Beetje anders dan gepland

Welja, soms maak je plannen voor een dag en draait het net ietsje anders uit.

Vandaag ging ik normaal gezien op stap gaan met Véronique om te geocachen, en we hadden de plannen al bijgesteld: niet ergens in de blakke veld, maar wel naar Terneuzen voor een reeks labcaches, want het ging miezeren en af en toe een bui, zeiden ze. Maar eerst moest ik ons pa om één uur afzetten in het ziekenhuis voor nog een slokdarmdilatatie. Ik kon hem dan rond een uur of zes wel weer oppikken, het was een dagopname en hij is toch versuft van de verdoving. Om half twee kon ik dan Véro oppikken aan het station, of eigenlijk gewoon in de Kringwinkel in de Clementinalaan, want ik kon geen precies uur zeggen. Ik zou haar dan wel bellen.

Euhm.

In het ziekenhuis wisten ze me plots te melden dat het misschien wel onder de noemer dagopname viel, maar dat er geen bedden vrij waren en dat dat ook niet hoefde, en dat ik hem om half drie gewoon opnieuw mocht komen ophalen in de wachtkamer. Oi?

Ik had dan ook nog eens mijn telefoon niet bij, zodat ik op goed geluk naar de Clementinalaan reed en daar gelukkig wel Véro in de Kringwinkel trof. Intussen was het beginnen regenen, zodat we eigenlijk eerst gewoon naar huis gereden zijn om daar koffie, respectievelijk thee te drinken en tegen half drie pa weer op te halen. Ze ging dan ook wel mee hem terug afzetten in Lovenbos. Intussen was het overigens af en toe aan het gieten, zodat zij in haar lichte zomerjurkje, met sandalen en zonnehoed – zonder regenvest – ook niet ideaal gekleed was om alsnog te cachen.

We pikten er wel eentje op onder de baan, daar in Lovendegem, en ik was blij dat ik voor elk een regenjas had meegenomen, want we waren goed nat, ja. Maar er zijn daar twee kringwinkels op de Grote Baan – Véro maakt er een punt van zo goed als nooit nieuwe kleren te kopen, alleen tweedehands – en daar gingen we uitgebreid snuisteren. Zij vond twee knappe jurken en een broek, ik vond warempel een olijfgroene jumpsuit die me wonderwel staat, een ketting van amper twee euro en zelfs een witte mannenhoed voor de volle 1.30 euro.

En intussen regende het vrolijk verder… We reden naar huis, kletsten daar nog wat, Bart maakte zijn fantastische pasta met tomatensaus en ik voerde haar tegen zeven uur naar haar volgende afspraak. Maar eerst had ze haar zomerjurkje gewisseld voor een van de net gekochte exemplaren, want jawel, zo warm was het nu ook weer niet meer.

En heb ik al gezegd dat het regende?

Geocachen in Gavere: meer hondjes

Die fameuze hondjesgeocacheronde in Gavere, daar is werk aan. Zowel vanwege de legger – ze zijn stuk voor stuk knap gemaakt, er is echt veel werk in gestoken – als voor de cachers, want het zijn er meer dan 70. Ik ben er ook al een tijdje mee bezig: twee jaar geleden met Véronique, vorig jaar op mijn eentje, vandaag opnieuw. Het is niet altijd evident om een dag te vinden dat we allebei vrij zijn én dat het goed weer is.

Maar bon, vandaag lukte het en iets over twee stonden we allebei aan de Spar in Gavere en gingen we ietsje verder parkeren. Dat bleek nog niet voldoende, voor een van de buurtbewoners: die kwam naar buiten en wees ons fijntjes op de parking een zijstraatje verder. Wisten wij veel…

Enfin, het werd een mooie fietstocht met eerst twee vruchteloze pogingen, dan 14 vondsten om dan te eindigen opnieuw met twee zoekpartijen die op niks uitliepen. Tsja.

Tussendoor was er thee, of nee, toch niet: in gans Asper is er geen enkele bank. Toen we aan de kerk passeerden, zagen we plots enkele bistrotafeltjes staan. We hielden halt, klopten aan, riepen aan het hek van Quitapena, maar enkel een hond kwam even kijken, ondanks het feit dat er een bord “OPEN” stond. We hadden ons net geïnstalleerd en thee uitgegoten, toen er alsnog een dame kwam piepen. We hebben de thee dan terug in de thermos gegoten en zijn binnen in de fijne tuin een ijsthee gaan drinken.

De verfrissing deed deugd, want het was eigenlijk echt wel warm, en het was uiteindelijk ook na zessen toen we terug aan de auto stonden, en zeker tegen dat de fietsen opnieuw opgeladen waren.

En toen, toen was er alsnog thee. Nog steeds gloeiend heet, we hebben er gewoon koud water bij moeten kappen om het afgekoeld te krijgen, want eigenlijk had Véro tegen zes uur thuis willen zijn.

Ach ja, het is vakantie…

Dagje Ronse

Bart en ik moesten om 11.00 uur in Ronse zijn voor de akte van ons nieuwe appartement. Daarna moest Bart nog naar Zaventem, zodat we met twee auto’s gereden zijn en ik daarna rustig in Ronse kon blijven. Ha ja, want een vijftal huizen voorbij de notaris woont Véronique, en er waren nog niet-gevonden caches hier in Ronse.

Bart en ik gingen eerst nog iets eten, niks speciaals maar altijd goed.

En toen trotseerden we de warmte en vonden we – eindelijk, bij een vierde poging – de cache aan de MUST (het textielmuseum) en enkele in de buurt van het station.

Intussen was er een telefoontje gekomen van het ziekenhuis dat ons pa nog te duizelig en te onvast op zijn benen was om vandaag al naar huis te gaan, waardoor mijn namiddag plots open kwam. En meteen gingen we samen op stap langs het Mijnwerkerspad, gewapend met een grote zak en een snoeischaar, om vlierbloesem te gaan plukken. Daar komt geen gemotoriseerd vervoer, dat zit dus wel snor.

We hadden een stevige zak bloesem en een fijne wandeling. En ook wel dorst, dat ook.

Tegen zes uur stond ik bij ons pa in het ziekenhuis en ik zag dat het goed was dat hij nog even kon blijven: hij stelt het goed, ziet er goed uit, maar was opgelucht dat hij nog niet naar huis moest: hij valt bij momenten gewoon omver, hadden de twee ergotherapeuten in de voormiddag vastgesteld.

Wordt vervolgd.

Geocachen op de fiets in Maarkedal

Geen vakantie zonder minstens één dagje geocachen met Véronique, toch?

Deze keer spraken we af om een kapelletjesroute te doen in Maarkedal, vlakbij Ronse dus, en de thuisbasis van mijn liefste. De jongens laadden mijn fiets op de drager en ik reed, eigenlijk al op het laatste, naar Ronse om er Véro met fiets op te pikken.

Iets later stonden we aan ons eerste kapelletje voor een zeer fijne route langs 18 caches, enkele kapelletjes en een joekel van een huis dat prachtig in het glooiende landschap opging.

We aten koekjes, dronken thee, kletsten en fietsten. En zochten ongelofelijk lang op enkele caches die we toch niet vonden. En keerden zelfs terug om na een hint nog verder te zoeken, maar helaas.

Het was na achten tegen dat ik thuis was, maar wat een heerlijke, rustige, stille, ontspannen dag!

Dagje Doornik

Het ging de beste dag van de week worden, zeiden ze, het werd de meest grijze en grauwe, met heel af en toe een paar druppels.

Véronique en ik lieten het niet aan ons hart komen: ik pikte haar op rond kwart over elf – ik passeer létterlijk aan haar deur, en ze ging zelf rijden, of wa? – en een half uur later stonden we in een grijs, maar wel mooi Doornik. Ik kende het nog van de rugbymatchen, maar nu hebben we de meest bizarre plekjes bezocht en de raarste straatjes doorwandeld. Zoals Véro zegt: ze moet een stad eigenlijk drie keer bezoeken: een keer met haar gezin, een keer met haar ma en een keer met mij, en het is elke keer compleet anders. Geocachen doet je natuurlijk wel plekjes ontdekken…

Tegen zes uur ’s avonds zijn we afgeklokt op 7 fysieke caches en maar liefst 23 labcaches, voor een totaal van 30 caches, jawel. We hebben ook besloten dat we nog eens terugkomen met de fietsen als het beter weer is: dan kunnen we nog meer zien en de caches in de buitenwijken doen.

En het moet natuurlijk lukken: het café waar we op goed geluk binnenwaaiden om een koffie te drinken, bleek een spelletjescafé te zijn. Ik voelde me meteen thuis!

Véronique stuurde me ook een hele reeks foto’s door, en ik mag er hier ook enkele van publiceren. Geniet maar mee!

Geocachetoerist in Kortrijk. Met Véro natuurlijk.

Dat het al de hele week, en eigenlijk ook zowat de hele vorige week aan het regenen is, dat moet ik u niet vertellen. Gisteren in het containerpark ben ik zeiknat geregend.

Maar voor vandaag gaven ze droog en zelfs zonnig weer, en dus had ik met Véronique afgesproken om elf uur in Kortrijk. Ha ja, we wilden geocachen, maar ergens in ‘de blakke veld’ kun je nogal snel verkleumen en heb je geen schuilmogelijkheden. De stad werd het dus, en Kortrijk is voor beiden rond het half uur rijden. Ik ken Kortrijk trouwens aan geen kanten.

We spraken af op een parkingetje iets buiten ’t stad en reden dan samen de Budaparking binnen, waar we meteen konden starten met een korte multi. Er liggen twee reeksen van 5 labcachen + bonus en 6 korte multi’s met een bonusmulti, stof genoeg dus voor een hele middag.

We genoten van de zon, liepen ettelijke kilometers, regelmatig ook hetzelfde traject, en namen allebei behoorlijk wat foto’s. We zagen natuurlijk de Broeltorens, maar liepen ook een kerk binnen waar achteraan aan het plafond verschillende gulden sporen ophangen. Dat zouden we nooit geweten hebben zonder geocaching.

We moesten ons nog reppen om iets te eten te vinden, want om half twee gaan blijkbaar de meeste keukens toe. Maar bon, we waaiden nog op het nippertje binnen bij een uitstekende Italiaan en namen er de dagschotel. Dik in orde. Aansluitend gingen we het begijnhof verkennen en de caches daar opzoeken.

We doolden verder door de straten, zagen het Belfort, liepen tot aan het station en keerden op onze stappen terug, kriskras door Kortrijk heen. We vonden er trouwens ook – op aanraden van een jongmens dat ons CST moest scannen – de max van een schoenwinkel die felgekleurde schoenen op maat maakt. Daar ga ik volgende winter terug, zeker weten.

Tegen half zes was het behoorlijk donker geworden en dronken we nog een koffie in het Buda centrum, we waren blij dat we even konden zitten.

Omdat we nog wel eventjes tijd hadden en Véro’s gsm dringend moest opladen, reden we nog even tot aan de Groeninghepoort om daar nog een laatste paar caches te vinden. Toen was het welletjes voor Véronique, zodat ik haar terugbracht naar haar auto. Maar bij mij kriebelde het nog: er waren nog drie bonussen te vinden, en dat op ocharme een kilometer. Met de auto is dat een fluitje van een cent, zodat ik alsnog in het donker de drie bonussen ging oppikken.

Al bij al was het een zeer aangename, goed gevulde namiddag in bijzonder fijn gezelschap. Ik bedoel maar: twee dames van begin de vijftig die een volledige winkelstraat doorlopen om aan het begin en het einde de camera’s te tellen, zonder ook maar één etalage een blik waardig te keuren: dàt is de reden dat ik zo ongelofelijk graag de straten afdweil met Véronique.

Ik was stikkapot toen ik tegen kwart na acht thuis was, maar man, wat een héérlijke dag!