Miezerige geocachetocht in Landegem

Ik had vandaag met Véronique en Léonore afgesproken om samen te gaan cachen, maar het weer was nu niet direct uitnodigend. En ook: ze waren hier pas na drieën, en als het al om vijf uur donker wordt, is dat nogal kort natuurlijk.

Soit, we twijfelden even, maar besloten toen dat we eigenlijk toch alle twee straatlopers zijn,  dat we niet smelten van een klein beetje nattigheid, en dat we even wilden uitwaaien. Kobe – de tamzak – bleef thuis, maar Wolf, Arwen, Léonore én Merel kropen op de achterbank (I know, I know) en we reden met zijn zessen naar Landegem om daar een aantal caches op te pikken met de auto. En dat was het ook: auto uit, even zoeken, noteren – zeer op elkaar afgestemd, dat ging zeer vlot – en weer de auto in, naar de volgende. We hebben een klein uurtje rondgesjeesd en daar eigenlijk ferm veel deugd van gehad. En kou blijkbaar ook, al had ik daar persoonlijk geen last van.

Maar thuis waren er warme chocomelks, en dat maakte blijkbaar ook veel goed. Het deed Vero en mij besluiten wat we eigenlijk al lang wisten: dat we meer samen moeten optrekken, want daar hebben allebei heel veel aan. Positieve vibes en zo. Alleen willen onze werkroosters dit jaar zo niet mee…

Frustratie…

Qua kas opfretten kan het de laatste dagen wel tellen, ja. Volgende week beginnen namelijk de examens, en ik wilde nog dingen afronden. Allez, meer bepaald: ik wilde mijn ongeziene teksten (aka versio aka vertaaloefeningen) zelf geven in vijf en zes. Die worden op voorhand gevraagd, omdat ik weet dat, als ik die op het examen zelf vraag, ze tegen dan al lang hun concentratie kwijt zijt.

Gisteren waren het die van de vijfdes, vandaag die van de zesdes. Nu, die dingen zijn zo opgesteld dat ze daar niet veel vragen kunnen bij hebben, maar toch, het is blijkbaar een pak geruststellender als hun eigen leerkracht aanwezig is. Of, dat mag ook, een andere collega Latijn. Helaas… Gisteren ging het écht nog niet, en vandaag… Tsja, ik had gehoopt van wel, maar driewerf helaas, langer dan een minuut of twee kan ik niet rechtstaan zonder te vergaan van de pijn, en zelfs misselijk te worden. Niet dus. Ook vandaag kregen mijn zesdes hun stukje examen van iemand anders, voorzag ik taken voor mijn eerstes (die toch geen examen Latijn hebben wegens  module, bij wie het dus niet zoveel kwaad kan) en voorzag ik ook taken voor mijn tweedes. Ik had gerekend op nog drie uur les en een herhalingsles bij die klas om nog een aantal dingen af te werken, maar ook hier: helaas. Blijkbaar was dat in twee richtingen, want ik kreeg in de namiddag een beleefd mailtje van een van de leerlingen vanuit de studie – uiteraard met toestemming van de toezichthoudende leerkracht – met een aantal vragen die nog net niet aan paniek grensden. Of zij dat bepaalde stuk dan ook moesten kennen, en of ik dat nog ging uitleggen, en wat ze nu moesten doen met die ene tekst die we wel gezien hebben maar nog niet verbeterd? Ik mailde hen een geruststellend antwoord terug dat we alles maandag nog wel gingen oplossen, en dat ik een paar dingen ging schrappen, geen probleem. Oef.

Maar man, mocht het ook maar enigszins gelukt zijn, ik had daar gestaan in die klas, echt waar.

Nu lag ik dus in de zetel, en had ik het ongelofelijke geluk van een goede vriendin te hebben die niet alleen op vrijdag maar tegen elven moet beginnen lesgeven, maar ook nog eens verzot is op ontbijt, en dus maar langs kwam met een doos vol koeken en een fijne, fijne babbel.

Intussen ben ik al zover dat ik wel een halfuurtje op mijn eigen goeie keukenstoelen kan zitten, en dus vrolijk mee kon kletsen en knabbelen. En daarna werd er natuurlijk verder gekletst in de zetel, boven respectievelijk een koffie en een thee.

Dit soort dingen, en nog steeds de mentale boost van vorig weekend, zorgen ervoor dat ik ondanks alles het kopje nog niet laat hangen. Want soms, soms is dat moeilijk met dat lijf van mij. Het is 47, en gedraagt zich als 85. Jippie…

Rondje Blauwbuik

In april was ik een namiddagje gaan cachen met Véronique en haar dochter. Dat was haar toen zo goed bevallen, dat we afgesproken hadden om dat wel eens meer te doen. Maar bon, ne mens moet tijd hebben en die moet dan nog samenvallen ook natuurlijk. Vandaag was gelukkig wél zo’n dag! Wolf zat uiteraard in het Zeepreventorium, en Léonore was op vakantie met haar papa, maar Véronique had wel haar dertienjarige plusdochter bij zich, en die zag dat cachen hélemaal zitten.

De vorige keer was het een Toertje Daknam geworden, nu gingen we vlakbij voor een Rondje Blauwbuik in Eksaarde. Ook hier waren de caches ongelofelijk mooi uitgewerkt, zoveel meer dan een potje achter een boom.

We wandelden dik drie uur, genoten ervan, snoepten nogal wat, en Véronique maakte foto’s.

Onderweg dronken we iets op het terras van een cafeetje dat eigenlijk gesloten was, maar waarvan de uitbaatster bezweek voor onze charmante glimlach.

Waren we moe? Jawel, maar het was meer dan de moeite waard.

Ampla House revisited

Eind februari was ik met Bart naar de officieuze opening gegaan van het Ampla House, de luxe coworking space aan de Coupure waar hij kleine aandeelhouder van is.

Ik had toen gezegd dat ik wel eens wilde terugkomen om er iets te eten, en Véronique was uitermate geïnteresseerd om foto’s te nemen. Dus ja, deze middag togen we gezellig samen in Ionesco (Bart elektrische auto met nummerplaat UBU, vandaar) richting Coupure.

De lunch was simpel maar echt wel lekker: een vegetarische pasta met courgettes en curry. En toen gingen we rondlopen, toonde ik Véronique het hele gebouw, nam ze tonnen foto’s, en was ze er weg van. Qua werkplek kan dit wel tellen, ja. Amai!

En ja, Véronique is ook wel een goede fotografe, ja.

Er was geen tijd meer voor verdere plannen, dus reden we naar huis, maar met alweer een mooie middag op ons conto.

Een Gentse zondag

Véronique had voorgesteld om vandaag eerst naar het MSK te gaan, en dan samen iets te eten. Wij zeiden geen nee, en zelfs Wolf zag dat zitten.

We voelden ons meteen weer old school Gentenaars, die eerst naar een (op zondagvoormiddag gratis) museum gaan en dan de stad intrekken. Iets over elf stonden we aan het Museum voor Schone Kunsten, wij met de auto, Bart met de fiets: zo kan hij makkelijker Pokémon vangen :-p

De tijdelijke tentoonstelling van Medardo Rosso sprak me niet zo aan, en de vaste collectie is ook niet zo direct mijn stijl, maar het grote werk in de inkomhal, met pseudo-Farsi zinnen, vond ik dan weer fantastisch, net zoals de Metafloristiek onder de koepel.

Daarna reden we naar de parking van de Ramen, want we hadden gereserveerd in de Brasserie onder de Stadshal. Dik in orde, zoals altijd.

Bart is daarna nog gaan kijken of er nog bootjes te huren vielen op de Coupure, maar alles was al lang weg. Wolf vond het trouwens welletjes voor zijn rug en wilde naar huis, maar Merel is nog meegegaan met Véronique en Léonore naar de Zebrastraat.

Een fijne zondagmiddag, jawel.

Rein Decoodt – Terug!

Als Véronique me belt met de vraag of ik mee ga naar theater/film/tentoonstelling, dan zeg ik zo goed als nooit nee, want ik weet dat het interessant zal zijn, en dat onze smaken gelijk lopen.

Om acht uur zaten we dus samen op de tribune van Bij’ de Vieze Gasten voor een monoloog die uitverkocht was, en ik begrijp prima waarom. Ik was ook wel stevig onder de indruk.

Zoals de website vermeldt: In 2009 trekt de jonge actrice Rein Decoodt door Mexico. Vanuit het niets wordt ze overvallen door endocarditis, een boosaardige bacterie die haar lichaam en geest teistert van kop tot teen. Na een lange strijd weet ze dat ze niet meer zal worden wie ze was. Zowel fysiek als psychisch is haar ‘zijn’ getekend door onzichtbare en zichtbare littekens.

En jawel, het is Rein zelf die het stuk brengt, die op een bepaald moment haar tekst even kwijt is, maar die dat zonder meer gewoon terug oppikt. Chapeau, als je weet dat geheugenproblemen maar een van de weinige problemen zijn waarmee ze sindsdien te kampen heeft.
Ze brengt het relaas van haar ziekte en de manier om ermee om te gaan, heel eenvoudig, bijna onderkoeld, en net dàt maakt de kracht uit van dit stuk. Je zou het heel melodramatisch kunnen brengen, tranentrekkerig, maar precies dat doet ze niet, waardoor je op een gegeven moment als publiek toch gewoon met tranen in de ogen zit.

Bewondering. Dat is uiteindelijk wat overblijft na deze voorstelling. Een mateloze bewondering voor een jonge actrice en hoe ze zich, na een onnozele bacterie en de verwoestende impact daarvan op haar lijf en geest, door het leven slaat. En warempel opnieuw op de planken staat, dat ook.

Ik weet niet wanneer Rein deze monoloog nog eens brengt, maar als u hem kan zien: gewoon doen. Echt.

(zwart-witbeeld van Fred Debrock)

Rolluikperikelen

’t Is niet alsof er hier in mijn eigen huis niet voldoende klusjes te doen zijn, daar niet van. Maar toen Véronique vroeg of er iemand haar kon helpen met haar gesneuvelde rolluiken, zei ik niet nee. Ze heeft een heel mooie living met drie grote ramen die uitkijken op de tuin. Het luik van het rechterraam was al maanden kapot, maar nu begon ook het middelste, met de tuindeur, te mankeren. Straks zat ze helemaal in het donker. Nu zijn gewone rolluiken – niet de elektrische versie – zowat de meest low-tech constructies die je je kan indenken, en wellicht al in meer dan 100 jaar niks veranderd. ’t Is gewoon een kwestie van weten wat je moet doen.

Na het middageten reed ik dus tot bij Véro, bekeken we de boel eens, reden naar de Brico om rolluiklint, nieuwe afdekplaatjes en opvulschuim, en ging ik aan het werk. Je moet daar dus echt mee twee voor zijn, gewoon om dingen vast te houden. Enfin, na een uurtje of twee was rolluik nr.1 helemaal gefikst, en stond nummer twee klaar voor herstel, want mijn rug vond één rolluik per keer meer dan welletjes.

Ik denk dat ik nu vooral een gelukkige Véro heb, die nu ook zelf weet hoe ze zo’n rolluikriem kan vervangen.

Nog eens een geocache introductie

Veronique had gisteren en vandaag een ganse dag opleiding Frenetonderwijs, en dus kwam dochter Léonore de hele middag bij ons. Alleen… Wolf had huiswerk, en Merel en Kobe waren naar de scouts. Het kind wist dus niet goed wat te doen, eigenlijk.
Het was prachtig weer, beetje koud, maar bon, en toen ik haar voorstelde om te gaan geocachen, zag ze dat meteen zitten. We reden in de richting van Ertvelde, en zagen een paar hele mooie plekjes en hele mooie caches.

Thuis heeft ze meteen een gratis account aangemaakt, en ik denk dat ze er wel mee vertrokken is, met dat geocachen. Zalige hobby, toch?