Lieve, lieve Wolf
plots ben je achttien. Zomaar, zonder waarschuwing, ben je volwassen. Mijn kleintje, waar ik achttien jaar geleden met grote ogen naar lag te kijken, nog niet goed beseffend hoe grondig je mijn wereld en mijn leven zou veranderen.
En nu, nu heb ik plots een volwassen zoon. En wat voor een zoon… Je weet dat misschien niet, maar telkens wanneer ik jou zie lopen, ben ik trots. Trots op wie je bent, waar je voor staat, de mening die je op je eigen respectvolle manier toch uit, waar je voor uit komt en waar je dan ook achter staat, met enige koppigheid die jouw papa en mij niet vreemd is. Dat leidt soms tot heftige discussies, maar ik denk niet dat we ooit echt kwaad van elkaar zijn weggelopen of dat je met deuren heb gegooid. Daarvoor ben jij veel te respectvol, te begaan met andermans gevoelens, te medelevend, te zachtaardig. Ja, hier thuis kan je wel eens sakkeren op de wereld en je medemens, je medeleerlingen, je leraars, je broers, ons, maar dat doe je dan om je hart te luchten en daarna kan je weer met de wereld om.
Ik zeg nu wel dat je plots volwassen bent, maar eigenlijk komt dat absoluut niet onverwacht. Qua mentaliteit ben je immers al jaren veel volwassener dan je leeftijdsgenoten. Ik vermoed dat je tijd in het Zeepreventorium daarvoor heeft gezorgd, liefje. Daar heb je gezien hoe sommige kinderen worstelen met zichzelf en met een oncontroleerbaar lichaam, daar heb je ook relativeren en heb je een gevecht geleverd met je eigen oncontroleerbare pijn. Die pijn is overigens niet weg, dat weet ik: in stresssituaties steekt ze onveranderlijk de kop op, maar we weten intussen gelukkig dat je jezelf fysiek niet kan beschadigen door ze te negeren. Daarom ben je ook zo hard aan het sporten: op maandag en donderdag ga je meestal fitnessen, op woensdag en vrijdag heb je rugbytraining, en soms ga je op dinsdag ook gaan lopen. Je ziet er ook fantastisch uit: smalle heupen, brede schouders, niet bijzonder groot, maar wel knap. Allez ja, dat kan een moeders perceptie zijn ook natuurlijk, maar ik zie soms ook de blikken van de meisjes op school…
Al blijven die blikken een ijdele hoop: al sinds het eerste middelbaar ben je samen met Arwen en dat gaat blijkbaar nog steeds prima. Soms denk ik wel dat dat veel te vroeg was, dat het beter zou zijn mocht je eerst wat andere liefjes gehad hebben, zodat het gras niet groener lijkt aan de overkant. Maar als ik zie hoe goed jullie samen passen… Soms lijken jullie wel een oud getrouwd koppel!
Op school heb je intussen ook al helemaal je eigen zelfbewuste draai in het laatste jaar gevonden. Die 6 Wiskunde-Wetenschappen, dat doe je wel even. Met het nodige gebrom en gegrommel, bij momenten, en af en toe eens een toets die niet zo heel goed is, maar ik hoef je nooit te vertellen dat je moet gaan studeren, dat je je werk moet plannen. Dat doe je zelf heel consciëntieus, zoals je eigenlijk altijd alles doet. Ja, soms besluit je ook welbewust om een taak niét te maken, omdat je die onzinnig vindt, en ik ga daar niet tegenin: daarin herken ik te veel van mezelf, ik deed net hetzelfde.
Je hebt ook een extra rol opgenomen op school: je coördineert de Uitvaart, zoals de 100 dagen bij ons op school genoemd worden. Er is een heus Uitvaartcomité en daar ben jij dus de voorzitter van en ook wel de drijvende kracht. Dankzij jou zijn er intussen hoodies ontworpen, besteld en geleverd, wordt er een show in elkaar gestoken en is er een hoop filmpjes. Maar het heeft jou al wat grijze haren bezorgd, vrees ik: ook hierin ben jij zeer plichtsbewust en je ergert je dood als de anderen dat niet zo zijn. En discussies dat wij al gevoerd hebben hierover! Ja, want het is je mama die de begeleidende leerkracht is hiervoor, al jaren, en eigenlijk is dit nu wel praktisch.
Intussen heb je eigenlijk ook al min of meer een beslissing genomen wat je studiekeuze betreft. Na dat gesprek met Jarne heb je gekozen voor burgerlijk ingenieur en papa heeft al iet of wat een kot voor jou geregeld. In de wijk aan zijn kantoor komen immers ook nieuwbouwkoten, en die ligging is ideaal, netjes tussen de studentenbuurt en de Rozier, en het Technologiepark in Zwijnaarde. Jij zag dat al helemaal zitten: tussen de twee, nieuwbouw, en als het moet ook je vader in de buurt die spullen kan meebrengen of meenemen, en bij slecht weer jou wellicht ook wel heen en weer kan brengen. Niemand kan jou gebrek aan praktisch inzicht verwijten.
En ik, ik ga je meer en meer moeten afgeven, en vooral ook je zusje zit daar nu mee in. Dat jij in de week niet meer zal thuis zijn, en wellicht in het weekend ook regelmatig weg. Dat is niet meer dan logisch, liefje, en toch zal dat raar doen.
Want jij bent bij momenten ook nog steeds mijn kleine Wolf. Die perfect met puppy-oogjes en een grote glimlach zijn moeder weet te manipuleren om hem naar Arwen te brengen, en dat soort dingen. En dan ongegeneerd een grote grijns ten toon spreidt wanneer het hem gelukt is.
Die grijns was er ook deze morgen, toen je je cadeautjes kreeg. Er was een ontbijt met fruitsla en chocomousse en vooral spek met eieren, en van ons kreeg je geld om op vakantie te gaan met je maten en een bon om onze auto’s te gebruiken wanneer we ze zelf niet nodig hebben.
Van je broer kreeg je een speelgoedautootje en van je zus een grote ingepakte doos. Jouw grijns was onbeschrijfelijk toen je zag wat er in zat: niks, alleen maar een bon met de meme:
Jij vond dat hilarisch! Maar ze gaf je wel een knap zelfgemaakt kaartje en een bon voor twee keer vlaai, wanneer je maar wil. Van Marleen kreeg je ook nog twee zakken van je favoriete snoep. En uiteraard waren er slingers en ballonnen met 18 op.
Ik zie je graag, Wolf. Al achttien jaar. Je zal altijd mijn Wolf blijven, ook al ben je nu officieel volwassen en krijg je meer en meer verantwoordelijkheid. Je mag altijd bij je mama en je papa aankloppen, wij zullen er altijd zijn voor jou.
Maar blijf voorlopig nog maar even mijn middelbare-schoolstudent, oké?