Sorrento: dag vijf

Merel liep echt moe, merkten we, en Kobe eigenlijk ook. Enfin, wij allemaal een beetje. Een rustdag was dus ideaal, maar we hebben maar drie dagen meer en we willen – ik toch – nog zoveel doen…

Het was de bedoeling dat de voormiddag gewoon rustig chillen was, maar dat was buiten de Italiaanse websites gerekend… Twee uur, twéé uur ben ik bezig geweest om tickets voor de Vesuvius te proberen bestellen. Er is geen kassa meer op de berg zelf, je moet dat dus op voorhand online boeken, samen met een parkingticket. Alleen… De site van de Vesuvius werkt met een ticketingsysteem dat voor buitenlandse banken geen QRcode toelaat, maar een bakske vraagt. Als in: een kaartlezer. Sorry, maar dàt hebben we nu echt niet meegebracht. Tsja… Ik heb het geprobeerd op de kamer, Wolf via zijn gsm, de balie heeft het op mijn computer geprobeerd, tweemaal, we hebben een soortement van Safepay geïnstalleerd – dat duurde eeuwen – om dan te lezen dat goedkeuring een werkdag of drie duurt, een medewerkster van het lokale reisbureau heeft het geprobeerd via haar computer, ik nog eens op mijn gsm… Niet dus. Noppes, nada, niente. Ik  was om uit mijn vel te springen, ik wilde al gewoonweg naar huis, na dat gedoe gisteren in Napels en nu dit.

Maar toen belde Wolf naar Arwen, en die betaalde ginder vanuit België probleemloos met QR-code. Ik was eigenlijk op hetzelfde moment hetzelfde aan het doen met Delphine, mijn schoonzusje, dus nog een chance dat we ze nu geen twee keer besteld hebben! De parking, dat ging dan weer in onder een minuut, mét QR-code. Zucht…

Maar bon, vrijdag gaan we de Vesuvius op dus. Als dat maar goed gaat…

Rond half een gingen we hier dan aan het zwembad iets eten – duur voor toch iets mindere kwaliteit, maar niet hoeven te verplaatsen telt ook voor veel.

Iets over twee zaten Bart, Wolf en ik dan in de auto voor een vlotte rit richting Pompeii. We parkeerden bij een restauranteigenaar die daar vlotjes 10 euro voor vroeg en gingen binnen: 16 euro voor Bart en mij, 2 euro voor Wolf. Wow, voor de prijs hoef je het dus niet te laten.

En toen voelde ik me als een kind in een snoepwinkel. Ik had Bart moeten beloven dat we het op ongeveer anderhalf uur gingen houden, maar dat is niet helemaal gelukt omdat we echt nog helemaal terug moesten. Kwart voor drie waren we binnen, tien over vijf waren we buiten. Tsja… Maar de omstandigheden waren er ook wel naar: door de onweersdreiging was er niet zo veel volk, en halverwege zijn we ook goed nat geregend. Een malse onweersbui, geen stortbui, en ook niet zo lang: we waren nat, maar niet doorweekt, en het deed eigenlijk ongelofelijk goed en verfrissend. De zon was dan ook wat weg en de temperatuur was meer dan draaglijk.

 

Langer mocht het voor mijn lijf ook niet meer zijn, maar ik heb genoten. Intens genoten. Minder aangenaam was de rit naar huis terug: megafile in de tunnels, we zijn meer dan een half uur kwijtgespeeld. Tsja.

En toen besloten we, ondanks de onweersdreiging – alweer – om toch ergens in ’t stad iets te gaan eten, maar dan wel met de auto. Wat verderop dan ons gewoonlijke toertje had ik een restaurantje gevonden met een zeer goeie score. Toen ik dan ook, in de lichte regen, een parkeerplaats vond daar niet al te ver van – parkeren is hier in Italië echt een hel – leek me dat ideaal. En toen gingen de hemelsluizen pas echt open en begon het gargantuesk te gieten. Maar echt… Toen het ietsje minderde, sprong Wolf uit de auto om te gaan kijken of er nog plaats was. Alleen… bleek hij in het verkeerde te staan, nadat hij nog een paar keer geschuild had.

Bart had geen geduld meer en sprong ook uit de auto, net toen het zowat op zijn hardst aan het regenen was. Hij was dan ook nat tot op zijn onderbroek. Hij liep wel tot aan het juiste restaurant dat volzet bleek te zijn, en we zijn dan maar gaan eten in dat wat Wolf voorstelde, en dat was zeker ook niet slecht. Kobe en Merel zijn gevolgd toen het begon te minderen, ik heb gewacht tot het nog een doodgewone regen was en ik niet zo nat werd. Lopen zit er namelijk niet in voor mij, dus ja.

Maar het eten was wel meer dan oké, al was de setting misschien ietwat vreemd.

Enfin, tegen negen uur waren we thuis, wrong Bart zijn kleren uit en nam een hete douche – na verloop van tijd was hij kou beginnen krijgen – en dat was dat. Elke dag een avontuur, toch?

Djerba dag 4: op uitstap

Gisteren was ons gezin nogal lui, en daar wilde ik graag toch iet of wat verandering in brengen. Maar het weerbericht zei dat het vandaag iets meer wind ging zijn, en vrijdag dan wat warmer, zodat we besloten om niet vandaag te gaan zwemmen, maar wel naar de markt in Houmt Souk te gaan, en naar het fort en naar een oude, prachtige synagoge meer in het binnenland. Al is dat “meer” allemaal zeer relatief: het eiland is maar 25 km in doorsnede.

We parkeerden er ons op de parking aan het fort en wilden daar naar binnen gaan, maar we werden zeer enthousiast begroet door een man die van ons hotel was, maar vandaag een vrije dag had en dus geen uniform aan had en ons met plezier de markt wilde tonen. Al een chance dat wij niet in een hotel logeren, maar je moet zijn lef wel bewonderen. We lieten ons op sleeptouw nemen doorheen de grote markt tot bij een specerijenverkoper waar ik wel heb afgeboden, maar eigenlijk nog veel te veel heb betaald. Daarna troonde hij ons mee naar een prachtige binnenplaats met een lederverkoper die ons vrij snel weer buitenstak, en daarna tot bij tapijten. En toen had hij door dat we er niet op uit waren om dingen te kopen en liet hij ons met rust. Maar ik moet zeggen: hij heeft me heel veel uitleg gegeven en we zouden nooit geraakt zijn waar we waren, hartje medina, zonder met hem mee te zijn gegaan. Enfin, we dronken iets op een prachtig terras in de schaduw – het was te warm in de zon – en Merel en Arwen lieten een armbandje graveren met hun naam in het Arabisch. We liepen nog wat rond en gingen toen op zoek naar het Italiaanse restaurant waar ze op internet zo lovend over waren.

Alleen… we hadden sneller nattigheid moeten voelen, namelijk toen we gewoonweg geen kaart kregen. Het bleek een Tunesisch dagschotelrestaurant te zijn, met alweer couscous en schapenvlees, en een flannetje als dessert. Om eerlijk te zijn: er is niet erg veel gegeten door de kinderen…

Enfin, we wandelden terug naar het fort en gingen dat bezoeken: onderhouden, ja, maar niks gerestaureerd, jammer. Maar eigenlijk best wel indrukwekkend, daar op de kust van Houmt Souk.

Toen was het even welletjes, maar ik wilde toch nog zeer graag tot in Erriadh omdat daar een oude, prachtige synagoge is gelegen. We hadden voor de zekerheid onze paspoorten bij, want soms is de controle er streng. De paspoorten hebben ze niet gevraagd, wel moesten we door een metaaldetector en onze spullen door een röntgenband. Hmmm.

In de tempel zelf keken we onze ogen uit, en moesten de heren een keppeltje dragen en de dames een sjaal, uit respect. Best wel grappig, ja. De huidige tempel is nog niet zo oud, maar de locatie zelf zou al een tempel hebben gehad van 500 AC, gesticht door koning Solomon.

Maar toen, toen was het ook echt welletjes. We reden huiswaarts, puften wat uit, en gingen toen gewoon weer pizza eten in de mall. Kwestie van daar allemaal gewoon zin in te hebben.

Enfin, een gevulde dag. Fijn!