Gevecht
Het is lang geleden dat ik nog eens de adrenaline op zo’n manier in mijn lijf voelde.
Daarstraks, toen de laatste bel ging om half vier en mijn leerlingen al buiten waren, hoorde ik geroep en gescheld in de gang. Ik stak mijn hoofd buiten, zag dat de leerlingen nog maar eens de nooddeur gebruikten, en liep naar die deur, net op tijd om te zien hoe twee jongens een derde letterlijk tegen de muur plakten, en een van hen uithaalde om er stevig op te slaan. Ik ben er tussen gesprongen, en heb de partijen (die allemaal groter waren dan ik, en eentje dubbel zo breed als ik) uit elkaar gehaald. Daarna heb ik op hen proberen inpraten, en de ene nog twee keer fysiek moeten tegenhouden om de derde geen mep te verkopen. Uiteindelijk heb ik het “slachtoffer” weggestuurd en de anderen nog tien minuten bij mij gehouden, al pratend, om zeker te zijn dat het achteraf op straat niet opnieuw tot een confrontatie zou komen.
Beide heren waren tegen mij zeer beleefd en vooral ook zelfverzekerd: ja, ze zouden er nog op slaan, en ja, het was hen waard om desnoods van school gestuurd te worden. Zucht. En nee, op mij zouden ze nooit geslagen hebben, ze hadden er respect voor dat ik ertussen gekomen was.
Maar ik was er wel niet goed van, en had zelf zin om ergens op te slaan om de adrenaline kwijt te geraken. Want nee, je springt niet zomaar tussen drie hormonaal opgefokte, door het lint gaande tieners die groter zijn dan jij. Poeh.
Vechtersbaas
Toen Wolf vorige week donderdag thuis kwam na school, kwam hij met een nogal bedremmelde blik naar me toe. Hij had blijkbaar gevochten op school, en zijn T-shirt was kapot.
Mijn wenkbrauwen schoten de hoogte in. Wablieft??
Hij kon het uitleggen, zei hij. Er is een jongen op school die eigenlijk al langer een pestkop is, en die daarom ook wel in de gaten gehouden wordt. Die dag was hij in de clinch gegaan met een paar vrienden van Wolf, was hen aan het uitschelden en blijkbaar zelfs aan het schoppen. Andere jongens waren Wolf komen halen omdat die blijkbaar een van de weinigen is die kan praten met de jongen in kwestie. Wolf ging er dus fysiek tussen staan en zei hem dat hij zijn vrienden met rust moest laten. Daarop greep de knul Wolf vast aan zijn T-shirt, begon te trekken en te sleuren, te slaan, en te roepen. Wolf heeft gewoon afgeweerd, is zelf niet fysiek geworden, maar is wel – zowel volgens hemzelf als volgens de vriendjes – ongelofelijk kwaad geworden, is beginnen roepen en tieren, hem beginnen toeroepen dat het nu eens moest gedaan zijn, wie hij wel dacht dat hij was, dat hij een pestkop was en dat hij met zijn poten van zijn vrienden moest afblijven, en nog wel een paar van die dingen. Op dat moment zijn de leraars tussengekomen en hebben ze hen uit elkaar gehaald. Helaas heeft Wolfs T-shirt het dus niet gered, en zag ook een van de vingers van zijn rechterhand behoorlijk blauw.
Blijkbaar heeft het wel indruk gemaakt, want amper een kwartiertje later had ik al bericht van twee mama’s van zijn beste vrienden: dat ze Wolf nog nooit zo boos gezien hadden, en of alles oké was, en dat de kinderen behoorlijk onder de indruk waren.
Mja.
Stiekem ben ik wel trots op hem: hij is niet zomaar beginnen vechten, is zelf ook niet beginnen slaan – wat ikzelf gegarandeerd wél had gedaan – maar is opgekomen voor zijn vrienden en wilde hen verdedigen.
Wolf een vechtersbaas. Wie had dàt ooit gedacht? Ikzelf in elk geval niet…