Dit was de vakantie van 2023

Vaak heb ik op het einde van de grote vakantie het gevoel dat ik niks gedaan heb en dat die vakantie voorbij is gevlogen. Nu, dat vliegen, ja, dat was ook deze keer het geval, en dat gevoel dat ik niks zinnigs gedaan heb, eigenlijk ook. Maar deze keer weet ik waaraan dat ligt: het rotweer. Ik wilde enkele uitstapjes maken, bijvoorbeeld naar Rijsel, of meer gaan geocachen, maar in de regen is daar weinig lol aan. Wel heb ik zowat elke goeie dag echt wel gebruikt om iets te doen. En mijn cursussen hebben niet geleden onder het regenweer…

Als ik even oplijst wat ik zoal gedaan heb, blijkt dat toch nog een en ander te zijn, ondanks het weer.

Dus ja, ondanks het mindere weer en de kapotte voet toch een goed gevulde vakantie met eigenlijk best veel volk, al heb ik lang niet iedereen gezien die ik wilde.

Maar ik kijk er met een fijn gevoel op terug, en dat is heel veel waard. Op naar het volgende schooljaar!

Berlijn, dag vier

Opnieuw ontbeten we gewoon op ons appartement en fietsten dan op het gemak naar het Museuminsel, want daar hadden we in het Neue Museum een tijdsslot om 11.00 uur gereserveerd. We gingen vlotjes binnen, dronken eerst een koffietje en gingen dan rondlopen, eerst in het Trojaanse gedeelte, daarna bij de oude Grieken en dan bij de Romeinen. Ik kon mijn hartje ophalen ^^ Er was daar ook overigens een afdeling over Berlijn zelf, van steentijdperk tot ongeveer nu.

Toen reden we, op aanraden van iemand, wat verderop naar een Japans/Aziatisch restaurant met een zeer fijne binnentuin. We hadden niet gereserveerd, maar gelukkig hebben ze behoorlijk wat tafels, zodat we niet echt hoefden te wachten.

Toen ging het terug naar het Museuminsel, naar het Alte Museum, met dagticket zonder uurslot. Man man man… Bart is me daar een tijdje kwijt geweest, want vooral bij de Grieken – ik ben momenteel de cursus Grieks aan het uitwerken – kreeg ik er maar niet genoeg van. Ze hadden twee thematische opstellingen, namelijk Sport in Hellas en de Griekse helden, en laat dat nu net de twee thema’s zijn die ik in dat tweede jaar ga behandelen! Soit, ik geef hier een paar van de foto’s mee, zoals de piesende hetaere, de man die zijn ezel neukt en de kotsende tafelgast, maar ook een prachtige quadriga en eentje die bij een race spectaculair op zijn muil gaat. De rest hou ik wel voor de cursus.

Toen was het voor Bart welletjes, die ging even rustig gaan wezen op onze kamer, terwijl ik nog wat ADHD-energie overhad en dus nog wat labcaches ging doen. Als iemand kan uitleggen wat dat gordeldier op dat standbeeld doet: graag.

Bon, netjes gedoucht, opgefrist en opgetoeterd ging het opnieuw de fiets op richting Rutz, een driesterrenrestaurant dat al 23 jaar bestaat. Het duurste dat we ooit al gegeten hebben, dat geef ik toe, maar ook het allerbeste. Bij een van de gerechten kreeg ik tranen in mijn ogen en dat zegt veel. En ja, het zag er ook allemaal even prachtig uit. Ze letten enorm op de details, ik kreeg zelfs mijn eigen menukaart: zoek het verschilletje.

Na een kort fietstochtje ploften we neer op ons bed: alweer een bijzonder gevulde dag. Maar man, zo fijn…

Berlijn, dag drie

Ontbijten deden we deze keer ook gewoon op de kamer: Bart had muesli mee voor mij. Wel gingen we daarna een koffietje drinken in de Hackeshe Höfe, blijkbaar een voormalig Jodenghetto dat nu prachtig is ingericht en een echte toeristenval is. We vonden zowaar ook het lokale graffitistraatje.

De tocht ging verder, langs het oude postgebouw naar de Nieuwe Synagoge. De oude synagoge moet bijzonder imposant zijn geweest, kathedraalachtig, maar helaas, ze is een beetje platgebombardeerd. Het is dan ook eerder een museum nu, maar wel eentje met permanente politiebewaking en metaaldetectorpoortjes. Tsja.

Een kijkje en een cache in een volgend hofje later reden we verder, voorbij de Reichstag – waarvan een bezoek aan de koepel blijkbaar al een maand op voorhand was uitverkocht – naar de Brandenburger Tor, waar we in een zijhofje een echte Duitse maaltijd verorberden: Flammkuche en nog wat.

Alras fietsten we verder, dwars door Tiergarten, naar de Victory Column, en dan verder door de stad, langs het water, tot aan de Potsdamer Platz. Daar zagen we overigens ook een fraai ingepakte wachttoren…

Verder ging het, met een omwegje langs de 2711 zuilen van het Joodse monument en Checkpoint Charlie, naar de Berliner Galerie, een museum voor hedendaagse kunst. Rare dingen gezien, zoals altijd, maar ook echt mooie.

Toen was het voor ons allebei welletjes en fietsten we terug naar huis, netjes tegen half zes, zoals gepland. Ha ja, want een tukje, een douche en een fietstochtje van een klein halfuurtje later zaten we bij Coda, een tweesterrenrestaurant met alleen maar desserts.

Ja, ik was even nieuwsgierig als u die dit nu leest. Ik wist ook niet wat te verwachten, maar het is vooral de vorm en textuur die dessertig is, de smaak niet noodzakelijk, al overheerste het zoete wel. En ja, biowater bestaat, blijkbaar.

Na afloop konden we zeggen dat het bijzonder lekker was, met verrassende combinaties en smaken, maar we misten toch wel wat beet: alles was een crème, een mousse, een taartje, een gevulde wafel, zoals de bedoeling was, maar je kon niet echt ergens je tanden in zetten. We misten zowaar een goeie steak of zoiets. Qua smaken was het wel knal erop, en dat mag ook niet verwonderen, want je krijgt niet zomaar twee sterren natuurlijk.

Enfin, een goeie fietstocht later waren we terug thuis, en behoorlijk moe na zo een dag.

Berlijn, dag twee

We stonden op het gemakje op, gingen ontbijten wat verderop in de straat, en gingen toen elektrische fietsen huren. De verhuurder die ons was aangeraden, doet helaas geen elektrische meer, en de andere waren behoorlijk wat verderop, en vroegen 38 euro per dag. Bart heeft het dan compleet anders aangepakt: bij Swapfiets kan je voor 39 euro een abonnement aangaan, en voor iets van een 56 euro per maand heb je dan een elektrische fiets. Nog steeds meer dan 100 euro, maar toch een pak goedkoper dan wanneer je losse fietsen huurt. En het abonnement heeft hij meteen ook weer opgezegd, zodat er geen problemen waren.

Meteen trokken we op weg, fietsten langs een reeks labcaches rond street art doorheen de wijk Kreuzberg, verzeilden op den bots in de hippe straat Bergmanstraße  en aten daar een bijzonder lekkere burger in een markthalle – blijkbaar ook zeer hip. Een aanrader: een burger met een dikke plak van die stevige kaas én een dikke schijf gegrilde watermeloen. Lijkt vreemd, is bijzonder lekker.

Jammer genoeg was het weer niet ideaal: we hadden wel perfect in de zon kunnen lunchen op een terrasje, maar daarna begon het behoorlijk te betrekken, en op Tempelhof – het vliegveld dat de luchtbrug vormde tijdens de periode van Oost- en West-Berlijn – moesten we zelfs even onze regenjassen aantrekken. Maar het vliegveld op zich is wel mega imposant: een grote open vlakte waarop mensen fietsen, rolschaatsen, vliegeren, maar waar er ook een Oekraïens vluchtelingenkamp is gevestigd. Ik vond er trouwens een bijzonder fijne cache in een lichtbak van het vliegveld. Het is zo vreemd om te lopen waar al die mensen hebben gelopen en de geschiedenis gewoon te voelen.

Onder de baan zocht ik samen met twee Duitse cachers een cache die blijkbaar aan het hek van een politiegebouw was verstopt, en jawel, een combi kwam vragen wat we aan het doen waren. Bart lag strijk.

En toen reden we verder, terug richting Mitte, min of meer rechtdoor want het was welletjes geweest. Mooie zichten, trouwens.

We waren allebei behoorlijk moe, zodat we gewoon naar de Kaufland gingen, brood, beleg en melk en zo kochten, en gewoon boterhammen aten op onze kamer. Oh, en naar een zalige tearjerker keken voordat we compleet in slaap vielen.

Drukke dag, voorwaar.

Berlijn, dag één

Het voordeel van zo’n slaaptrein is dat je nog een hele dag voor je hebt. Het nadeel van zo’n slaaptrein is dat je toch niet uitgerust bent, dat je nog een hele dag voor je hebt, en dat het pokkevroeg is.

Om zes uur maakte de treinbegeleider de hele trein wakker, we kregen een ontbijtje, en kwart voor zeven stonden we in Berlin Hauptbahnhof, jawel.

Compleet groggy namen we een taxi naar het hotel, alwaar de receptie pas openging om 7.00 uur en we dus nog eventjes moesten wachten. We mochten er sowieso onze bagage achterlaten, maar hoopten natuurlijk dat onze kamer al klaar ging zijn. En jawel, we hadden ongelofelijk veel geluk: we mochten meteen naar boven. En daar bleek onze kamer een suite te zijn: twee aparte kamers zonder tussendeur: aan de ene kant een zithoek met een keukenwand, aan de andere kant een groot bed met een badkamerwand en daarachter de douche, en een apart toilet en aparte dressing, en zelfs een balkonnetje. Dik, meer dan dik in orde!

Bart installeerde zich in de zetel, ik was zo moe dat ik prompt in slaap viel voor een meer dan stevige tuk. Enfin, om half elf gingen we de deur uit, naar de overkant, voor een ontbijtje. Ha ja, dat kan niet in het hotel omdat ze de ontbijtzaal net aan het verbouwen zijn. Ontbijt was goed, de oude kassa die hij er staan had, was nog veel beter.

En toen gingen we voor een eerste initiële verkenning van de stad. Ons hotel ligt op een steenworp van de Alexanderplatz, en dus wandelden we tot aan de Fernsehturm, wat verder langs de Mariënkirche, en zo vlotjes voorbij enkele caches richting Museuminsel.

Daar begon het er niet alleen bijzonder dreigend uit te zien, het begon ook eventjes stevig te regenen, zodat we aan de Berliner Dom gingen schuilen. Binnengaan hoefde voor ons niet, het is niet alsof we nog geen kerken gezien hebben. Eten deden we dan weer aan het Humbolt Forum: simpele Duitse dinges.

We wandelden het Museuminsel verder af, staken over en kwamen via een heel hippe buurt – allemaal merkenwinkels voor jonge gasten – terug richting ons kamer. Dat was eigenlijk geen beetje te vroeg, want opnieuw begon het heftig te regenen. Wij zaten gelukkig binnen, ideaal voor nog maar eens een tukje.

Gelukkig klaarde het daarna op, zodat we ongestoord tot aan de Fernsehturm konden wandelen, de lift naar het restaurant op meer dan 200 meter nemen, en daar genieten van een matige maaltijd met een prachtig, roterend uitzicht.

En toen – het was nog maar amper half tien – wandelden we over de Alexanderplatz zelf, voorbij het Weltzeituhr, terug naar het hotel. Alwaar het bed echt fantastisch bleek. Serieus.

(Boven op de meer close-up foto vanop de toren zie je ons hotel, dat ietwat inspringende witte gebouw, en het putdeksel hierboven bevat wel degelijk een geocache, als je goed kijkt…)

 

Ontbijt – of noem het gerust brunch – in Cocotine

Merel en ik hebben afgesproken dat we elke vakantie gaan ontbijten. Ze vindt dat zalig om te doen, en het is ook wel een fijn momentje voor ons twee.

Ik vroeg even rond op Facebook voor fijne adresjes, kreeg tal van suggesties, en ging voor iets dat hier in de buurt lag – een vreemde locatie, maar bon – en dat er bijzonder rozig uitzag. Rozig uit te spreken op zijn Frans, welteverstaan.

En jawel, Cocotine stelde niet teleur: een heel licht en gezellig interieur, met veel blank hout – Ikea was duidelijk aanwezig – en oudroze, muntgroen en pastelblauw. Waar ik me wel blauw – en niet de pastelvorm – aan ergerde, was dat de menu enkel online te vinden was (wat me op zich niet zo erg stoorde) maar uitsluitend in het Engels. Merel kan nu wel goed Engels, maar wat moet een mens zich in hemelsnaam voorstellen bij een “beauty bowl”? Een schoonheidskommetje? Alsof overigens de meeste mensen het verschil kennen in het Engels tussen een strawberry, een raspberry, een blueberry of een elderberry. Ik hoorde dan ook een tante tegen haar nichtje vertalen en zeggen dat ze het ook niet wist. En dit voor een fijn plekje in de Gentse Meulestee, waar het uiteraard stikt van de Engelstalige mensen en de toeristen…

Maar bon, de ergernis was snel vergeten toen het ontbijt ook effectief op tafel verscheen. Ik was gegaan voor een ‘beauty bowl’, ’t is te zeggen een grote kom met yoghurt, granola en stapels vers fruit van alle mogelijke soorten. Bijzonder lekker, bijzonder instagramwaardig en daarom ook voorzien van een kartonnen kaartje voor ’the gram’. Merel had datzelfde genomen, maar ook nog pancakes besteld. Ik had daar toen al mijn twijfels bij, maar bon.

Oh, en de koffie? Voorzien van goudfoliesnippers op het melkschuim, en een bloemetje: zowaar de mooiste koffie die ik al ooit gehad heb.

En toen hadden we eigenlijk feitelijk allebei al meer dan genoeg, en kwamen de sojapancakes – een gewone versie is er blijkbaar niet – nog op tafel: twee grote exemplaren die we met moeite opkregen en die op zich al voldoende zijn als ontbijt.

Niet meteen de Amerikaanse fluffy pancakes maar iets brodiger en ook echt wel lekker. En eigenlijk dus ook veel te veel.

Ik heb ’s middags niet meer gegeten, Merel heeft de overschot van haar beauty bowl meegekregen in een potje en heeft dat opgegeten als middagmaal. Dat zegt genoeg over de porties.

Voor de goedkoop moet ge het niet doen, maar als ge er een middagmaal mee uitspaart, is het zeker zijn prijs waard. En ja, het is superverzorgd, in een heel mooi kader, met aandacht voor het visuele.

Nu nog een deftige Nederlandse vertaling van hun menu, en ik ben helemaal tevreden. En ja, we komen nog wel terug.