Dit boekje kreeg ik van Bart voor Moederdag, en ik heb het intussen dus ook gelezen. Met horten en stoten, één hoofdstuk per keer, want het was vooral confronterend. Sommige dingen doe ik echt niet – zoals last om me te douchen en mijn haar te wassen en mijn kleren proper te houden – maar andere dingen waren dan weer bijzonder herkenbaar. Pijnlijk herkenbaar. Zoals mijn tijdblindheid, bijvoorbeeld: toen Bart me zei dat 5 minuten eigenlijk gewoon 300 seconden zijn, kon ik mijn oren niet geloven.
Op vijf minuten tijd kan ik nog vanalles doen, zoals een was insteken of een blogpostje schrijven of de planten water geven… 300 seconden daarentegen zijn net voldoende om mijn haar nog eens door te kammen, mijn jas te nemen, schoenen aan te doen en iets van oorringen te zoeken. En hoe hard ik ook mijn best doe, ik ben steevast op het laatste nippertje of net te laat.
In dit boek hebben ze het er ook telkens over, zowel vanuit haar – de ADHDer – standpunt als dat van hem – de partner die alles in goede banen probeert te leiden. Soms is het betuttelend, soms in mijn geval flagrant onnodig, maar soms komt het ook gewoon keihard binnen, en vrijwel altijd is het hilarisch. Sommige dingen besefte ik nog niet, maar ben ik me nu meer dan bewust van.
Ik ben me er intussen ook pijnlijk hard bewust van hoe moeilijk ik het Bart en de kinderen soms maak, hoe lastig ik ben om mee te leven, en dat is geen fijne gedachte. Maar het boekje heeft me ook wel houvasten gegeven, handvaten om aan mezelf te werken. Al is ook dat net een ADHD-probleem.
Mja.
Ik vind het een aanrader voor iedereen die zelf ADHD heeft of die een partner of gezinslid heeft met de aandoening. Ik heb het alvast ook in Kobes handen gestoken met een dwingende vraag het ook te lezen. Voorlopig heeft hij dat nog niet gedaan, maar dat komt nog wel eens. Ooit.