Tuinexploten
Ik weet niet wat er in mijn lieftallige echtgenoot gevaren is, maar hij die vroeger met geen stokken buiten te krijgen was, van wie zelfs de kinderen vreemd opkeken als hij zich in de tuin vertoonde, zit nu quasi meer uren in de tuin dan binnen. Echt.
Het is begonnen met het kweken van eigen kruiden in een moestuinbak voor het venster. Voor zijn vaderdag had ik er hem zelfs een tweede bijgekocht omdat hij zoveel deugd had van die eerste.
En toen, ergens dit voorjaar ook, was hij een strook beginnen graven midden in ons grasplein. Bleek het een bloemenstrook te moeten worden met wildbloemen. Ik snapte het niet helemaal maar liet hem – uiteraard – rustig doen. Ik moet het toegeven: het is echt mooi geworden en we genieten er elke dag van.
En toen was plots het hek helemaal van de dam en stortte hij zich met ijver en overgave op het tuinleven. Hij knoopte nieuwe draden voor onze klimplanten, snoeide de blauwe – allez ja, witte – regen bij, en een van mijn grote bloembakken werd geleegd en ik bracht een Passiflora Victoria mee voor daarin, compleet met een hekje. Prompt werd de andere bak ook geleegd, werd de arme passiflora Caerulea die al sinds jaar en dag achteraan aan de noordkant wanhopig haar best deed om toch iet of wat te groeien, naar voor gebracht en kregen beiden de nodige bedrading. En toen kwamen er nog bloembakken bij en werden er zowaar zelfs plantjes geleverd: een kiwibes als klimplant, verschillende soorten kruisbessen en frambozen, een vijgenboom… Er kwam een nieuwe strook naast ons garagepad met die verschillende bessenstruikjes, er kwamen gigantische zakken met zowel teelaarde als mulch, de oude speeltoren werd afgebroken om plaats te maken voor moestuinbedden – die zijn er nog niet maar komen nog – en hij verpotte al mijn planten die dringend verse aarde nodig hadden. De solanum schiet als nooit tevoren, de kumquat is opnieuw beginnen bloeien en eigenlijk ziet het er allemaal schitterend uit. Vooral die ene passiflora amuseert zich kostelijk en zit al halverwege de gevel, vol bloemen!
Het gras is zowaar zelfs bijgezaaid.
Zoals Bart zelf zegt: had hem dat een jaar geleden voorspeld, hij had je voor gek verklaard. Maar ik heb intussen een zalige tuin.
Binnenkort komen er nog twee kleine kerselaartjes bij die hopelijk binnen een jaar of vijf vruchten dragen. Daar kijk ik naar uit, man!
365 – 03 mei 2018 – alba in plaats van standaard. Meh.
Van kappers, klimplanten en caches. En Pokémon, dat ook.
Om in het thema van de week te blijven, reden we deze voormiddag allemaal samen naar Sint-Amandsberg, waar Marie-Jeanne al ongeveer 25 jaar mijn vaste kapper is. De jongens trokken er meteen op uit met mijn telefoon in de hand, en Merel bleef wachten tot mijn haar netjes bijgeknipt was, zodat ook haar puntjes onder handen konden genomen worden. Blijkbaar had Lieze haar al verteld dat dat af en toe nodig was bij lang haar, en dus maakte ze er geen punt van. Gegarandeerd was het anders drama geweest :-p
We reden min of meer door ’t stad – ik was vergeten dat de feesten morgen al starten en dat er dus vandaag al dingen afgesloten zijn – om nog wat extra pokemon op te pikken, en gingen naar huis om te eten.
En in de namiddag, toen kon ik Wolf overhalen om samen met mij de ladder uit te halen, en me te helpen om enerzijds de woekerende kamperfoelie wat in te tomen, en anderzijds een hoop gaten in de gevel te boren en draadjes te spannen voor nog meer klimplanten. Ik vind dat zo mooi, ik heb het er voor over, maar die kamperfoelie moet wel uit de goten blijven, vooral uit die van de buren.
Het duurde niet lang of de jongens stonden ook op de ladder, vooral toen die helemaal uitgeschoven was, en ze allebei een kijkje op het dak konden nemen. Wolf hielp me met het aangeven van materiaal, en vooral met het verplaatsen van de ladder. Ik moet zeggen, ik sta vol schrammen en plekken, maar ik ben wel zeer tevreden van het resultaat: de kamperfoelie is een pak ingeperkt, en er zijn quasi onzichtbare draden over de hele gevel, zodat de wisteria zich een weg kan banen. Ik ben nu eenmaal zot van zo’n plant…
’s Avonds was het vooral ook nog prachtig weer, en ik kon er de jongens van overtuigen nog even mee te gaan – alweer veel te laat, eigenlijk – om die vervloekte tiende onvindbare cache daar in Drongen te gaan zoeken, en dan aansluitend de bonuscache erbij te nemen. We hebben met zijn drieën twintig minuten gezocht, als het niet meer was, en net toen ik het wilde opgeven, voelde ik de cache liggen. Oef!
We reden dus wat verder naar de locatie van de bonus, en dat bleek een goed verborgen paadje naar een meertje te zijn! Moh! Mooi!
Enfin, we hebben genoten van de zonsondergang op deze warme zomeravond, en toch weer twee caches gevonden!