mentaal. Ze ging het bespreken met de behandelende groep, en me nog iets laten weten.

Vanmiddag liet Wolf al weten: “Ja, mama, het mag!” Mijn hart maakte een sprongetje: van zaterdag half twee tot maandag tien uur ’s morgens is toch alweer net iets meer. Oef.

Het worden lange dagen, nu in de vakantie…

Zalige zomerse zondagen

Sommige zondagen geven toch een perfect vakantiegevoel, nee? Ware het natuurlijk niet dat er nog een stapel te verbeteren examens op mijn bureau ligt…

We begonnen met onze croissantjes buiten op te eten. Hier in België kan dat niet zo vaak, we moesten er dus van profiteren.

En toen werd het warmer en warmer, maar lukte het wel nog om ook ’s middags buiten te eten. Merel was de gastvrouw van dienst, en ook opa kwam uiteraard eten.

In de namiddag kwam ook Arwen erbij, en werd er vooral veel onnozel gedaan met de vier kinderen.
Ons pa moest met frisse tegenzin met mij mee gaan wandelen/geocachen, maar genoot intens van de wandeling die we maakten in de Bourgoyen. We parkeerden ons aan de oude molen, liepen een heel eind (en pikten een paar caches op) tot aan de vogelkijkhut, en terug.

Tot zijn eigen grote verbazing was hij toen nog niet uitgewandeld, zodat we ook in de andere richting nog een cache gingen ophalen. De rest van de wandeling zal voor een andere keer zijn.

En thuis, toen was er koffie. In de zon. Met veel kinderen. En veel taart.

’s Avonds, na het avondeten, staken we nog heel even een paar houtblokken aan om marshmallows te roosteren. Ook dat kon per uitzondering, want normaal gezien moet Wolf op zondagavond al om acht uur, ten laatste half negen in De Haan zijn. Alleen heeft hij morgenvroeg een afspraak bij de orthodontist, waardoor Bart hem dan in de voormiddag naar zee brengt. Om medische redenen kan en mag dat perfect, zo blijkt. En dus had Wolf nog een vrolijke onbezorgde zondagavond bij ons.

Ik kijk er echt naar uit tot wanneer hij weer gewoon thuis zal zijn bij ons. Weer mijn gewone lieve Wolf.

Kriskras door Vlaanderen

Qua noord-zuidafstand in Vlaanderen kon het wel tellen vandaag, ja. De dag begon rustig, maar tegen kwart voor twee stond ik bij Wolf in De Haan om hem op te halen. We waren allebei niet erg haastig en zijn rug was redelijk oké, en dus gingen we nog even wat caches zoeken. Hij doet dat eigenlijk ook doodgraag, maar kan het voorlopig eigenlijk bijna niet.


Een eerste cache in de Vuurtorenwijk van Oostende vonden we niet, hoe we ook zochten tussen de tengels. Nummer twee vonden we maar na lang zoeken, en nummer drie bleef ook onvindbaar. Meh.

Veel tijd hadden we niet, want ik had Bart beloofd tegen half vijf ten laatste thuis te zijn, en dat lukte ook. Daarvoor waren we eerst nog in Jabbeke een cache gaan ophalen waar ik de vorige keer een dik half uur had staan zoeken, maar die ik nu, met een tip van een medecacher, wel vlot kon vinden. Hele mooie locatie, dat vond ook Wolf.

Enfin, we kwamen thuis, genoten nog even van het gezelschap, en reden toen samen naar Louise-Marie, een gehucht van Maarkedal, voor de jaarmis voor Jeroom.
Daarna gingen we allemaal gezellig bij Omaly sandwichen eten, en bleven vooral de heren lang praten over zaken. Moet ook eens kunnen, natuurlijk.

Veel in de auto gezeten dus, maar wel een fijne dag.

En, hoe is het met Wolf?

Da’s natuurlijk een vraag die ik heel vaak krijg, logisch ook.

Wel, we kunnen voorzichtig optimistisch zijn: we zien lichte verbetering! Als in: hij kan meer, hij doet meer, hij wil meer. Bart is vorige week op “oudercontact” gegaan, en daar kregen we vooral te horen dat Wolf een ongelofelijk positief ingestelde jongen is, en dat dat zijn revalidatie meer dan ten goede komt.

Hij werkt keihard in de kine en gaat er tot het uiterste, hij rust wanneer hem dat opgedragen wordt, doet goed mee als hij kan, en ook mentaal heeft hij intussen de coping mechanisms meer dan onder de knie.

Om maar iets te zeggen: vorig weekend vroeg hij of hij zaterdag – Merel en Kobe waren naar een verjaardagsfeestje – met de fiets naar Jens mocht, in Mariakerke zo’n vier kilometer verderop. Hij nam wel Barts elektrische fiets, maar toch: in de paasvakantie zou hij dat niet gekund hebben. Meer nog: achteraf vertelde hij dat ze met een gans groepje hadden afgesproken en naar ’t stad waren gefietst, om daar rond te hangen zoals alleen veertienjarige jongens dat kunnen, en er een Moochie te eten. Ik was blij, ik was echt blij voor hem.

Is hij graag in het Zeepreventorium? Goh ja, het is vooral niet thuis, zegt hij, en dat blijft moeilijk. Maar hij heeft er vrienden, een goed ritme, fijne opvoeders, en ook de school valt goed mee. Alleen altijd die vis… Stel u voor: ge krijgt lasagne, en dan blijkt daar vis in te zitten! En ja, hij mist zijn broer en zijn zus verschrikkelijk, en dat geldt in de twee richtingen.

Gelukkig hoeft hij zijn liefje niet al te veel te missen: tot hiertoe hebben ze eigenlijk zo goed als elk weekend afgesproken, en hebben ze het immense geluk dat we elkaar kennen en dat haar papa de goedheid heeft om haar altijd naar hier te brengen.

De dokters zijn intussen ook gematigd positief, en spreken ervan dat hij, als het zo blijft evolueren, wellicht al met de herfstvakantie thuis zal zijn, in plaats van de kerstvakantie. Ge hebt er geen idee van hoe hard ik dat hoop…