Carglass en de Oude Kale

Het klinkt bijna als de titel van een strip, maar het was mijn namiddagje vandaag. In de voormiddag had ik examentoezicht, maar om drie uur moest ik dus bij Carglass staan om mijn zijruitje te laten vervangen. Dat met die bizarre barst, weet u nog?

Intussen was die barst nog iets enthousiaster geworden, maar gelukkig bleek het veiligheidsglas en viel het dus nog mee.

Ik liet mijn auto achter daar op de hoek van de Wiedauwkaai en ging even mijn cache aan de Tolhuissluis inspecteren, wat me meteen een pracht van een wandeling opleverde met urbex-dimensies. Vlak naast een van de drukste punten van Gent ligt dus een heel mooi stukje, waarbij ik zelfs onder een brug ben geklauterd en door een strook gras langs het water.

Nu ik toch onderweg was voor autodinges, kon ik evengoed eens langs de garage voor mijn bumper. De carrosserieafdeling is namelijk niet achter de hoek bij ons, daar had ik gisteren al voor gebeld, maar in Zomergem, bij garage Lammens. Ik reed dus fluks naar Zomergem, hoorde daar dat ze wel de schade konden fotograferen en dergelijke, maar dat er eerst een werkorder moest komen van de verzekering. Terug naar af en vooral ook naar Bart, dus, want papierwerk is niet mijn sterkste kant, om het met een licht understatement te zeggen.

En toen vond ik dat ik nog tijd had, dat het eens niet regende, en dat ik nog twee caches kon oppikken net over de Lobrug, in de vallei van de Oude Kale. Dat bleek uiteindelijk een pak langer te duren dan gedacht omdat ik bij de eerste toch wel een half uur vruchteloos staan zoeken heb, maar bon, ik heb intens genoten van de buitenlucht en de stilte.

Het was er woest, nat, modderig maar ook zeer zeer fijn. Aanrader.

Urbex in de tuin in Zomergem

Op zondag ga ik steevast ons pa ophalen om hier te komen eten, en nu hij eindelijk nog even thuis was, stond ik ook vandaag in Zomergem.

Deze keer had ik wel een missie, een dubbele zelfs: ik wilde in de oude serre kijken of de tafels daar nog bruikbaar waren, en ik wilde in de wijnkelder een deftige fles wijn halen voor een upscale loterij of zoiets.

Euh…

Dit was wat ik zag toen ik in de tuin kwam:

Centraal in beeld staat de serre. Dat donkere vlekje, jawel.

Ik wrong me doorheen de eerste linie en kwam dichter:

Gelukkig kon ik nog dichterbij komen, ondanks mijn sandaaltjes. Voor de deur hing een waar gordijn van klimop, en daaronder kon je inderdaad de deur ontwaren. Tot mijn grote opluchting stond die open, zodat ik binnen kon.

En binnenin groeit zowaar een boom, naast alle klimop overal. De tafels, helaas, waren toch te veel geroest, en vooral: geen idee hoe je die eruit kan halen zonder alles eerst af te breken.

En toen moest ik nog terug, al zag je nauwelijks het paadje dat ik gebaand had.

En de wijnfles? Ook dat lukte niet, aangezien er ongeveer een meter water in de kelder staat. Ook dat gaan we toch eens moeten aanpakken binnenkort, me dunkt.

Nieuwjaren, deel twee

Na een rustige voormiddag reden we richting Ronse, om daar eens hallo te gaan zeggen tegen Nelly, zodat Merel haar nieuwjaarsbrief kon voorlezen.

Eigenlijk mochten Merel en Kobe zelfs gewoon niet mee binnen, ze hadden blijkbaar een uitzondering gemaakt voor de feestdagen, maar blijkbaar geldt 2 januari niet meer als feestdag. Bon, na enig aandringen en gezwaai met de nieuwjaarsbrief mocht het alsnog, maar dan per uitzondering. Oef.

We konden dus het volle kwartier blijven, er werd voorgelezen, even gebabbeld, en toen moest Bart nog wat dingen voor zijn moeder doen, waardoor wij een half uurtje moesten zoek zien te maken. Nu, als geocacher is dat niet meteen een uitdaging ^^

Iets verderop, op de industriële site van een oude ververij, lag er namelijk een cache die wij nog niet gedaan hadden. Het was koud, vochtig en grijs, maar wat een locatie zeg! Heel erg urbex: verschillende watervergaarbekkens, een wandelpad daarlangs, open ronde betonnen… euh, platformen of zo… Merel vond het meteen een ideale trouwlocatie en zette daar al een ganse boom over op, compleet met roze lopers en al.

De foto’s doen het eigenlijk totaal geen recht, maar bon. Na een half uurtje gingen we Bart weer oppikken en reden naar huis, netjes op tijd voor Merels dansles.

En toen zij goed en wel vertrokken was, stapte ik zelf weer in de auto en reed naar Gwen. We wilden deze vakantie eigenlijk samen met onze dochters gaan wandelen, maar in dat rottige weer was de goesting snel voorbij, en de tweede week gooiden allerlei onverwachte omstandigheden roet in het eten.
Ik heb me dan maar een goed uur bij haar in de tuin op het terras genesteld onder een terrasverwarmer, en we hebben eindelijk nog eens gezellig getetterd. Veel te weinig, eigenlijk, want er zijn nog massa’s dingen die we willen bespreken, maar bon, het begin is er al.

We gaan proberen dit vaker te doen, nu we toch niet kunnen gaan eten. Ik heb een terras met vuurschaal, zij heeft een overdekt terras met terrasverwarmer. Moet kunnen, dus.

En toen was er enkel nog een zalig rustige zaterdagavond. Dik in orde.