Gisteren op de quiz was ik Esther tegengekomen, een oud-leerlinge van het eerste uur – ze wordt dit jaar ook al 40 – die klassieke gestudeerd heeft en met wie ik nog steeds zeer goed overeen kom. Het was lang geleden dat we elkaar gezien hadden, en dus spraken we deze middag af voor lunch.
Ik was al vrolijk onderweg toen mijn telefoon ging: de school. Dat Kobe zich bezeerd had aan zijn nek, en of ik hem niet kon komen ophalen. Ik zuchtte diep, en dacht dat het wel zou meevallen. Waarop het secretariaat Kobe zelf doorgaf aan de telefoon, en hij prompt begon te huilen. Hij had LO gehad, en op de bus in het terugkomen had hij zijn box aangezet en waren ze beginnen dansen, en toen was er iets in zijn nek geschoten en nu deed het allemaal vreselijk veel zeer.
Ik hoorde aan zijn huilende stemmetje dat het hem menens was, en dus belde ik Ester af, reed naar school, pikte een huilende Kobe op, en reed met hem naar de Spoed. Na het débâcle met Wolf vorig jaar neem ik liever geen risico’s meer. Daar kreeg hij snel wat pijnstilling van de verpleging, en na twee uur kwam een dokter vaststellen dat gewoon alle spieren in zijn nek verkrampt waren, maar dat het niks ernstigers was dan dat. Ik vermoed dat ze me een overbezorgde helicoptermoeder vinden, maar zoals gezegd, na Wolf ben ik echt wel voorzichtiger geworden.
Kobe kreeg extra pijnstilling en de raad alle spieren heel erg warm te houden. Dat betekende dus een sjaal en kersenpitjes, en geen school meer die dag. Maar morgen mag hij wel terug gewoon naar school, alleen even geen turnles meer.
Tsja.
Bezigheidstherapie, noemen ze zoiets.