Na een zeer goede nacht in een echt wel goed bed bleek ’s morgens de zon toch niet te schijnen. “Geen nood”, verzekerden de gastheren me, “het is hier vaak zo, het zal wel opklaren, en ze voorspellen 25° voor vandaag”.
Dus rekte ik me eens flink uit, nam een foto vanuit bed,
en nam een ontbijt waar wel zeven verschillende soorten zelfgemaakte confituur bij zelfgebakken brood stonden, en uiteraard ook een croissant en een soortement oliebolletje. En zelfgemaakte yoghurt, dat ook nog.
We namen afscheid, en reden terug naar Rouen, om daar rugbyshirts voor de kinderen te zoeken, even langs de Galeries Lafayette te gaan om te kijken of ze die ene vest van Desigual (die ik zo graag wilde maar te gierig was om ze aan volle pot te kopen) nog hadden (helaas), en uiteraard om de kathedraal te gaan bekijken, en ook, op aanraden van onze gastheren (wat is eigenlijk het neutrale woord in het meervoud voor de gastheer en gastvrouw?) naar le Palais des Beaux Arts te gaan voor een prachtige tentoonstelling. De vaste collectie zou ook de moeite waard zijn, maar er loopt momenteel een expositie over de weerspiegelingen in het water bij de impressionisten.
Knap. Echt knap. Bart en ik waren beiden onder de indruk, moet ik toegeven. Als je zelf in Rouen komt deze zomer: doen!
We wandelden rustig terug richting de Vieux Marché, ik nam nog wat foto’s links en rechts, we bekeken de kathedraal,
en we zochten een plekje op een terras in de schaduw, want wil je geloven dat het al te warm was in de zon?
Het is trouwens op dat eigenste plein dat destijds Jeanne d’Arc is terechtgesteld, en daarom staat er op de plaats van haar brandstapel nu nog een groot kruis, met daarnaast een moderne kerk. Mooi, overigens.
Ik at er – alweer – een heerlijke salade, met foie gras, eendenborst en eendenbilletjes, en genoot er enorm van. Ook van de obligate café gourmand, trouwens ^^
We sloegen nog wat macarons in voor de grootouders, keerden terug naar onze auto, en zwaaiden Rouen vaarwel. Op naar huis, via Amiens.