Rhodos dag 3: de middeleeuwse stad
Slapen tot acht uur, ontbijten, en zalig niksen. Zo zou je de ochtend alweer kunnen samenvatten. Met op de foto even de collectie noten en gedroogd fruit, en de koekjes en cakes, kwestie van een idee te geven.
Daarna gingen de kinderen naar de kamer, en gingen Bart en ik een dooie zwaan wisselen voor een levend exemplaar – ze was al slap aan het vallen van in het begin – en intussen ook even een Pokémon GO! raid uitvoeren. Wel handig, zo’n gym aan je hotel. Toen we terug kwamen, zat Wolf blijkbaar in de échte gym – zijn kinesisten hadden hem dat sterk aangeraden – en zaten de twee kleintjes alweer in het zwembad. Allez gij.
We niksten tot het middageten, waaronder een spelletje UNO, hielden het allemaal op een lichte maaltijd zonder dessert – na drie dagen ben je al overvoed hier – rustten nog even op de kamer, en maakten ons rond half drie klaar voor een tochtje.
Hier vlak aan het hotel is een taxistandplaats, en twintig minuten later stonden we aan de rand van het ommuurde, middeleeuwse stuk van Rhodos stad, vlak bij het Archeologisch museum. Wolf kaapte mijn fototoestel, we liepen de stad in, en kwamen wel degelijk in het Μουσειο Αρχαιολογικο Ροδου. Op het eerste zicht leek dat enkel een ommuurde binnenplaats. Maar toen gingen we verder op onderzoek, kwamen bij talloze kamers met vazen en beeldjes, en verzeilden uiteindelijk in een prachtige, prachtige tuin…
Op het einde van de tuin lag trouwens een 16de-eeuws buitenverblijf in Ottomaanse stijl…
Daarna liepen we door de inderdaad prachtige Ridderstraat – is hier niet iets van Game of Thrones opgenomen? – naar het Paleis van de Grootmeester, maar eerst zochten we toch nog een terrasje om even te bekomen. Het is er warm, zelfs de Grieken zeggen het.
Aangezien we nu toch al tickets hadden voor dat paleis, zijn we ook daar even binnengewandeld. Hier dezelfde indruk: op het eerste zicht enkel een binnenplaats, en dan kan je toch ergens binnenwandelen en ben je vertrokken voor een kwartier wandelen, op zijn minst.
We kochten nog een ijsje, en Wolf gaf aan dat het welletjes was voor zijn rug. We besloten dan maar terug te keren richting straten en verkeer, buiten de middeleeuwse muren dus, en ik dacht dat ik een ideaal pad had gevonden, via een geocache dan nog wel. Alleen bleek er zo’n 8 meter hoogteverschil te zijn tussen de slotgracht waarin wij liepen, en de brug die ik in gedachten had :-p
Maar ik begrijp nu wel volledig waarom middeleeuws Rhodos Unesco Werelderfgoed is. Prachtig!
We kwamen uit aan een taxistandplaats, ik ging met Kobe nog snel een leren riem zoeken omdat zijn broek afzakte, en we reden huiswaarts. Daar waren we iets over zessen, nog net tijd genoeg om snel even een plonsje te maken, te douchen, deftig aan te kleden, en iets over zeven in het deftige restaurant alhier te zitten. Geen buffet voor ons vanavond, wel een chique maaltijd, zoals Merel het noemde. En dat op een terras met zicht op zee…
En de kinderen, wel, die genoten, en wij ook. We maakten nog even een wandeling door het feeëriek verlichte domein, zodat ook Merel dat eens had gezien in het donker, en staken de kleintjes tegen kwart voor tien in bed. Wolf en ik gingen nog even iets drinken hier in de bar, maar waaiden bijna weg. Mooi, dat wel.
365 – 01 augustus 2018 – blond, blozend, blij en bloemig
Rhodos dag 2: zwembadplezier
Zwembadplezier, zo kan je dag twee inderdaad wel samenvatten. We sliepen tot half negen (!), allez ja, Bart en ik toch, de kinderen waren rustig filmpjes aan het kijken, maar waren ook nog niet lang wakker.
Nog voor we goed en wel ons bed uit waren, zat Kobe al in het zwembadje hier. Zalig gewoon, een eigen zwembad aan je kamer…
Maar bon, daarna ontbijt. Aangezien we ‘Black Card Holders’ zijn, hoeven we ’s morgens niet in die immense eetzaal, maar mogen we hier, tegenover onze tuin, rustig eten in een kleine, ruime eetzaal of terras. Het ontbijtbuffet is immens, meer dan ik eigenlijk al geweten heb. Uiteraard zijn er alle mogelijke soorten eieren, cornflakes, fruit en het hele Engelse gamma van worstjes en zo. Daarnaast ook nog zeven soorten brood, 8 soorten cake, 5 soorten ontbijtkoeken zoals croissants, maar ook pancakes én wafels, wentelteefjes, pretzels, yoghurt, rijstpap, alle mogelijke groenten en zalm en zo… En dat allemaal overgoten met de heerlijke Griekse zon.
Daarna was er de uitleg van de TUI reisleiding, keken Bart en ik even rond wat er te doen was, en zaten intussen de kinderen alweer in het zwembadje. Eigenlijk komen we hier bijna ons kamer niet uit, zo blijkt.
Soit, tegen een uur zaten we aan het middagmaal in de ruime zaal, en daarna zijn we samen in de blakke zon naar de “supermarkt” van het hotel gewandeld. Naast de receptie is er het standaard souvenirwinkeltje, maar aan de straatkant is er een winkel (van het hotel) met hetzelfde aanbod van souvenirs, badkledij, Grieks geïnspireerde kleren, zwembadaccessoires en snoep. Dat is het zowat, denk ik, maar dan vijf keer groter dan het winkeltje naast de receptie. We hadden van thuis al een grote doorzichtige zwemband en een krokodil mee, maar ze kregen nog iets extra. Dat is voor Merel een grote roze donut geworden, voor de jongens een grote zwarte zwaan – ze konden kiezen tussen ongeveer vijftig soorten, I kid you not – en dan nog een balspelletje. Of Merel blij was? Kijk zelf maar :-p
Op de kamer zaten ze dan ook op een paar tellen het zwembad in, terwijl Wolf en ik een beetje gingen liggen om onze ruggen te sparen, en Bart wat las en schreef.
Tegen vier uur zijn we dan gewoon naar buiten versast: hier op het derde, waar wij zitten, is er een groot zwembad. Dat is nog niks vergeleken met het zwembad beneden, denk ik, maar dat hebben we vooralsnog nog niet gezien. We zijn niet haastig… Bart installeerde zich met zijn computer op het terras in de schaduw, en wij namen twee zonnebedden onder een parasol voor al onze spullen. Plaats zat, overigens, absoluut voldoende ruimte. De kinderen zijn de eerstkomende twee uur eigenlijk het water niet uit geweest, en zelfs ik ben in mijn nieuwe badjurkje het water in gegaan, zij het zeer voorzichtig.
En toen voelde Kobe zich niet zo lekker meer. Ik heb hem doen douchen, maar hij had helemaal warm, zag rood – ondanks het vele insmeren – en zat vol water, zei hij. Hij kreeg het zelfs koud en deed een pull aan, stel je voor. We hebben ons dan allemaal één voor één gedoucht en lekker rustig aan gedaan. Merel nam een bad, en terwijl ik daarna in de douche stond, liet ik haar bad leeglopen. Groot was mijn verrassing toen ik uit de douche stapte in een centimeter of twee water: de hele badkamer was ondergelopen! Ik vermoed dat de afvoer tijdens mijn douche het niet kon slikken, en al het water gewoon via het putje terug naar boven bracht. En – slim gezien – het putje ligt niet op het laagste punt van de badkamer, zodat het water ook niet meer weg liep. Tsja…
Enfin, toen we dus allemaal fris gewassen naar de eetzaal gingen, liep ik even langs de receptie om dat te melden, en meteen ook een oplossing te vragen voor het zetelbed van de jongens: dat ligt écht niet goed, je voelt zo de veren van de matras… Ze gingen ernaar kijken, beloofden ze.
Aan tafel hield Kobe het bij een broodje of twee, hij zag het echt niet zitten, en ging daarna quasi onmiddellijk naar de kamer: hij wilde slapen. Zelf maakte ik er een vrij lichte maaltijd van, al valt het dessertenbuffet zo ongelofelijk moeilijk te negeren…
We staken Merel in bed, en Bart en Wolf gingen al naar de bar – oorspronkelijk die hier boven, maar daar was een Kids Disco aan de gang met Duitse versies van kabouter Plop en co, en dus zijn we naar beneden gevlucht. Ook Kobe lag om half negen al in zijn bed, helemaal gloeiend, maar zijn ogen stonden wel al een stuk beter. Tegen morgen is die gewoon er helemaal door, zeker weten!
Op het bed lag een extra matras, en onze badkamer was weer spic en span. Oef.
Wolf en ik deden daarna even de toer van het terrein: we zagen het andere grote zwembad, alle huisjes en kamers, de minigolf, de kids club en de teens club, enfin, het is hier groot. En mooi.
Daarna vervoegden we Bart in de bar voor een cocktail. Er zat een crooner met een gitaar en een opgenomen begeleiding alle mogelijke nummers te spelen, precies dik tegen zijn goesting. Tegen tien uur vonden we het welletjes en gingen we naar boven, waar, tot mijn grote verbazing en verrukking, de Kids Disco plaats had gemaakt voor drie operazangers. Ik heb vijf minuten geluisterd vanop de kamer – je kan er nauwelijks niét luisteren – en ben dan naar buiten gegaan om me er te installeren op een zonnebed en zo te luisteren naar alle klassiekers: Tiritomba, Nessun Dorma, Con Te Partiro, maar ook wat modernere muziek. Ik had er vooral echt spijt van dat we niet eerder naar boven zijn gekomen: die mannen waren echt, echt goed, en ik genoot… Origineel programma ook, voor zo’n hotelcomplex.
Soit, om elf uur stopten ze, en iets later lag ik in bed. Moe, maar met een grote grijns. Heerlijk, toch?
365 – 31 juli 2018 – dolce far niente
Rhodos: het begin
Een wekker die afloopt om twee uur, nee, dat is het toch niet, geloof me. Maar ik had er een uur of drie slaap op zitten, en voelde me best oké. De heren sleepten de valiezen naar beneden, we staken er de toiletzakken en de elektronica nog in, en dat was dat: om 2.25 uur stonden we netjes klaar voor het luchthavenvervoer.
Alleen… Die had er precies niet zoveel zin in. Om vijf over half drie begonnen we ons zorgen te maken, vijf minuten later begon Bart te bellen. Ha ja, het debacle van twee jaar geleden in gedachten… Enfin, die mens is opgedoken met twintig minuten vertraging. Nu ja, we werden opgehaald om half drie voor een vlucht om 6.20 uur, dat ging dus wel meevallen, dacht ik zo, meer dan drie uur op voorhand. Wel, dat bleek dus ook niet het geval te zijn. Hij kwam met zo’n busje voor acht personen met een aanhangkarretje achter voor de bagage. Bleek dat we eerst nog naar Sint-Amandsberg reden om daar een koppel op te halen, en dan nog naar de Offerlaan voor nog een extra dame. Dat resulteerde in een propvol busje, waarbij ik – vooraan wegens wagenziekte – pas mijn gordel kon vastklikken als die dame – al even rondkontig als ik – even op één bil ging zitten, en omgekeerd. Heel erg oncomfortabel, eigenlijk. En het zorgde er ook voor dat we pas om kwart over vier op de luchthaven waren…
Lesson learned: de volgende keer niét meer aanklikken dat we gerust willen delen met iemand.
Enfin, op de luchthaven waren we eigenlijk nét voor de grote drukte, zo bleek: op een kwartier hadden we onze bagage afgegeven, en na ons vormde zich al snel een gigantische file. Ook de douanecontrole duurde niet veel langer dan een kwartiertje, zodat het rond vijf uur was tegen dat we eigenlijk gewoon binnen waren. Mijn rug vond het welletjes en die van Wolf ook, zodat Bart gewoon betaald heeft voor de lounge. Alleen… blijkbaar is er nogal een verschil in kwaliteit tussen business lounge en deze lounge. Het ontbijt was er dik in orde, maar de zeteltjes waren oud en geplekt, en er waren niet bepaald ligplaatsen, waar Bart (en Wolf en ik) eigenlijk op gerekend hadden. Ik heb dan maar mijn handdoek – die met die reden was meegenomen in de handbagage – op de grond gelegd en me een half uurtje plat op de rug gelegd, zodat ik er weer even tegen kon.
Rond zes uur zijn we beginnen wandelen richting vliegtuig: net niet de allerlaatste gate, ik denk dat we een kwartier onderweg waren!
Enfin, vliegtuig op, proberen slapen, een houding gezocht die niet al te pijnlijk was, en eigenlijk het best wel overleefd. Ik was wat ongemakkelijk bij het landen, maar het viel nog mee… En het vliegtuig zelf was al heerlijk Grieks ^^ Deel twee van de reis was dus ook geen probleem, nu nog in het hotel geraken. De bagageafhandeling was blijkbaar op zijn Grieks en nogal chaotisch, waardoor het ook wel even duurde. Erg vond ik dat niet: ik had me netjes aan de zijkant tegen de muur op mijn handdoekje gelegd, met een kussentje dat Merel blijkbaar mee had, en ik lag daar best wel goed.
Een klein half uurtje bus bracht ons naar La Marquise, en ik moet zeggen: meer dan dik in orde! We konden nog niet onmiddellijk naar de kamer, maar konden wel meteen gaan eten, en ook dat was meer dan goed genoeg, want we waren tegen dan allemaal uitgehongerd. Ha ja, we hadden wel ontbeten rond vijf uur in de lounge, dan een *insert Schots accent* second breakfast op het vliegtuig, maar dat was ook rond zeven uur, en intussen waren we al één uur. De kinderen stortten zich op het buffet voor pizza, frietjes en lamsvlees, Bart en ik gingen rustig rondneuzen en namen een beetje vanalles. Het is echt wel dikke luxe, dit buffet.
En dan de kamer… Ik heb eerst even een veto ingeroepen om ook maar iets aan te raken, zodat ik foto’s kon nemen voor alles gigantisch overhoop werd gezet. En ja, best tevreden van het geheel! Er is één minpunt, denk ik: het bed van de jongens is eigenlijk een slaapbank, en de matras is niet in orde, vind ik. We gaan morgen zien, en desnoods een andere matras vragen. Maar geniet rustig mee van de kamer (en dit is niet om te stoefen maar vooral om de schoonmoeder een grondig idee te geven, nieuwsgierig als ze is)
Een apart bed voor Merel beneden, met de slaapbank voor de jongens, een eigen badkamer met douche en toilet, een tafel, en vooral dus een eigen zwembad. Boven hebben we een luxueuze kamer met extra zeteltje, bureau, grote badkamer met douche én bad en eigen toilet, en een gezellig balkon. Excellente keuze van mijn lief ^^
Bij aankomst stond er een gekoelde fles schuimwijn, een klein flesje rode wijn, en een groot bord gekoeld fruit. Héérlijk!
Het duurde overigens geen drie minuten of Wolf had al een zwembroek aan en zat in dat zwembad. De valiezen zijn nog nooit zó snel uitgeleegd en alles in de kasten gelegd :-p De andere twee deden er toch wel twee minuten langer over, en ook Bart ging vrij snel het zwembad in. Ik heb me er maar aan gewaagd nadat ik eerst een uurtje had gelegen, en dan nog heel erg voorzichtig. Maar het deed wel deugd, ja.
Om half vier zaten we allemaal eventjes uit te puffen, kwestie van een beetje moe te zijn… En was een vieruurtje in de vorm van een ijsje, een drankje en een koekje best wel welkom.
En daarna? Meer chillen, spelletje spelen, en tegen zeven uur gaan eten.
Merel en Kobe vielen quasi in slaap tijdens het eten, en zijn onmiddellijk, zelfs zonder dessert, terug naar de kamer gegaan. Wolf ging hen iets later achterna, terwijl Bart en ik nog even snel een Pokemon Go! raid gingen doen hier op het terrein.
Toen we rond half negen op de kamer kwamen, lag Merel al diep, diep in slaap, ging Kobe ook al bijna slapen, en deed Wolf nog een kort avondplonsje. Tegen half tien sliep ook hij, en om tien uur was het zelfs voor Bart en mij al welletjes…
En dat was dus dat, voor dag één. Volgende verslagen worden niet zo uitgebreid, hoor!
Bang hartje
Vannacht vertrekken we dus naar Rhodos, voor wie het nog niet door had. En ik geef het eerlijk toe: het is met een bang hartje. Omwille van de rug dus.
Gisteren ben ik begonnen met effectief de valiezen te vullen, beetje bij beetje, zoals ik al schreef. Bart had ze op Wolfs bed gelegd, zodat ik me niet hoefde te bukken. Dat gaat namelijk nog steeds bijna niet. De rug is dus absoluut niet wat hij moet zijn, al loop ik wel al sinds maandag zonder stok rond. Ik lig nog heel veel, al was het maar om het vertrek naar Rhodos niet in het gedrang te brengen.
Vandaag heb ik alle laatste spullen in de valiezen gestoken, en ik denk dat we zo goed als alles mee hebben. Bart is Wolf gaan ophalen na de middag – hij mag maximum 13 nachten na elkaar afwezig zijn van het Zeepreventorium, vandaar – en ik heb nog twee machines was gedraaid, opgehangen, gedroogd en opgevouwen. En ja, ik voel de rug serieus…
Ik heb er een absoluut goed gevoel bij om in Rhodos te zijn: liggen, lezen, rusten, niksen… Maar die reis ernaar toe? Geen idee hoe dat gaat verlopen, om eerlijk te zijn. Ik ben al sinds vorige week donderdagavond niet meer buitenshuis geweest. Hell, ik heb zelfs in meer dan een week geen schoenen gedragen!
Maar bon, ik hou u op de hoogte. En ik neem mijn wandelstok mee.
Valiezen
Jawel, ik ben volop – beetje bij beetje en rustigaan – valiezen aan het maken. Allez ja, valiezen aan het vullen: iedereen brengt me zijn gerief, ik moet het er gewoon maar insteken, want het ruimtelijk inzicht hier ten huize ligt niet bijster hoog.
Iedereen krijgt een quotum aan onderbroeken, T-shirts, kousen en broeken (of in Merels geval rokken en kleedjes), en brengt dat. En dan deel ik bevelen uit: “Zwembroek! Petje! Schoenen! Maar enfin, in een plastiekzak tiens! Pyjama niet vergeten? En dan nu in een apart kleurgecodeerd zakje: al uw opladers, kabels en kleine elektronica! Ga eens de zonnecrème halen. En Merel, jouw zwemblokjes!”
Ik kreeg de vraag of dat dan niet clasht qua kleuren, als ze het zelf moeten doen. Goh, Bart draagt toch alleen maar zwart en rood, da’s gemakkelijk. En de jongens, daar past het meeste toch wel min of meer bij elkaar, bijna al hun broeken zijn jeans. Merel stelt zelf setjes samen, die bekijkt dat zelf heel grondig. En daarbij: het is vakantie: heeft er eentje een groene T-shirt aan op een blauwe broek, who cares?
Ik heb wel één veto gesteld. Bart heeft een heel licht rood T-shirtje in voetbalstof mee van “Belgium”, en heeft zich net een hele lichte rode floddershort gekocht voor aan het zwembad. Ik heb een veto gesteld voor de combinatie, zeker met dan margisletsen eronder ^^
De leukste vond ik trouwens de reactie van Arno, een Nederlandse larpvriend: “ /me googles valiezen”
Koffers zijn hier toch nog net weer iets anders, toch?
365 – 24 juli 2018 – Lola met het zere pootje
Don’t jinx it…
Ik durf het hier bijna niet te schrijven, maar er is wel degelijk verbetering in de rug. Waar ik gisteren moeite had om recht te staan en vijf stappen te strompelen – dixit mijn vader: “Zo heb ik u nog nooit gezien!” Waarop de kinderen: “Jawel, toen ze net uit het ziekenhuis kwam” – kan ik vandaag rondlopen zonder stok. Ik heb me probleemloos gedoucht, alleen mijn voeten durf ik nog niet wassen, die hebben het met een grondige spoeling moeten doen.
Ik heb plechtig op mijn communiezieltje moeten beloven dat ik me ongelofelijk koest ging houden, en ik heb me dan ook vanavond quasi uitsluitend beperkt tot de zetel. Ik begin me serieus te vervelen – mijn blog is eindelijk bijgewerkt – maar op den duur steekt dat liggen ook tegen, zeker als het rondlopen begint te lukken.
Goh, we zien wel. Ik hou me inderdaad heel erg braaf, in de hoop dat we zondagnacht dus effectief naar Rhodos kunnen vertrekken. Gisteren had Bart namelijk nog half al wanhopend geopperd dat we het moesten cancellen: het zag er echt niet naar uit dat ik zelfs maar 10 minuten in de auto zou kunnen overleven.
We leven dus in hoop.