Bij mij is dat zeer wisselend, het luisteren naar muziek. Soms gaan er weken voorbij dat de enige muziek die ik hoor, die van de autoradio is. En dan staat die vaak ook nog uit.
Muziek hangt bij mij sterk samen met mijn stressniveau’s. Als het druk is, heb ik behoefte aan stilte. Veel stilte. In mijn hoofd heerst er voortdurend chaos, versterkt door ganse klassen leerlingen, het getetter van de kinderen, het geluid van de gigantisch irritante stemmetjes van kindertv, en gewoon random geluiden. Ik wil dan ook geen extra mensen zien, of afspreken met vrienden. Eigenlijk ben ik in se een heel asociaal mens. Ik wil dan het liefst alleen zijn, in absolute stilte. Dus ook geen tv of muziek.
Maar dan zijn er van die momenten dat de ergste drukte achter de rug is, dat de stress gevoelig vermindert, dat ik het precies weer allemaal onder controle krijg. Pas dan is er weer ruimte voor muziek. En die komt dan in de meest uiteenlopende vormen.
Neem nu deze morgen. Ik was eigenlijk al heel vroeg heel productief, en dat wil wat zeggen, want ik ben absoluut geen ochtendmens. Om half negen waren de kinderen al netjes naar school gebracht, had ik de taart van gisterenavond nog versierd, de keuken volledig opgeruimd, en zat ik al met een koffie achter mijn scherm, examens te maken. En dan kan daar gerust Spotify bij ^^ Ik heb, dankzij Bart, een abonnement, dus zonder reclame. Een van de ongelofelijk wijze features is de Discover Weekly. Spotify gaat dan zelf, op basis van de nummers waar je naar luistert, elke week opnieuw een lijstje opstellen van twintig nummers. Sommige nummers klik ik meteen weg, andere zijn compleet onbekend, maar de meesten gaan meteen in een van mijn vaste playlists. Héérlijk!
Onbewust waren toch weer de nummers van Stereomoon – bandje van een vriend waar ik het gisteren over had – in mijn hoofd geslopen, dus ook die mochten er even bij.
Toen de kinderen dan thuis kwamen, begon Wolf meteen gitaar te spelen, en haalde daarna ook Kobe zijn fagot boven. Lag het nu daaraan, of het feit dat ik eerder deze week de altviool van een leerling in handen kreeg, ik weet het niet, maar ik had plots ongelofelijk veel zin om mijn viool na tien jaar nog eens van onder het stof te halen. En neem dat laatste gerust letterlijk.
De kinderen keken hun ogen uit: Wolf herinnerde zich vaag dat die viool vroeger aan de muur in de woonkamer hing, voor de verbouwingen. Kobe wist zelfs niet eens dat ik een viool had. En tot mijn grote verbazing kwam er nog een redelijke klank uit ook. Absoluut niet zuiver, toegegeven, maar de basis zit er nog in.
Nog wat later zag ik op Facebook plots het nieuws verschijnen dat een vriendin naar het concert van de Cure ging, volgend jaar in november. Ik stuurde het bericht meteen door naar mijn broer, die prompt vier tickets bestelde, waarvan eentje voor mij. Het had meteen mijn dag goed gemaakt, mocht die nog niet goed geweest zijn.
En om de dag af te sluiten, bleven Bart en ik per ongeluk hangen op Canvas, bij een ronduit schitterende documentaire over Rammstein. Da’s nog zo’n groep die ik ongelofelijk graag eens live zou willen zien, maar dan niet op een festival, maar op een eigen concert, zodat ze het hele vuurspektakel kunnen uitproberen. Geef toe: weirdo Duitsers, keigoeie muziek en vuur, wat wil ne mens meer?