Lectuur: “The Obelisk Gate” (The Broken Earth #2) van N.K. Jemisin

Boek twee van The Broken Earth, en de wereld is uiteraard zoals ik hem hier heb beschreven.

Hoewel… (Spoiler alert!)

Alabaster Tenring heeft in het vorige boek de wereld, euh, kapot gemaakt, als die al niet kapot was. Hij heeft namelijk The Fifth Season of all seasons veroorzaakt door het continent in twee te scheuren, met een verwoestende reeks uitbarstingen en aslaag tot gevolg.

En nu, nu moet Essun uiteraard met de gevolgen leven, zeker wanneer Alabaster haar als mogelijke opvolger probeert op te leiden om diezelfde wereld toch maar te redden.

En intussen is er de tegenwerking van de guardians en vooral ook het lot van haar dochter, een zo mogelijk nog sterkere orogene met een heel eigen willetje.

Het verhaal meandert tussen de twee personages, waarin al van in het begin duidelijk is dat die twee plotlijnen elkaar onlosmakelijk beïnvloeden en ook zullen samenkomen. De wereld blijft geniaal in elkaar zitten, met alle twijfels en problemen die een uiteenvallende samenleving met zich meebrengt. Het ecologische en racistische thema blijft sterk aanwezig, maar toch opnieuw net onderhuids.

Helaas is dit vooral een overgangsboek: alles uit het eerste boek wordt nu in stelling gebracht voor de grote finale in boek drie. Je voelt de richting waarin het zal gaan, maar qua einde kan het nog alle kanten uit, want Jemisin is niet bang om een personage te laten sterven, of haar hoofdpersonages onpopulair te maken door hen zelf ook ganse dorpen te laten uitmoorden.

Intrigerende lectuur, en eigenlijk loopt het dus naadloos over in boek drie. Later meer, dus.

Lectuur: “The Fifth Season” (The Broken Earth #1) van N.K. Jemisin

Geen idee meer hoe of wat, maar het was Jonas die dit aan het lezen was, behoorlijk goed vond, en waardoor ik dan maar dit als volgende reeksje las.
Stevige science fiction, die wel zwaar op de maag ligt.

De premisse is dat de aarde kapot is: er is – voor zover we weten – maar één continent meer, dat voortdurend geteisterd wordt door aardbevingen, vulkaanuitbarstingen en tsunami’s. Om de zoveel tijd is één van die uitbarstingen gewoon zodanig groot dat het het hele ecosysteem van de aarde verstoort, en zelfs het leven van de mensen in gevaar brengt: een fifth season. Winters die jaren duren, aslagen die vrijwel alle begroeiing onmogelijk maken, gebrek aan licht waardoor sowieso niks meer groeit…

Maar de dieren zijn geëvolueerd, waardoor de meeste soorten erin slagen deze catastrofale periodes te overleven. En ook de mens is blijkbaar geëvolueerd, want er bestaan nu orogenes, mensen die de vijandelijke aarde kunnen beïnvloeden, aardschokken tegen gaan en uitbarstingen stil leggen. Alleen kunnen ze die dan ook veroorzaken, wat hen letterlijk levensgevaarlijk maakt, en waardoor ze vaak, zodra het geweten is dat ze een orogene zijn, gelyncht worden. De meeste worden meegenomen door guardians om een formele opleiding te krijgen tot ze ongevaarlijk zijn voor de maatschappij en ingezet kunnen worden waar nodig.

Bon, dat is dus de wereld, en dat is behoorlijk wat.

We volgen drie personages: eentje in het heden, eentje in het verleden en eentje in de jij-vorm geschreven, wat soms wel vreemd aandoet. Maar geloof me, daar is een reden voor en die wordt in de loop van het boek wel duidelijk.
Jemisin ontrolt haar wereld beetje bij beetje door de ogen van de drie personages die alle drie orogenes zijn: een kind, een jonge vrouw en een moeder die haar zoontje kwijtspeelt.

Meer kan ik eigenlijk niet vertellen zonder echte spoilers, maar het is een op zijn minst intrigerende wereld. Jemisin schrijft vlot met telkens een licht andere stijl per personage. En de wereld zit bijzonder goed in elkaar, ik heb in elk geval geen hiaten ontdekt. En uiteraard is dit een commentaar op racisme, ecologie, overlevingsstrategie, maar dat ligt er niet vingerdik op.

Ik heb alvast genoten en begin meteen aan deel twee.

Lectuur: Jean Le Flambeur

k ben aan het afwisselen, qua lectuur, tussen fantasy, scifi en de klassiekers van de apocriefe BBC-lectuurlijst.

Na “His Dark Materials” van die lijst dook ik opnieuw in de science-fiction, al zetten sommige van mijn vrienden deze ook gewoon onder fantasy. Het gaat om de reeks rond Jean Le Flambeur, drie boeken van de Finse auteur Hannu Rajaniemi. Het universum waarin dit afspeelt, is blijkbaar een verre, verre toekomst, waarin de aarde eigenlijk een voetnoot is en de mens maar één van de vele soorten.

Het verhaal draait rond, u raadt het al, Jean Le Flambeur, een gentleman-dief die bevrijd wordt uit een gevangenis om er dan als tegenprestatie iets te gaan stelen voor een soort goddelijk wezen om daarmee dan datzelfde universum te redden. Of zoiets. De plot is vreselijk ingewikkeld, mensen zijn eigenlijk een verzameling gedachten en herinneringen die je kan digitaliseren en dus naar wens in een lichaam dumpen. Ze zijn op die manier ook onsterfelijk, maar kunnen zich in duizenden tegelijk verdelen, gogols genaamd. Transhumanisme, mind-uploading maar daarnaast ook het delen van een lichaam tegen betaling, gevangenissen die experimenteren met het steeds opnieuw doden van zijn gevangenen, … Steden zijn kunstmatig gevormd, bewegen zich voort op grote poten om de hitte van de zon  te vermijden en dat soort dingen. U ziet het, science fiction maar met een compleet bijeengefantaseerde wereld.

Rajaniemi is doctor in de fysica, en dat is wel duidelijk: hij speelt met termen als neutrino’s, quantumteleportatie, Higgsdeeltjes, Planckruimte, Hawkingdrive enzoverder, en dat maakt het soms echt wel moeilijk om te lezen. Af en toe heb ik bij zijn wetenschappelijke uitleg afgehaakt, en af en toe heb ik ook een stuk herlezen omdat ik niet meteen helemaal mee was.

Maar zijn het goeie boeken? Welzeker. Rajaniemi heeft prijzen behaald met zijn eerste boek, en ik snap dat wel: het is compleet vernieuwend en verfrissend en de plot zit ingenieus in elkaar. Maar lichte strandlectuur is het niet, neem dat van me aan.

Lectuur: “The Imperial Radch” van Ann Leckie

Michel had me deze trilogie aangeraden, en ik weet intussen dat ik op Michels smaak mag en kan vertrouwen, dat is blijkbaar dezelfde als die van mij.

En dus las ik deze zware science fiction met ongelofelijk veel genoegen: de intriges in een – uiteraard – dystopische wereld waarin een AI in onverwachte en vooral frustrerende omstandigheden toch probeert “het goede” te doen. Knap geschreven, een subliem ontwikkelde wereld waarin ik op het eerste zicht geen inconsistenties heb ontdekt, en personages waarmee je kan meeleven: wat wil een mens nog meer?

Goh, als ik eerlijk ben? Meer boeken in de reeks :-p

En een leuk detail: in de taal van de Radchaai is er geen onderscheid tussen mannelijk en vrouwelijk: er wordt naar alle personages verwezen als “she”, wat in het begin zeer verwarrend overkomt wanneer een personage duidelijk mannelijk blijkt te zijn, maar waar je eigenlijk verrassend snel aan went, en dat je er ook op wijst hoe mannelijk we de meeste personages en machtsposities zien.

Als je into scifi bent: een aanrader.

Te lezen: science fiction

Aangezien ik tegenwoordig zo goed als altijd lees in mijn bed voordat ik in slaap val, gaat het soms nogal vooruit. Die enorme reeks van Erikson was uit, en intussen heb ik nu ook een Frans boek gelezen voor de leesclub. Bijzonder goed voor mijn Frans, vooral, dat gaat er met sprongen op vooruit, merk ik. Maar goed, ik was dus weer toe aan iets anders, en ik zette het volgende op mijn facebookpagina:

“Bon, The Malazan Book of the Fallen uitgelezen, daarna Houellebecqs La Carte et le Territoire, nu dus weer tijd voor SciFi. Wie raadt me wat aan?”

Ik heb zeer fijne vrienden, want ik kreeg een storm aan reacties. Ik sla ze hier vooral op als geheugensteuntje voor mezelf, want dit onthou ik aan geen kanten. Serieus zeg!

  • Paul Schelck Hyperion en the fall of hyperion. Wat mij betreft van de beste SF die er is. Maar het vergt wel wat achtergrondkennis van de lezer, wat de titel al duidelijk maakt. Wat de 2 verdere vervolgen betreft, ontken dat ze bestaan…
  • Jesse Dmtre Of Perdido Street Station – China Mieville. Is ook wel geen ruimteschipfictie.Als het wat pulpier mag zijn: Red Rising is echt bijzonder geestig, en leest als een sneltrein die meewind eeft.
  • Jesse Dmtre A darker shade of magic?
  • Michel Vuijlsteke Of iets recenter: Broken Earth (Fifth Season / Obelisk Gate / Stone Sky)
  • Michel Vuijlsteke Ook uitstekend, vond ik: de Jean le Flambeur-boeken (Quantum Thief / Fractal Prince / Causal Angel)
  • Michel Vuijlsteke Of meer fantasy: Alchemy Wars (The Mechanical / The rising / Liberation)
  • Babeth Van Son David Weber: de Honor Harrington reeks. Of de Vorkosigan Saga van Lois McMaster Bujold. Een andere aanrader: de RCN reeks (ook wel de Luitenant Leary reeks) van David Drake.
    Ik heb ze allemaal als ebook (epub).
  • Cody Demuytere Illium/Olympos van Dan Simmons Dat gaat helemaal uw dada zijn. Linguistische/Anthropologische soft SF met een rode draad van Nabokov en Proust inclusief griekse Mythologie.
  • The traitor Baru Cormorant is geen SF, maar hard fantasy. Wel dikke aanrader. Ook The Expanse (naar gelijknamige serie die ge kon smaken) is niet slecht.
  • Michel Vuijlsteke Dan Simmons uiteraard. Ook nog eens de Culture-boeken van Iain M. Banks?
  • Bruno Lowagie When HARLIE was One, van David Gerrold. https://en.m.wikipedia.org/wiki/When_HARLIE_Was_One
  • Bruno Lowagie Monument, van Lloyd Biggle Jr. https://en.m.wikipedia.org/wiki/Monument_(novel)
  • Bruno Lowagie Fredric Brown, short stories
    https://en.m.wikipedia.org/wiki/Fredric_Brown
  • Les Templeton https://en.wikipedia.org/wiki/The_Night%27s_Dawn_Trilogy
  • Jonas Drieghe Ik heb haar Twitter al vol gegooid, maar even hier dupliceren voor de volledigheid:
    – A Long Way to a Small Angry Planet van Becky Chambers (heel anders dan de meeste SciFi, maar enorm sterk)
    – Wool van Hugh Howey (moest je die nog niet gelezen hebben)
  • Filip De Laet Een klein maar fijn boekje van Arthur C. Clarcke: schipbreuk op de maan. Ik herlees het zowat om de 5 jaar.

Het is, op algemeen aanraden, “Hyperion” van Dan Simmons geworden. Ik had hem zelfs al staan als epub, dik in orde dus.

Ik laat het u nog wel weten wat ik ervan vond.

The Expanse

Wie me kent, weet dat ik een grote fan ben van zowel science fiction als fantasy. Dat mogen boeken zijn, strips, films, larps… Regelmatig vraag ik op Facebook naar nieuw kijk- en leesvoer, en dankzij mijn geweldige, diverse en geeky vrienden krijg ik massa’s aanraders.
Eentje die telkens terug kwam, was de reeks The Expanse op Netflix.

Ik geef het toe, Bart en ik waren na de eerste twee afleveringen – die kans geven we zo goed als altijd, het moet al echt erg zijn al we na één aflevering afhaken – nog niet helemaal overtuigd. Als in: had ik niet aangedrongen, dan hadden we opgegeven. Maar man, die reeks groeit! En groeit!!!

Het is voor een keer ook een zeer realistische sci-fi: geen glimmende omgevingen en prachtige uniformen, maar het grauwe, het grijze, het vettige, de worsteling om lucht en water, het algemeen menselijke tegenover daarnaast een schitterend geopolitiek – zeg gerust: interplanetair macropolitiek – thema. Om maar iets te zeggen: je vindt intussen hele wetenschappelijk onderbouwde theorieën over de snelheid van de ruimtetuigen in de reeks, en ook de garderobe van een van de hoofdpersonages heeft haar eigen website. Terecht ook, ik heb er ook al op zitten kwijlen, op die kleren.

Ik durf gerust beweren dat The Expanse de beste sci-fi is die ik in jàren heb gezien. Na een aflevering blijft die even doorzinderen. En ik heb erover gedroomd, dat ook. En ik vind het ongelofelijk spijtig dat ik einde seizoen twee zit, en dat het dus wachten is.

Met andere woorden: ben je nog op zoek naar een nieuwe reeks, heb je niks tegen sci-fi, en heb je Netflix? Niet aarzelen. U mag me achteraf op een koffie trakteren als bedankje, jawel.