Na enige twijfel na het lezen van boek één en twee begon ik toch aan boek drie, en dat is eigenlijk gewoon meer van hetzelfde: uiteraard nog steeds het standpunt van Elena (Lenú), maar iets meer haar eigen leven en iets minder in relatie tot Lila. Ik denk dat Ferrante ook niet anders kon juist omdat beide levens nogal divergeren. En toch… Beide zijn intussen volwassen en uit hun zelfgemaakte gevangenis gebroken: Lila is weg uit haar huwelijk en woont opnieuw bijzonder armoedig met haar zoontje, terwijl ze werkt in een fabriek als simpele arbeidster. Elena heeft haar studies afgerond en heeft een boek geschreven, waardoor ze in een heel andere wereld terechtkomt, een wereld van academici, van rijke mensen, van salons en theehuizen… Ze trouwt, krijgt kinderen, en toch…
In deel drie is de politiek in het naoorlogse Italië veel nadrukkelijker aanwezig: beide vrouwen komen, een deel willens nillens, in die politieke toestanden terecht waardoor ze ook gedwongen worden standpunten in te nemen die ze niet altijd willen innemen.
Is dit een goed boek? Goh… Net zoals bij de eerste twee delen blijf ik twijfelen. Elena kan echt wel zagen, bij momenten, ze is een eeuwige twijfelaar en ik hou niet altijd van de manier waarop Ferrrante dat dan uitdrukt, ook al is de Engelse vertaling al veel beter dan de Nederlandse.
Maar deze keer ga ik deel vier eventjes laten voor wat het is, en ook dat zeg wel wat.