Wie me kent, weet dat ik een grote fan ben van zowel science fiction als fantasy. Dat mogen boeken zijn, strips, films, larps… Regelmatig vraag ik op Facebook naar nieuw kijk- en leesvoer, en dankzij mijn geweldige, diverse en geeky vrienden krijg ik massa’s aanraders.
Eentje die telkens terug kwam, was de reeks The Expanse op Netflix.
Ik geef het toe, Bart en ik waren na de eerste twee afleveringen – die kans geven we zo goed als altijd, het moet al echt erg zijn al we na één aflevering afhaken – nog niet helemaal overtuigd. Als in: had ik niet aangedrongen, dan hadden we opgegeven. Maar man, die reeks groeit! En groeit!!!
Het is voor een keer ook een zeer realistische sci-fi: geen glimmende omgevingen en prachtige uniformen, maar het grauwe, het grijze, het vettige, de worsteling om lucht en water, het algemeen menselijke tegenover daarnaast een schitterend geopolitiek – zeg gerust: interplanetair macropolitiek – thema. Om maar iets te zeggen: je vindt intussen hele wetenschappelijk onderbouwde theorieën over de snelheid van de ruimtetuigen in de reeks, en ook de garderobe van een van de hoofdpersonages heeft haar eigen website. Terecht ook, ik heb er ook al op zitten kwijlen, op die kleren.
Ik durf gerust beweren dat The Expanse de beste sci-fi is die ik in jàren heb gezien. Na een aflevering blijft die even doorzinderen. En ik heb erover gedroomd, dat ook. En ik vind het ongelofelijk spijtig dat ik einde seizoen twee zit, en dat het dus wachten is.
Met andere woorden: ben je nog op zoek naar een nieuwe reeks, heb je niks tegen sci-fi, en heb je Netflix? Niet aarzelen. U mag me achteraf op een koffie trakteren als bedankje, jawel.