Nog een Sanderson? Jawel, die mens moet maar niet zo right up my alley schrijven. Aangezien ik door de meeste reeksen heen ben, neem ik nu zo’n beetje de stand alone boeken, zoals dit. Opnieuw is het een heel aparte insteek, zoals bij elk van zijn reeksen/boeken: Sanderson heeft een ongebreidelde fantasie én het vermogen daar iets heel samenhangends van te maken.
In dit boek bestaat er zoiets als ‘vervalsen’: een echte Vervalser kan om het even welk object ervan overtuigen, zolang het niet al te ver van het origineel af ligt, om iets anders te worden. Zo kan een simpele ordinaire vaas uit klei een prachtig versierd stuk worden, met de juiste Vervalsing. Op het moment dat Shai, een Meester-Vervalser, in het koninklijk Paleis een topstuk wil vervangen door een vervalsing, wordt ze gesnapt en krijgt – als gevangene – de meest vreemde opdracht ooit: ze moet de ziel van de keizer vervalsen. Die is namelijk neergestoken en enkel zijn lichaam overleeft nog. Ze krijgt exact 100 dagen – de rouwperiode van de keizer voor zijn vrouw, waarin hij zich opsluit in zijn paleis.
Opnieuw weet Sanderson hier een pareltje uit te puren, niet met de meest ingenieuze plottwists deze keer, maar wel met verfijnde karaktertekening. Ook deze heb ik dus zeer graag gelezen, omdat hij er als geen ander in slaagt je mee te voeren in zijn fantasiewereld waar alles zeer plausibel lijkt.