366 – 18 juni

365-169

En toen had Kobe op school de badkamer van Aagje (uit Pluk van de Petteflet) gemaakt. Compleet met kastje met uitneembare handdoek, en WCtje van klei…

Stil

Het zijn zo van die stille dagen hier. Als ik mijn kot al uitkom, is het om examen af te nemen, of de kinderen af te zetten of op te halen van school.

Verder zijn er verbeteringen. Massa’s verbeteringen. Stapels examens die hier van de ene doos naar de andere verhuizen, de ene doos net wat roder dan de andere.

Ik probeer zo objectief mogelijk te zijn, en dezelfde maatstaf voor al mijn leerlingen te hanteren. Daarom heb ik ook modeloplossingen: dan zit het perfect in mijn hoofd welk woord ik waar moet zien staan, en ga ik voorbij aan grappige opmerkingen of goedbedoelde flaters. Want ik weet het maar al te goed: ze hebben er uren in gestoken, in dat examen van me. En voor sommigen wordt het ook beslissend: van mijn examen hangt hun studiekeuze af, of soms zelfs hun jaar.

En dus probeer ik abstractie te maken van de persoon, en puur het papier te zien. Met het gekriebel, de kromme zinnen, de rake opmerkingen en gevatte antwoorden.

Zoals ik wel vaker zeg: ik geef geen punten, dat doen zij zelf; ik stel ze alleen vast.

Tot zover het lesjaar

Yup, ik heb daarnet de laatste les van dit jaar gegeven. Een lesje filosofie, een mooie afsluiter dus.

Ik kan met de hand op het hart zeggen dat ik toch wel fijne leerlingen had dit jaar. Eigenlijk hadden al mijn klassen pit, en daar hou ik wel van. Elk op hun manier, want elke klas heeft zijn eigen sfeer.

Ik heb dit jaar ook vrij veel leerlingen aan de deur gezet, dat ook. Een van de taken van het onderwijs, en zeker binnen het GO!, is de leerlingen ook proberen opvoeden. Burgerzin, kritische geest, dat soort dingen. En dus ook beleefdheid. Want ik heb graag dat mijn leerlingen mondig zijn, ik kan een frank antwoord vaak wel appreciëren, en soms zelfs een ronduit ‘stète moile’.  Maar er zijn grenzen, namelijk die van de beleefdheid, en dat weten ze heel goed. En dus vloog er af en toe eentje buiten om wat hij net gezegd had.

Zelfs al zijn ze negentien, als ze durven zeggen bij een opmerking: “Ach mens, zaag niet en laat mij gerust”, dan mogen ze even buiten gaan staan.

En ik had er eentje (een gigantische flapuit met grenzen die veel verder liggen dan de sociaal aanvaarde normen) die na een bepaalde uitlating naar mij keek, en zelf opmerkte: “Dat was er over, zeker?” Waarop ik gewoon knikte. “Ik zal maar buiten gaan zeker?” Waarop ik nog maar eens bevestigend knikte. En hij dus gewoon buiten ging staan. Faut le faire :-p

Maar ja, ik had dus echt wel fijne klassen dit jaar. En mijn zesdekes, ik ga ze missen. Het is de laatste lichting die ik zes jaar lang gehad heb (ik ben doorgeschoven van 1 en 3 naar 4-5-6), en ik heb ze dus zien opgroeien.

Alleen nu nog die examens doorspartelen. Zowel zij als ik :-p

Ochtendlicht

Het zaligste aan de zomer zijn de ochtenden. De wereld is nog niet goed wakker, maar wel al fris en vrolijk, de zon schijnt en er hangt zoiets van verwachting in de lucht. Dat ochtendlicht, dat bevat ongeziene mogelijkheden, die je nooit zult ontdekken onder een loodgrijze zware wolkenlucht.

Deze morgen ging ik eerst de jongens afzetten, en dan pas Merel. Op hun sandalen met een giletje aan huppelden ze naast me, mijn blonde kroost. Het zal misschien aan dat ochtendlicht gelegen hebben, maar hun gezichtjes straalden, de een al meer dan de ander.

Merel liep tussen Wolf en mij in, hield onze handen stevig vast, stapte onverschrokken voort, en keek ondertussen haar ogen uit. Wat een ramuistering! Bontgekleurde kinderen met nog bontere boekentassen, mama’s, papa’s, opa’s, oma’s, auto’s, fietsen, fietskarren, kleine fietsjes met vrolijke vlagjes, fietshelmpjes, fluo hesjes, buggy’s en stepjes, allemaal door elkaar als de eerste de beste verstoorde mierenhoop. Alleen nog een geluk dat mieren niet het lawaai maken van een kinderspeelplaats. Want ook die moest grondig in ogenschouw genomen worden: al die kinderen joelend en spelend door elkaar, met ballen, springtouwen, op en onder en over en achter de speeltuin…

Ons kleine blonde krullenkopje wist niet waar ze eerst moest kijken, struikelde af en toe over haar eigen voetjes, en keek beteuterd toen haar beide broers door het schoolhek verdwenen na een stevige knuffel voor mama en zus, hand in hand en met een klein huppeltje in hun stap.

Ik nam haar op mijn arm zodat ze beter kon kijken  op terugtocht naar de auto, en zette haar af bij de crèche. En toen was het mijn beurt om beteuterd te kijken. Want op haar beurt hing ze haar jasje weg, zette de schoentjes die ik vervangen had door slofjes in het rek, gaf me een laatste knuffel, en verdween zonder omkijken door het hekje. Want ja, er moest wel dringend gespeeld worden.

En mama’s? Da’s voor thuis, wanneer de spannende wereld verkend is voor die dag, en het beloftevolle ochtendlicht plaats heeft geruimd voor het zachte, genadige avondlicht. Want dan moet er geslapen worden, zodat er opnieuw plaats is voor dat ochtendlicht van de volgende dag.

GWP dag vier

Yup, dag vier, want dag drie (een dagje Rijsel) was gisteren en toen was ik niet mee. Ik werk namelijk vier vijfden, en dus kon ik een dag thuisblijven. Niet dat ik Rijsel niet interessant vond, verre van, maar wat ging ik dan met de jongens aanvangen op woensdagnamiddag?

Dag vier dus. Een dagje Brussel. Voor de leerlingen waren er acht verschillende fotozoektochten uitgewerkt: dertig verschillende foto’s die ze moesten opzoeken en aan de juiste straat toewijzen (ze hadden een routeplan en een stratenlijst), en tien foto’s die ze moesten natrekken in zoveel mogelijk dezelfde kadrering/opstelling/afstand/whatever. De winnende groep kreeg elk een cinematicket.

Voor ons, leerkrachten, viel er dus niet bijzonder veel te doen. We liepen wat rond doorheen de straten waar de groepen zowat allemaal moesten passeren, maar hebben er amper gezien. Mijn collega en ik, die met vier van de groepen waren uitgestapt in Brussel Centraal, hebben dus eerst maar een ontbijt genomen op een terrasje, en zijn dan gaan rondlopen. Tot we een winkeltje tegenkwamen dat aan het uitverkopen was, en dat wintermantels verkocht aan 40 euro, en al de rest aan 10 euro. Ik vermoed dat mijn collega zowat de ganse winkel heeft gepast :-p Ik heb een knappe rode winterjas meegenomen, een zwarte wollen vest en een zwart rolkraagtruitje, voor in totaal dus zestig euro.

Ook na de middag –  na een moussaka in een typisch Brusselse brasserie – hebben we nog rondgelopen, zijn bij Cora Kemperman binnengewaaid omdat mijn ene collega daar ook zo fan van is, en hebben dan nog samen een koffie gedronken. En dan de leerlingen weer opgepikt aan het station, met alle antwoordformulieren en dergelijke.

Om half vijf stonden we in Gent Sint-Pieters, en nog voor vijf uur stond ik per motor thuis 🙂 Mijn helm en ander motorgerief had ik de hele dag in een bagagekluisje gelaten, wreed gemakkelijk. Wel duur, vond ik: drie euro. Tsja, ik had er niet voor kunnen parkeren per auto.

In ieder geval een fijne dag gehad. Alleen jammer dat bij de terugreis een gemene koppijn was opgekomen: ik heb daarstraks een Dafalgan 1000 genomen, en het lijkt niet echt te helpen. Meh.

GWP dag één

Jawel, het is weer GWP-week, ofte Geïntegreerde WerkPeriode. Concreet houdt dat in dat de eerstes in de Ardennen zitten, de vierdes in Tsjechië en de zesdes in Italië. Vroeger kregen de andere jaren gewoon les, maar voor sommigen was er meer studie dan wat anders, dus heeft iedereen nu projectweek.

Ik ben ingedeeld bij de vijfdes op fotografieweek, en zowel het onderwerp als de leerlingengroep vind ik wel fijn.

Deze voormiddag was er een theoretische uitleg over Camera Obscura, kadrering, belichting, sluitertijd, ISOwaarden, en een overzicht van een aantal bekende fotografen. De leerlingen kregen dan ook meteen een aantal opdrachtjes om uit te voeren op de speelplaats. In de namiddag kregen ze een opdracht in Gent Centrum. De workshops heb ik met interesse gevolgd, maar de namiddag is doorgebracht met terrasjes doen, een ijsje eten, en even de Hema binnenlopen.

Goh, ik heb al op slechter manieren mijn geld verdiend.