Vaststellingen over Kopenhagen

  • Een ongelofelijk propere stad. Maar echt. Niet alleen het toeristische centrum, ook de parken en de buitenwijken die we gezien hebben. Of zoals Bart zei: “Zelfs hun bouwvallen zijn proper”. Er is iets van, ja.
  • Alles met kaart. Maar dan ook alles, tot en met een ijsje. Wij hebben geen Deense kroon in onze handen gehad, ik zou niet weten hoe ze eruit zien. Ongelofelijk gemakkelijk, eigenlijk feitelijk. Ook het vliegtuig en dergelijke was allemaal met smartphone, geen papier.
  • Iedereen spreekt er Engels, en goed ook. Wel zo gemakkelijk natuurlijk. Want ik had verwacht om toch iets te verstaan van dat Deens, maar dat valt lelijk tegen.
  • 44 geocaches gedaan in het centrum, en het zijn ze nog niet allemaal. Op die manier hebben we wel de stad op een andere manier gezien.
  • Fietsen. Ja, er zijn er veel, maar minder dan verwacht. Maar de infrastructuur is zalig: grote brede fietspaden, vaak met voorsorteerstroken zelfs, en eigen verkeerslichten. Nog zoiets: eerst het voetpad, dan het fietspad, dan pas de parkeerstroken – als die er al zijn – en dan de rijbaan. Veel minder risico op stationeren op het fietspad dus. En een fiets huren is dus echt wel een aanrader. Een elektrische fiets nog veel meer, want Kopenhagen heeft een klein centrum, maar daarnaast is er nog echt veel te zien.
  • Water. Veel meer water dan gedacht, eigenlijk. Heel erg mooi ook, dat bewijzen de foto’s wel.
  • Zonder geluid, maar wel gewoon in Christiania, op vijf minuten van het centrum.
  • Kerkhoven zijn er prachtig: meer park dan wat anders. Enfin, toch wat ik gezien heb. Er zijn trouwens ook echt veel parken, veel groen.
  • Het is een dure stad, maar dat wisten we op voorhand. 5 euro voor een ijsje, 5 euro voor een latte, enzoverder. Tsja…
  • Denen zijn zonnekloppers. Overal staan er van die strandstoelen, en zitten de mensen buiten. En ’s avonds zijn er dekentjes en terraswarmers voorzien, zodat iedereen buiten kan blijven.
  • Er wordt zeer weinig gerookt, enfin, toch voor zover wij gezien hebben. De meeste terrassen zijn ook rookvrij, en dat is wel aangenaam, ja.

Ja, ’t was een fijn reisje. Malmö, daar zijn we gewoon niet geraakt, geen tijd voor.

Vakantie, en dus vriendjes

Merel had het me superlief gevraagd: of Lieze alsjeblief alsjeblief eens mocht komen spelen? Ik stuurde dus een berichtje naar Els, en blijkbaar was de dinsdag ideaal: ze kwamen de maandag thuis van reis, en ’s avonds moesten de kinderen naar oma. Dit ene dagje was vrij, en Lieze zag het ongelofelijk goed zitten. Ik heb dan maar meteen grote zus Kaat ook gevraagd: die is even oud als Kobe, en was in de kleuterschool een van zijn beste vriendinnetjes. Intussen hebben ze elk voornamelijk andere vriendjes, maar ’t is niet alsof ze niet meer overeen komen.

Wolf muisde er intussen vanonder richting zijn lief. Enfin, ik heb hem gebracht, na eerst naar de fysicotherapeut te zijn gegaan met hem. Zijn rug wordt precies alleen nog maar erger, maar we moesten een maand wachten op deze afspraak. En ik kan niet zeggen dat de dokter in kwestie een sympathieke indruk heeft gemaakt: het was precies tegen zijn goesting, en ook nogal neerbuigend. Wat weten wij, onnozele wormen, nu ook over een menselijk lichaam, hm? Enfin, ’t was vrij simpel: foto’s van zowel rug als hand, want ook die pols blijft vooralsnog een probleem. En dan binnen twee weken terugkomen, want eerder kon niet. Hmpff. Nog een chance dat we wel meteen mochten aanschuiven bij Radiologie, daar was het niet druk.

Tegen kwart over tien waren we dus in Lovendegem, waar Wolf met open armen werd ontvangen. Eigenlijk heeft hij geluk dat Arwens ouders allebei collega’s zijn van mij, en dat ik hen dus vrij goed ken, want anders zou hij dit van mij wellicht nog niet mogen.

Lieze en Kaat kwamen toe rond half twee, en meteen verdwenen ze naar boven. Ik heb er totaal geen last van gehad, integendeel, ik kon perfect werken voor school. Ik weet niet wat ze allemaal gespeeld hebben, maar er was iets met deftige dames en prinsessen, en chique kleren en zo.

En toen Els hen kwam ophalen, hebben ze een circusshow gespeeld. Kaat was de presentator, Kobe eerst een mimespeler, dan kwamen de kleintjes met een dansje, en dan deed Kobe wat goocheltruukjes samen met Kaat. Eigenlijk wel wijs, ja.

Zalig toch, vakantie?

Vakantie

Vakantie. Eindelijk.

Ik was er echt aan toe, het is de laatste weken vreselijk druk geweest. En voor iemand durft piepen over de vele vakantie: ik neem gewoon mijn overuren op, serieus.

Enfin, Wolf is deze morgen voor vijf dagen vertrokken naar Center Parcs met Quinten en diens ouders en grootouders, dus hebben Kobe, Merel en ik het rijk voor ons alleen. En vandaag hebben we dan ook niks gedaan.

Of toch: ik ben met ons pa naar de neurologe geweest, omdat het de laatste tijd echt niet goed met hem gaat, sinds de verandering van medicatie na zijn manische episode. En daar ben ik wel een paar dingen te weten gekomen, ja. Zo had zij bijvoorbeeld sterk geadviseerd dat hij even zou opgenomen worden in de PAAZ (Psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis), een soort crisiscentrum, maar dat had hij resoluut geweigerd. Hij had haar dan wel beloofd contact op te nemen met een psychiater, en had kaartjes meegekregen en alles, maar had daar wel in alle talen over gezwegen tegen mij. Hij was blijkbaar ook weer gestopt met bepaalde medicatie op eigen houtje, omdat hij het uiteraard beter weet dan iemand die 14 jaar gestudeerd heeft.

Enfin, ik heb me echt grondig kwaad gemaakt omdat wij ons uiteraard zorgen maken en hij niet wil ingaan op de broodnodige hulp. Ik ga dus morgen bellen naar een gespecialiseerde psychiater die mensen van 60+ behandelt, dus vaak met bijkomende klachten zoals Parkinson, zodat zijn medicatie eindelijk op punt kan worden gesteld. Zoals de neurologe zei: zij doet de fysieke component, niet de psychische.

Bon, we zien wel. Maar ik heb nu al het gevoel dat het geen vlekkeloze vakantie zal worden…

Moe

Ik ben er zeker dat het voor een groot deel aan het weer ligt: ik heb zon nodig! Deze morgen was ze even heerlijk aan het schijnen, maar toen ons pa hier ’s middags toe kwam, was het alweer aan het gieten. En neem dat maar letterlijk: van dat kleine eindje van zijn auto naar onze voordeur was hij serieus natgeregend. Blah!

Het is nota bene de laatste dag van een vakantie waarbij we ons huis niet zijn uitgekomen – niemand had daar behoefte aan – en toch ben ik nog altijd moe.

Maar bon, er was alweer een fantastisch maal vanwege mijn liefste.

Daarna trokken de twee kleinsten naar de scouts, en Wolf was al rond half twaalf vertrokken naar een gitaarwedstrijd. Ons pa vond dat hij ook veel werk had thuis, en verdween ook al kwart voor twee.

En toen was het magisch stil in huis. Na een ganse week. Heerlijk. Ik zie ze graag, mijn kinderen, maar soms…

Good parenting?

Vakantie is hier per definitie ook klusjestijd. Zoals het eindelijk repareren van klinken, het opnieuw stevig bevestigen van de krantenbak, het vervangen van een losgesprongen rolluikriem en het vervangen van een tegensputterende starter van een TL-buis.

Bij veel van die dingen roep ik de hulp in van de jongens. Nee, ik heb hen niet altijd nodig, al is een extra paar handen doorgaans wel handig. Maar het principe is eigenlijk dat wat mijn vader ook altijd toepast: veel van die dingen zijn niet moeilijk, maar je moet het ooit eens gezien hebben.

Toen de verbouwers hier in huis bezig waren, heb ik vaak op hun handen staan kijken, en verdomd veel geleerd: de perfect rechte scheiding tussen plafond- en muurschilderwerk, of hoe je een venster inzet.

Wolf en ik hebben samen zijn kapotte rolluikriem vervangen. Ja, we hebben stevig zitten sakkeren op de dichtgeverfde afdekplaat, maar het is ons gelukt. De riem vervangen zelf is een kwestie van logisch nadenken, en dat heb ik Wolf dan ook luidop doen doen, zodat ik hem kon verbeteren.

Idem voor het vervangen van de starter van de TL-buis in de garage. Da’s een bijzonder lang, onhandig ding, dus ja, ik had de extra handen nodig. Maar vooral Kobe vond het de max om zien hoe ik, balancerend op een ladder, eerst voorzichtig de buis losdraaide, dan de starter eruit haalde, de nieuwe er terug indraaide, en dan heel voorzichtig de lange lamp terughing.

Hebben ze het zelf moeten doen? Nee hoor, maar nu weten ze tenminste hoe het moet.

Ben ik handig? Nee, maar ik heb een goed stel hersens, en vooral bijzonder goeie ogen. En anders is er altijd Dobbit TV, waar ik ’s avonds laat al zappend graag eens blijf hangen, niet voor concrete projecten, maar gewoon om te kijken hoe ze het aanpakken.

 

Wilde mannen en woeste wijven

Nee, niet het Gentse stadsfestival, wel Marie-Julie en Alexander die in de namiddag kwamen spelen.

Jeroen zette hen af rond twee uur, en meteen trokken ze allemaal naar boven. Het werd geen dreigende en dus omineuze stilte, maar wel een gegil, geren, geroep en gelach van jewelste. Blijkbaar speelden ze een tijdlang allemaal samen. Daarna mochten de drie heren even op de computer, en gingen de meisjes iets anders doen.

We maakten vlaai, bananenmilkshake, er werd buitengespeeld, en er was weer poppenkast.

En tegen half zeven had ik drie uitgetelde, maar zeer vrolijke kinderen.

Meer moet dat niet zijn, zo in een regenachtige vakantie.

Rustige dag

Na het flauwvallen van gisteren was ik vandaag nog de hele dag bijzonder slapjes.

Resultaat: we zijn de hele dag gewoon binnengebleven. Ik heb zelfs naar Bart gemaild met de vraag of hij brood kon meebrengen, want in dit rotweer hadden we geen van allen goesting om zelfs maar een stap buiten te zetten. Blah.

Vakantie. Juist ja. Binnenblijven dus.