Hij is terug!

Jawel, onze Nazgûl is terug!

Gisteren kwam er een berichtje op Facebook: “Dag gudrun ik kan jou geen privé bericht sturen maar mijn buurman van de kineastlaan heeft 2d geleden een verloren poesje eten gegeven en opgevangen. Je kan hem bellen Erik c . Hopelijk is het jou poesje. Gr. Martine”

Ik heb meteen die persoon gebeld, en hij bleek inderdaad een kat te hebben gevonden die volledig aan de beschrijving voldeed. Blijkbaar zat hij zondagmorgen om half zeven schabouwelijk te miauwen op de vensterbank van een huis op het einde van de straat. Die mens heeft hem binnengepakt, véél eten gegeven en goed verzorgd. Hij wachtte tot er flyers of zo kwamen, en anders ging hij volgende week naar de dierenarts om de chip te laten lezen.

Om half acht ben ik dus met de kinderen – Wolf was niet thuis – naar het einde van de Kineastlaan gewandeld, bij een zeer aangename mens die trouwens de vader van een collega bleek te zijn. En jawel, Nazgûl wist niet goed wat te denken, maar het was wel degelijk hij. Dat werd vooral duidelijk toen ik zijn naam riep en hij onmiddellijk bij mij kwam. Erik had hem niet opnieuw durven buiten laten omdat het evengoed een binnenkat kon zijn die op straat gevaar liep.

Ik ben die mens in elk geval bijzonder dankbaar. Ik heb Nazgûl dan in mijn armen genomen en ben met hem over straat naar huis gewandeld, ik wilde hem niet in een kattenmand steken.

Oh man, zo blij dat hij terug is! Zo’n wijze, lieve, toegankelijke kat hebben we eigenlijk nog nooit gehad.

Rein Decoodt – Terug!

Als Véronique me belt met de vraag of ik mee ga naar theater/film/tentoonstelling, dan zeg ik zo goed als nooit nee, want ik weet dat het interessant zal zijn, en dat onze smaken gelijk lopen.

Om acht uur zaten we dus samen op de tribune van Bij’ de Vieze Gasten voor een monoloog die uitverkocht was, en ik begrijp prima waarom. Ik was ook wel stevig onder de indruk.

Zoals de website vermeldt: In 2009 trekt de jonge actrice Rein Decoodt door Mexico. Vanuit het niets wordt ze overvallen door endocarditis, een boosaardige bacterie die haar lichaam en geest teistert van kop tot teen. Na een lange strijd weet ze dat ze niet meer zal worden wie ze was. Zowel fysiek als psychisch is haar ‘zijn’ getekend door onzichtbare en zichtbare littekens.

En jawel, het is Rein zelf die het stuk brengt, die op een bepaald moment haar tekst even kwijt is, maar die dat zonder meer gewoon terug oppikt. Chapeau, als je weet dat geheugenproblemen maar een van de weinige problemen zijn waarmee ze sindsdien te kampen heeft.
Ze brengt het relaas van haar ziekte en de manier om ermee om te gaan, heel eenvoudig, bijna onderkoeld, en net dàt maakt de kracht uit van dit stuk. Je zou het heel melodramatisch kunnen brengen, tranentrekkerig, maar precies dat doet ze niet, waardoor je op een gegeven moment als publiek toch gewoon met tranen in de ogen zit.

Bewondering. Dat is uiteindelijk wat overblijft na deze voorstelling. Een mateloze bewondering voor een jonge actrice en hoe ze zich, na een onnozele bacterie en de verwoestende impact daarvan op haar lijf en geest, door het leven slaat. En warempel opnieuw op de planken staat, dat ook.

Ik weet niet wanneer Rein deze monoloog nog eens brengt, maar als u hem kan zien: gewoon doen. Echt.

(zwart-witbeeld van Fred Debrock)