Uitspraak van het Latijn

Deze namiddag was er op de Voskenslaan een nascholing over de uitspraak van het Latijn, en meer bepaald dan bij het scanderen. De lesgever in kwestie was een jonge leerkracht die zich bijzonder enthousiast op het onderwerp had gestort, een aantal jaar geleden, en tot onthutsende constataties was gekomen.

We spreken het verkeerd uit (tot op zekere hoogte) en daar zijn ze vrij zeker van. Ik ga dus zien of ik mijn uitspraak kan aanpassen in vier, vijf en zes. In een, twee en drie gaan we het wellicht houden zoals het nu is, wegens wellicht anders nauwelijks werkbaar.

Maar de scansie, da’s een ander paar mouwen. Als u ooit Latijn hebt gedaan, barst u bij het lezen van

Tityre tu patulae recubans sub tegmine fagi

of

Daedalus interea Creten longumque perosus

spontaan in een ritmisch gelees uit, waar Snoop Dogg jaloers van zou worden. Helaas, driewerf helaas.

Romeinen spraken het wellicht lang niet zo nadrukkelijk uit, maar letten meer op het woordaccent. Ze combineerden in elk geval beiden, en Kobe kon het ons wel demonstreren, maar had er zelf ook zeer lang op moeten oefenen. Ik moet toegeven, het klonk wel logisch, zeer muzikaal, en vooral ook aannemelijk, maar of ik het ooit zelf zal kunnen? Ik betwijfel het. Ik ga er in elk geval wel over doceren in de klas, daarvoor was het wel té wijs.

Wordt vervolgd, want er komt nog een tweede sessie met oefeningen en didactische tips. Ik ben benieuwd.