Vijftien

Lieve Kobe

ik heb net even herlezen wat ik vorig jaar allemaal geschreven heb toen je veertien werd, en eigenlijk is er niet zoveel veranderd.

Fysiek wel: je bent intussen vlotjes de grootste van het gezin, je steekt quasi een kop boven me uit. En sinds het kamp is ook je woeste haardos verdwenen en loop je gemillimeterd rond. Maar verder heb je nog steeds die ongelofelijke gulle lach waar iedereen altijd commentaar op geeft. Je slungelt momenteel wel een beetje en bent nog steeds zo onhandig als enkel een puber kan zijn.

En ja, soms kan je behoorlijk puberen, en dan bedoel ik niet dat je rebelleert tegen ons – gelukkig maar – maar dat je met jezelf geen blijf weet en dan maar op de zenuwen van anderen komt werken of de domste stoten uitsteekt. Hoe vaak ik door ons huis een verontwaardigde “Kobeeeeeee!” hoor schallen, valt niet bij te houden, en ik draag daar echt ook mijn steentje toe bij. Je laat ook altijd alles overal slingeren en jouw kamer is nog erger dan die van mij toen ik zo oud was. Je vergeet ook altijd alles, raakt alles kwijt en spendeert uren aan het zoeken naar dingen.

Aan de andere kant loop je ook altijd te zingen. En dan bedoel ik echt bijna altijd, wat ook soms weer een gemeende “Kobeeeeeee!” kan opleveren, want het zijn niet altijd de meest… geapprecieerde liedjes die je aan het zingen bent. Het betekent ook dat je bijna altijd vrolijk bent, tenzij ’s morgens, want dan ben je gewoon nog niet wakker. Maar als je slecht gezind bent, man, maak dat je weg komt, want dan ben je ook écht slecht gezind en bijt je nog net niet. Je verdwijnt dan nog sneller dan anders naar je kamer of de game room.

Want ja, dat gamen of filmpjes kijken op je computer is nog steeds je hoofdbezigheid. Al moet ik toegeven dat je sociaal leven er tegenover vorig jaar wel op vooruit is gegaan: tegenwoordig spreek je regelmatig af met enkele vrienden van de scouts om te gaan ‘hangen’ of eens naar ’t stad te trekken, of naar Parkkaffee of van dat soort dingen. En nee, dat vinden wij helemaal niet erg. Een zeldzame keer komen ze zelfs hier boven in je game room hangen.

Ach Kobe… Je trekt nog steeds zo ongelofelijk hard op mij, met je onderpresteren aan de ene kant, en je überfocus aan de andere kant wanneer iets je echt interesseert, met je gezang en je energie en toch je luie trekjes en je rommel en je verstrooidheid.

Maar ik ben zo benieuwd wat voor volwassene je zal worden, want je toont zo ongelofelijk veel potentieel in alle opzichten. Je bent al zo veel gegroeid op alle vlakken en ik zou nu al willen weten waar je gaat uitkomen. Goh, ik wou dat je oma en je bompa je hadden kunnen zien: ze zouden zo trots op je zijn.

Lieve lieve Kobe, groei maar verder op, maar verander toch maar niet al te veel, want ik vind je nu al zo super. Kus.

Vijftien

Lieve, lieve Wolf

ik vind het gewoon onwerkelijk: vandaag ben je al vijftien. Vijftien! Man, die tijd gaat snel…

En wat een contrast met vorig jaar! Vorig jaar was je aan het wegkwijnen, zag ik je dag na dag achteruit gaan, en was je nog een schim van mijn echte Wolf.

Vandaag stond je op met lichtjes in je ogen. We zijn een jaar later, een jaar waarin vooral het Zeepreventorium een enorme rol speelde, en je bent een andere Wolf. Niet alleen fysiek: je pijn is zo goed als verdwenen, je fietst naar school, doet mee met de turnles, en hangt rond met je maten. Alleen die rugby is er nog niet: je moet eerst nog beginnen fitnessen, zoals je in december plechtig hebt beloofd aan de dokter. Tsja…

Ook mentaal ben je een andere Wolf. Ja, je bent een puber en hebt al eens last van een pesthumeur en van het gevoel dat de hele wereld tegen jou is en dat het leven gewoon oneerlijk is. Dat is normaal, ik verwacht ook niet anders. Maar verder heeft het Zeepreventorium je ook mentaal veranderd: je hebt leren relativeren, je weet wat pijn is, wat het is om af te zien, ja, zelfs om vrienden of kennissen te zien sterven. Je was altijd al een meelevende en enorm attente jongen, en dat is alleen nog maar sterker geworden.

Neem nu mijn rug: je weet dat ik koppig ben en soms te ver zou gaan, en je beschermt me voor mezelf, ook al betekent dat meer werk voor jou. Je zal nooit klagen als je nog eens een mand natte was naar beneden moet dragen, of ik je vraag de boodschappen uit de auto te halen.
Maar ook voor anderen ben je even zorgzaam. Zo dacht je vrijdag dat ik niet op tijd was – ik was Kobe gaan afhalen van de fagotles – om Merel in bed te steken, dacht je dat ze alleen in bed moest kruipen, en was je meteen even naar haar kamer gegaan om haar in te stoppen, zonder dat iemand je dat gevraagd had. Dat soort dingen, liefje.

Je weet ook gewoon wat anderen belangrijk vinden. Je weet dat ik er echt belang aan hecht dat je even salu zegt voor je vertrekt, of dat je ook echt slaapwel komt zeggen, en dan geef je me meteen een dikke knuffel. Of beter nog: als ik ’s avonds in de zetel lig, kom je gewoon vierkant boven op me liggen voor een echte dikke knuffel. Dat ik doorheen de jaren platter en platter word omdat jij nu eenmaal al groter bent dan ik, dat maakt niet uit: we genieten daar beiden van.

Op school doe je het prima. Nee, je cijfers zijn niet zo goed als ze zouden kunnen zijn mocht je keihard werken, maar dat hoeft ook niet voor mij. Zo lang je maar zorgt dat ze meer dan behoorlijk blijven, zo lang je er maar moeite in steekt en zorgt dat je dingen bij leert, is het voldoende voor me. Je mag ook nog een leven naast school hebben, snap je, ik had dat ook.

En verder… Als we mogen afgaan op Merels vriendinnetjes, ben je echt wel een knappe jongen. Ikzelf vind dat ook, maar ik ben dan ook grandioos bevooroordeeld, vrees ik.

Weet je, Wolf. Als ik ze zo zie lopen op school, of ik zie je vertrekken met de fiets, of ik zie je rondhangen met je vrienden, dan krijg ik steevast een warm gevoel van binnen. Al vijftien jaar lang, liefje. Ik ben trots op jou, trots op de jongen die je bent en op de man die je aan het worden bent.

En ik benijd nu al de vrouw die jou definitief zal binnenhalen. Ze weet niet wat voor schat ze in handen zal krijgen.