Ik vermoed dat ge dat thuis ook wel ergens hebt, zo’n kast of schuif vol plastieken potjes. Potjes van Tupperware, ijscrèmedozen, van die bakskes van den traiteur, gekochte dozekes uit den Aldi, geërfde stukken van uw grootmoeder…
Enfin, potjes dus.
Het probleem is eigenlijk niet zozeer die potjes, maar wel die dekseltjes. Want op het moment dat je een potje nodig hebt en het juiste formaat hebt gevonden, moet je ook nog dat bijhorende dekseltje vinden. Een dekseltje dat ergens anders onder zit, of gesneuveld is, of kwijtgespeeld… Frustratie alom.
Ik heb niet alleen een grote schuif met potjes, maar ook nog twee boorden in een kast en een verzameling in de berging. Véél te véél potjes dus. En ik dacht: ons pa puzzelt graag, het is zondag, laat ik die mens aan het werk zetten.
Hij begon er vol goeie moed aan, maar toen bleef ik maar potjes en dozekes bijzetten. En nog wat. En dan nog een paar. Hij werd stilaan simpel, en ik haalde er een grote blauwe zak bij voor alle kapotte of verweesde exemplaren. Samen zijn we eruit geraakt en ik heb ook een stapel potten die gewoon te veel waren, weggegooid. Tsja.
Maar nu heb ik een schuif met drinkflessen en dozen voor vieruurtjes, een stapeltje boterhamdozen in de berging en een schap met grotere dozen allerhande. En dat is dat.
Merci, pa!