Omen XIII: Katrinaburg, deel twee

Na de hilarische repetities kon ik als diva niet zo veel meer doen en liep ik maar wat rond. Het viel me wel op dat ik geen enkele keer tot bij de tenten ben geraakt, toch het grootste deel van het terrein.

Op een bepaald moment – het zal al rond twee uur ’s nachts geweest zijn – ging ik me even aanmelden in het spelkot, omdat het welletjes was geweest, vond ik. En toen bleven we nog even wachten, want als het aan de spelers lag, zat de kans er wel in dat ze nog ’s nachts een scéance gingen doen om tot bij de Korda te geraken. En jawel…

Rond half drie ’s nachts gingen we opnieuw in Kordamodus, stonden we gevechtsklaar en werden we op de valreep gered van de big baddie. Alleen vertrouwden de spelers ons voor geen half haar – ik zou dat ook niet gedaan hebben – en zijn ze ons in elkaar beginnen timmeren. Allez, toch een poging, want ik denk dat wij op papier toch de drie zwaarste vechters waren, en IRL de andere twee toch vrijwel ook in het echt. Enfin, na een behoorlijk lang, bijzonder spannend moment waarbij ik echt dat dat we eraan gingen, werden de vijandelijkheden gestaakt en bleken we het overleefd te hebben.

En dan sta je daar, om half vijf ’s morgens, vol adrenaline, als oud kapot wijf. Het heeft even geduurd voor ik kon slapen, en ik ga dit zo hard bekopen, dat weet ik nu al. Maar wat een gevecht! Wat een intensiteit! Wat een heerlijke scène!

De volgende ochtend deed pijn, ja. Maar ik stond alweer vrolijk de diva uit te hangen, en uiteindelijk kwam er toch de voorstelling. Ik geef het eerlijk toe: tijdens de supersnelle laatste blabla-repetitie – er was iemand vervangen, de Bhanda Khor hebben een stamlid verloren en ze zag het niet meer zitten om mee te spelen – heb ik in mijn broek gedaan van het lachen. En de voorstelling zelf, die was ook best wel te pruimen, het publiek lag in elk geval plat. Ik heb me ongelofelijk geamuseerd, en dat is ook wel te zien aan de schitterende foto’s van Sara Brys.

Dik in orde, heerlijk ontspannende en tegelijk spannende Omen, ik ben mentaal eventjes weer helemaal opgeladen.

Lectuur: “Of Mice and Men” van John Steinbeck

(Zoals gezegd: nog wat in te halen qua lectuur.)

Dit was een dun boekje, amper 75 pagina’s, maar man, wat laat dit een impressie na zeg!

Ik kende het toneelstuk, al was dat bijzonder lang geleden en wist ik niet meer precies hoe het ging. Ik kende ook al Steinbeck van zijn “Grapes of Wrath” en wist dus al op voorhand dat het niet bepaald een komedie ging zijn. En toch…

Het principe is simpel: George en Lennie zijn twee loonwerkers op het Californische platteland, goh, ergens tijdens de Grote Depressie, vermoed ik. Ze leven van job naar job: putten graven, oogst binnenhalen, alle mogelijke klussen. Vrolijk word je er niet van, en rijk ook niet. Ze hebben nochtans een droom: zelf ergens een klein boerderijtje kopen waar ze net van kunnen leven, met varkens, schapen, kippen en vooral ook een paar konijnen. George probeert voor hen beiden te sparen, maar makkelijk is dat niet, want Lennie is… hoe moet je dat noemen? Verstandelijk gehandicapt? Een ongelofelijk sterke reus waar geen kwaad in zit, maar die zijn eigen kracht niet kan inschatten. Wanneer hij een puppy krijgt om voor te zorgen, aait hij het beestje dood.

Al van in de eerste regels voel je de dreiging in dit boek: het zal fout gaan. Hoe of wat, dat weet je nog niet, maar fout gaan zal het. Naarmate er personages geïntroduceerd worden, weet je ook al: dit zijn de personen met wie het fout zal gaan. En jawel…

Vernieuwend is dat dit boek geschreven is als roman, maar perfect kan opgevoerd worden als toneelstuk, zonder dat het moet herschreven worden. Er zijn maar een paar locaties, er zijn maar een paar echte personages, en er zijn uitstekende dialogen. En er is vooral die beklemming. Dat het dan ook al meermaals verfilmd is, hoeft geen betoog.

Heel, heel terecht een klassieker, en ja, dus ook een aanrader. Maar opnieuw: vrolijk word je er niet van.

De Mensheid

Met Véronique naar het theater is telkens weer een belevenis. Dinsdagnacht – of eigenlijk al woensdagmorgen – stuurde ze me een bericht: “Ga je morgen mee naar NTG? Het zal goed zijn!” Meer heb ik niet nodig, en dus waren we netjes tegen acht uur present op het Sint-Baafsplein.

“De Mensheid” van Grunberg en De Pauw is op zich ook een belevenis, vooral impressionant door de sopraan Claron McFadden. Wat een stem! En een toch wel indrukwekkende tekst.
Josse De Pauw neemt als advocaat de verdediging van de mensheid op zich, een diersoort die het meest van al belasterd en beledigd wordt, en dat is niet fair, vindt hij. Nu ja, vindt schrijver Arnon Grunberg, die, vreemd genoeg, de hele tijd netjes in pak op een vreemdsoortige roeimachine zit te zwoegen zonder een woord te zeggen.

Het geheel wordt opgeluisterd door de muziek van Claron McFadden en pianist Kris Defoort, die vaak zelfs gezongen commentaar geven op wat er gezegd wordt. Die tekst is… vintage Grunberg, zou ik zeggen. Prachtig geschreven, vaak nogal zwaar op de hand, en met schitterende quotes. Twee die ik (min of meer, sorry) onthouden heb, zijn:

“Het zijn alleen maar helden die willen sterven voor hun principes. De meeste helden zijn dan ook dood.”

“Liefde is als een onwerkzame pijnstiller. Ze doet de pijn wel verminderen, maar neemt de oorzaak niet weg. “

En dan… lijkt het alsof De Pauw aan het einde van zijn tekst is, maar dat betekent nog niet het einde van het stuk. Plots komt Grunberg van zijn roeimachine en moeit hij zich als auteur over de manier waarop de tekst gebracht werd. En gaan beide heren dieper in op de betekenis van de tekst, maken ze zelfs ruzie, ontpopt de auteur zich tot een waar acteur en weet De Pauw even van geen hout pijlen maken. Die epiloog is verwarrend, maar tilt het stuk wel naar een hoger niveau.

Al bij al een zeer fijn stuk, als je van teksttheater houdt. En van een glasheldere sopraanstem.

En als je dan nog kan afsluiten met een cocktail… Tsja, dan kan het helemaal niet meer stuk.


Bedankt voor de fijne avond, lieverd!

Een hele fijne bespreking van het stuk vind je overigens ook hier.