UZ!

Deze morgen – terwijl ik mondeling examen aan het afnemen was – had de pediatrie van het Jan Palfijn al gebeld: Wolf heeft donderdag om 15.45 uur een afspraak in het UZ! Joechei!

Het is te hopen dat er een oplossing gevonden wordt, maar het is alvast weer een stapje vooruit. Allez hup!

“Hoe is dat nog met uw ma?”

Ik krijg de vraag uit de titel heel vaak, eigenlijk.

Voor wie niet mee is: mijn moeder kreeg in het begin van maart de diagnose pancreaskanker: een ongeneeslijke, zeer virulente soort. De prognose zonder behandeling was: zes weken.

Intussen zijn we zeven maanden verder, en is het antwoord: “Goed, feitelijk.”

We hadden ons toen schrap gezet voor een snelle aftakeling, en ons ma had geopteerd voor de zwaarst mogelijke chemotherapie. Die had het meest kans van slagen, maar zou ook wel eens het meest problemen kunnen opleveren. We waren het er in elk geval over eens dat we alles gingen bekijken in functie van de levenskwaliteit: als ze telkens een week doodziek zou zijn, dan was dat geen menswaardig leven meer.

Maar ons ma is een ongelofelijk sterke madame, dat wisten we eigenlijk al. Ze kreeg de eerste zware reeks behandelingen, en eigenlijk had ze daar niet echt veel last van. Waar veel mensen een paar dagen gewoon niet eens uit hun bed raken, bleef zij rustig haar huishouden en haar leven verderzetten. Ja, ze was nog steeds moe, en ja, soms was ze op de derde dag na de chemo wel wat misselijk. Enfin, niet eens misselijk, gewoon mottig, zoals wanneer je een kater hebt, of aan het begin van een griepje zit. En ja, haar handen en voeten konden vreselijk tintelen, zeker bij aanraking van koude dingen, maar dat was het zowat.

Zo belde ze eens in de namiddag dat ze wat moe was. Ze was naar de markt geweest, had het gras afgereden, gekookt, een was opgehangen en de afwas gedaan. Awel, ik weet niet hoe het met u zit, maar op mijn zeventigste zal ik daar wellicht ook wel wat moe van zijn, ook zonder kanker en zwaar vergif in mijn lijf, nu niet voor ’t een of ’t ander.

De scans na de eerste reeks chemo wezen uit dat de vlekken op de lever verkleind waren, ook die op de longen, en dat de pancreastumor ook niet vergroot was. Dit noopte de dokters om voor een tweede reeks even zware chemo te gaan: haar lichaam reageerde goed, en het had duidelijk effect.

Dus gingen we voor een tweede reeks, zette ik haar op donderdag af om acht uur ’s morgens, en ging ik haar in de namiddag opnieuw halen, om de drie weken deze keer. De effecten op haar lijf waren dezelfde, echt veel last had ze er eigenlijk niet van. Haar haar was uitgedund, maar aangezien ze van nature gezegend is met een gigantische kop haar, valt dat eigenlijk ook allemaal bijzonder goed mee.

Zeg nu zelf: mijn doodzieke ma, eind augustus in Planckendael.

IMG_8235

Of, zoals we haar eigenlijk beter kennen (sorry hé ma)

IMG_7941

In september kwam er een nieuwe scan aan het einde van chemoreeks twee, en die was ronduit positief: de levervlekken waren zo goed als verdwenen, die op de longen was maar een klein puntje meer, en zelfs de pancreaskanker was sterk gekrompen! Euforie! Of zoals de dokter zei: “Mevrouw, u bent er nu beter aan toe dan op het moment dat de diagnose werd gesteld, en bij pancreaskanker is dat uitzonderlijk!”

Normaal gezien krijg je na twee zware chemoreeksen enkel nog een onderhoudskuur, maar de dokter wou eigenlijk iets tussenin: niet meer de zware chemo, maar ook niet de lichte, aangezien de kanker nog steeds netjes reageert.

Enfin, morgen breng ik haar opnieuw naar de oncologie voor een eerste behandeling van de derde reeks.

Het gaat beter, voorlopig, dan we ooit hadden durven dromen, want om eerlijk te zijn: noch zijzelf, noch wij hadden gedacht dat het nog langer dan zes maanden ging duren. Maar intussen is ze nog een week naar Lesbos geweest, gaat ze in november tien dagen naar Tenerife, en gaan we nog eens met de familie een weekendje naar de Ardennen. Ze ziet dat allemaal volledig zitten, op haar wilskracht zit nog geen sleet. Alleen haar haar vindt het intussen welletjes, maar ik ben er zeker van dat ze hip zal staan met een sjaaltje.

Op jouw gezondheid, ma. Ik ben nog niet bereid je af te geven.