Namen

Wanneer ik onder de douche sta, durf ik al eens filosoferen over van die idiote dingen. Zoals namen.

Hoe vreemd is dat toch dat je aan een naam – de occasionele uitzondering niet te na gesproken – meteen ook de generatie kan aflezen? Ik bedoel maar: een Koen, een Bart of een Frank zal nu rond de 50 draaien, wellicht. Antoinette, Margriet, Erna of Georgette zit naar alle waarschijnlijkheid momenteel in een rusthuis. Thomas, Davy, Stijn zijn nu ergens in de dertig, zoiets. Caroline, Katrien of Barbara wellicht in de veertig.

En uiteraard zijn er namen die opnieuw in voege komen, maar dan vaak anders geschreven: Jef wordt Zjef, Louis is Lowie, Oscar wordt vaak met een k geschreven, enzovoort. Mijn grootmoeder heet Laura, maar dan wel Lora uitgesproken.

En dan zijn er van die vreemde namen zoals de mijne. En van die evergreens zoals Matthieu, Anna, Arthur…

Ik vermoed dat daar uitgebreid sociolinguïstiek onderzoek naar gedaan is, maar ik zit me dat dan te bedenken onder de douche.

Ne mens moet iets doen terwijl hij zijn haar aan het uitspoelen is, toch?