Vakantie
Vakantie, dat is ook plots twee jongens die verdwijnen. Een klasgenootje van Kobe is recent in de buurt komen wonen, en ze waren gisteren even langsgekomen om te vragen of Kobe mocht komen spelen. Hij is dus deze morgen richting Nathan vertrokken, is even thuis gekomen om te eten, en was daarna weer weg. En Wolf? Die kreeg een smsje van een vriendje, of hij niet af kwam. GSM in de broekzak, fietsslot rond het stuur, en weg was hij.
En toen waren Merel en ik dus plots alleen. We zijn dan maar boodschappen gaan doen met de aanhangfiets, en dat vond ze zalig. Tot hiertoe moest ze in het kinderstoeltje, maar ik wilde die aanhangfiets wel eens uitproberen. Het is nipt, maar het lukt wel. Alweer een tijdperk afgesloten. Het gaat snel…
En verder zijn we haar kamer aan het uitmesten. Normaal gezien kan ze zelf haar kamer bijzonder goed netjes houden, maar nu had ze het te ver laten komen, en zag ze er zich geen man meer over. Daarbij, haar kasten moesten ook dringend aangepakt worden: alle babyspullen en ontgroeid speelgoed eruit, en alle nieuwe dingen erin. Ik ga meteen ook haar meubeltjes wat verschuiven zodat het groter lijkt. Op deze manier ziet ze het wél zitten, en is ze me fantastisch aan het helpen.
Vakantie voor mij is dus kinderkamers opruimen. Zucht. Maar het geeft wél een goed gevoel achteraf. Gelukkig maar.
Hobbithol
Toen we ons huis kochten in 1996, zagen we ook meteen het potentieel van de gigantische, maar compleet onafgewerkte zolder. Zowat het eerste dat we deden, was er twee grote dakramen laten steken.
In 2003 switchte Bart van een carrière binnen de KBC naar zelfstandig webbouwer, samen met Dirk. Hij had uiteraard een kantoor nodig, en dus lieten we de spooktrap (zo’n inklapbaar houten ding met een luik) vervangen door een volwaardige trap, braken we de vloer uit en lieten (door een serieus incompetente schrijnwerker, zo bleek) een nieuwe vloer steken met OSB-platen en isolatie. Het plafond werd verlaagd naar een aanvaardbare hoogte. Een andere schrijnwerker (wél een goeie) isoleerde de muren en dak, werkte ze af met gyproc, plaatste muurtjes, de ruimte voor een toilet, en op maat gemaakte kasten onder de schuine wand. Een deel was boekenkast, een deel was archiefkast, en een deel was een klein serverkotje. Kwestie van de continu draaiende computers een beetje af te schermen, en er ook alle toestanden van kabels en hubs en Dlinks en zo te laten staan. Er was een klein deurtje, waardoor je alleen naar binnen kon als je languit op je buik ging liggen.
In 2006 verhuisden Bart en Dirk naar de Ajuinlei, en verfde ik samen met vrienden en moeder het hele grijs-wit-rode kantoor in warme geel-bruin-beige tinten, en maakte er onze slaapkamer van. Met boekenplanken, en een leeg serverkot.
Tot nu.
Want deze morgen wilde Merel zo graag nog eens in dat kotje kruipen, en zat ze daar met haar broer te gniffelen. En besloot ik om er meteen een hobbithol van te maken.
De kabels die los konden, werden eruit gehaald. Het boeltje werd gestofzuigd, de oude bedsprei van mijn grootouders werd er in gelegd samen met wat kussens en grote knuffels, er kwam een klein lampje, en ik installeerde een slinger gekleurde kerstboomlichtjes.
De jongens maakten sterren en andere tekeningen om te versieren, en sleepten er boeken naartoe. En Wolf maakte meteen ook een ‘regelement’, zo te merken naar mijn instructies.
Ze zijn er al de hele middag mee bezig, en ook Merel vindt het prachtig. En dus zitten ze alledrie boven en kan ik ongestoord mijn ding doen hier beneden.
Zo’n hobbithol, ik kan het iedereen aanraden.
Zo van die dagen dat het niet erg is dat de zon niet schijnt
Er zijn zo van die dagen, dat alles kan en niks moet. Enfin, toch niet veel. Dat je bij een vriendin zit die je veel te weinig ziet, maar bij wie het elke keer weer heel vertrouwd aandoet.
Deze voormiddag ben ik eerst met de kinderen Merels reispas gaan afhalen (oh, en deze keer zat het wél vol, aangezien het dienstencentrum tijdens de Gentse Feesten maar twee voormiddagen open is) en daarna zijn we naar Gwen gereden. De kinderen hebben gigantisch veel gespeeld, de meisjes waren verzot op de trampoline (de jongens ook, maar da’s logischer), en Gwen en ik hebben gekletst. En gekookt, en opgeruimd, en voor de kinderen gezorgd. Meer eigenlijk niet, en meer hoeft ook helemaal niet.
Er zijn zo van die dagen dat de zon amper schijnt, maar dat dat ook niet veel uitmaakt. Vandaag was er zo eentje.
Wolfloos
Wolf is voor twee daagjes op kamp. Gisterenavond is hij vertrokken, morgenmiddag komt hij al terug.
Kobe en Merel genieten ervan. Pas op, ze missen hem, dat heb ik al gemerkt, maar het is duidelijk dat Wolf de regulator is hier in huis. Zeg gerust: baasmaker. Wolf bepaalt welke spelletjes er gespeeld worden, gaat Kobe helpen met een puzzel, of werkt het kamp af dat Kobe beginnen maken is met kussens en dekens.
Vandaag heb ik de twee kleintjes prachtig zien samenspelen. Kobe maakte een bedje, en Merel ging erin slapen. Ze joelden, deden onnozel, en lachten zich te pletter.
Maar deze avond vroeg Kobe wanneer Wolf terug naar huis kwam. Want ja, hij miste zijn grote broer.
Toch mooi he, als ze zo samenhangen?
Verjaardagsfeestje voor Kobe
Dat Kobe verjaard is op 25 juli, dat vergeten we eventjes. In de grote vakantie waren er teveel kinderen weg, in september was het te druk, in oktober was het gepland maar heb ik het moeten afzeggen wegens ziek, in de herfstvakantie waren we niet thuis, en toen bleek de kerstvakantie gewoon het handigst. Al moesten twee vriendinnetjes alsnog afzeggen, helaas.
Kobe keek er al weken – wat zeg ik, màànden naar uit. We moesten en zouden cupcakes maken, er moest taart zijn, en ook nog oliebollen. Check.
Dat ik alweer grondig ziek aan het worden was, mocht deze keer geen beletsel zijn. Ik liet de dokter komen, die stelde een zware ontsteking aan sinussen en amandelen vast, schreef me ‘rust’ voor – ze moest zelf lachen toen ze het zei – en zeer zware antibiotica, aangezien mijn sinussen de vorige stevige reeks vierkant hadden uitgelachen, en zei me dat vier Dafalgan Fortes me wel door de dag heen gingen helpen. Verspreid, wel te verstaan.
Ik gehoorzaamde, maakte cupcakes, middageten en taart, stak een muziekpak in elkaar, stak oliebollendeeg in de oven om te rijzen, en beet op mijn tanden. Gelukkig was Wolf er om de drie meisjes te entertainen en alles in goede banen te leiden: ik had eigenlijk geen omkijken naar de gasten. Die verkleedden zich,
aten taart, sprongen woest in het rond,
deden cadeautjes open,
sprongen nog meer woest in het rond, zaten in het tafelhuis, deden muziekpak,
werden aangevallen door boef Wolf en gilden daarbij zoals alleen vierjarige meisjes dat kunnen,
en aten oliebollen.
Gelukkig was rond vier uur een maat van mij opgedaagd, Anthony, die meteen de pech had ingeschakeld te worden om oliebollen te snijden en dat soort onzin. En me gewoon mentale ondersteuning te geven.
Tegen half zes waren ze alledrie weg, en kon ik me in de zetel laten vallen. Waarop onmiddellijk een Merel bovenop me kroop. Gelukkig is Anthony gebleven tot Bart thuis kwam, en ben ik dan om zeven uur in mijn bed gekropen. Oef.
En Kobe? Die had een heerlijke dag, zei hij zelf.