Zo van die zomerse zondagen…
Er zijn zo van die zomerse zondagen die met niks anders te vergelijken zijn.
Slapen tot negen uur, ontbijten met pannenkoeken, en dan lekker rustig op ’t gemak je klaarmaken.
Naar ’t stad rijden, parkeren op de Kouter, en dan met de kinderen tussen de bloemen door flaneren, en even gaan luisteren naar het orkestje op de Kiosk.
De stalen bloembladen proberen ontcijferen, en via de boekenmarkt op de Ajuinlei naar de Graslei slenteren. Je vergapen aan het prachtige zicht dat telkens toch weer verrast, via de Grasbrug naar de Korenlei, en je installeren op het prachtigste terras van Gent voor een heerlijke brunch. Genieten van croissants, gerookte zalm en heilbot, grijze garnaaltjes, wok met eendenborst, scampi in een currysausje, en dan vers fruit onder de chocoladefontein, javanais, bavarois van pistache, en ongelofelijk lekkere tiramisu.
Op ’t gemak de Jan Breydelstraat door, en even binnenwaaien in het Gravensteen om met de kinderen over de omwalling te lopen en de kelders in te duiken (de toren is voor een andere keer, wanneer Merel niet mee is). Via de kleine straatjes van het Patershol kijken naar de rommelmarkt, en uitkomen op de Oudburg. Naar Simon Says wandelen, om daar te genieten van een heerlijke koffie op het pleintje van ’t Sluizeke, waar net niemand aan het spelen is op het podium. Via de Ottogracht en de Baudelostraat uitkomen op de Vrijdagmarkt waar alweer een orkestje aan het spelen is. Verder slenteren door de Lange Munt, via de Korenmarkt en de Veldstraat, en zo terug naar de Kouter.
We waren om half drie alweer thuis, maar hadden een prachtige dag achter de rug. En nog een halve heerlijke dag in de tuin en het water voor de boeg.
Yup, zo van die zomerse zondagen…
Hectisch!
Man man man, vandaag was me het dagje wel! Gelopen, gecrosst, gevlogen, ik kon me perfect vinden in Herman Van Veen zijn tekst.
Eigenlijk moest ik rond negen uur op het kerstontbijt op school zijn, maar dat heb ik geskipt. Ik had namelijk zó veel tandpijn, dat ik zeker wilde zijn dat er effectief niks aan mijn tanden was, en het allemaal van de sinusitis kwam. Kwart over negen stond ik dus bij mijn verbaasde moeder, die me in haar tandartsenstoel neerpootte, mijn bakkes vakkundig uitkoterde, en vaststelde dat ze totaal niks verkeerds vond.
Ik repte me naar school, en was daar nipt om tien uur om mijn leerlingen examens te laten inkijken. Rond kwart over twaalf kon ik naar huis, waar ik met een vriendin had afgesproken om iets te eten. Het restaurant dat ik voor ogen had, was helaas volgeboekt – stomweg vergeten reserveren – zodat we naar Rood zijn gereden in de Sleepstraat. Voor koffie en dessert wilden we nog wel ergens anders naartoe, zodat we te voet de Sleepstraat afstapten richting Simon Says. Dat er verdacht gesloten uitzag, compleet met vunzige gordijnen. Hmm. Dan maar ietsje verder de Oudburg in, naar Het Oeverloze Eiland. Dat helaas pas open ging om 16.00u. Hmm. Na een paar tussenstops in heerlijke kleine snuisterwinkeltjes zijn we dan maar naar het einde van de Kraanlei gestapt, naar Julie’s House. Ik had er al veel goeds over gehoord, maar was er nog niet geweest. De latte was heerlijk, de taart van witte chocolade en speculaas was me iets teveel kaastaartachtig, maar wel lekker. En gigantisch machtig, ik kreeg het geeneens op, en dat wil wat zeggen.
Toen zijn we in stevige stap terug naar de auto gegaan, zodat ik nipt om kwart voor vier de jongens kon ophalen, om tegen kwart voor vijf in het ziekenhuis in Tielt mijn kleine Marne in mijn armen te kunnen houden.
Om daarna terug naar huis te sjezen en om zes uur bij de dokter te zitten, zodat die eindelijk iets kon doen aan die sinusitis die al die tandpijn veroorzaakte. Net op tijd konden we Merel nog oppikken, stelde ik vast dat er geen brood meer te verkrijgen was in gans Wondelgem (naar de Delhaize gaan zag ik niet meer zitten), en ging ik thuis dan maar spiegeleieren bakken. Om zeven uur zaten we aan tafel, om half acht stond de babysit er, en reed ik er vandoor richting generale repetitie in de Sint-Pieterskerk op het gelijknamige plein in Gent.
En deden mijn voeten pijn.
Tiens.