Naast die van Anderlecht is dit nog de enige Vette Veemarkt te lande, zo blijkt. Nog steeds is het in Zomergem een feestdag: het is en blijft in essentie een boerengemeente, en tradities zijn er om in ere te houden.
Ons pa had me de avond voordien nog gebeld: dat ik wel nog tot in zijn straat geraakte, dat ze die ingang niet hadden afgesloten. De hele dorpskern – markt, alles rond de kerk, de omliggende straten – waren wel afgesloten: op de markt zelf stonden de dieren voor de keuring, maar daarrond stond ook nog vanalles. Jeroen stond als vanouds bij een wedstrijd waarbij je het gewicht van twee varkens moet proberen inschatten. Alexander en Marie-Julie gaven dan weer optredens met de fanfare, terwijl voor de rest het hele dorp op stelten stond. Mooie tradities ook: de ossenkar, de paardentram, de schapen, de neerhofdieren… Ik ging even met ons pa luisteren naar de fanfare, kocht tulpen tvv. Komop tegen Kanker, ging Jeroen even uitlachen, en toen reden we richting Wondelgem. Moest het stralend weer geweest zijn en we niet nog wilden supporteren voor Wolf, dan zou ik misschien nog wat langer gebleven zijn.
Een vreemdsoortig nostalgie, maar geen spijt. Oh nee.