Wolf was vrij categoriek vorige week, toen de kinderen samen de garage en het tuinhuis aanpakten: de tuinkussens moesten een andere plaats krijgen, bij voorkeur in een kist in de tuin.
Ik gaf hem geen ongelijk: momenteel liggen ze in de garage, en liggen ze in de weg als ik met mijn fiets moet passeren. Maar vooral: het is een ongelofelijk gedoe om ze binnen en buiten te leggen, en ik kan het zelf niet, ik moet telkens een beroep doen op de huisgenoten.
Gisteren sommeerde ik Kobe om mee een kist te halen in de Brico, of om op zijn minst toch eens te gaan kijken. Jawel, een exemplaar dat nét groot genoeg was, kon onze goedkeuring wegdragen en werd dan ook prompt door Kobe en een zeer bereidwillige medewerker van de Brico zelf weggedragen naar de auto. 130 euro armer en een half uurtje gepuzzel van Kobe later, stond er een kist te pronken in de tuin. De kussens kunnen er nét in, want we hadden de buitenafmetingen gerekend en niet gezien dat er binnenin een boord was van 5 cm rondom. Ach ja, het lukt.
En toen zag Merel de kist, gevuld met zalige zachte kussens, op een lekker warm plekje, en heeft ze ze meteen, zoals een heuse kat betaamt, geadopteerd als chill plekje. Als in: je gooit er een van de kussens uit, neemt je gsm mee, en installeert je in de kist met het deksel half dicht. Warm, zacht, afgezonderd en perfect van grootte.
Ik was haar meteen een uurtje kwijt, jawel.
Maar ik moet het toegeven: ’t is wel een gemak, die kist.