Toen Patrick dinsdag de vloer kwam leggen in de garage, vroeg ik hem om ook eens te kijken wat er zo drupte. Dat plekje had altijd wel al een paar druppeltjes, maar nu was het erger geworden.
Patrick klom op een laddertje en kwam er met een zeer bezorgd gezicht weer af. Blijkbaar was het onze boiler die aan het lekken was, al een tijdje, en nu was het erger geworden doordat we eindelijk een deftige waterdruk hebben. Bij nadere inspectie bleek zelfs de hele achternaad doorgeroest te zijn en op bepaalde plekken zelfs een centimeter open te staan. ’t Is niet alsof hij nog deze week de geest ging geven, maar het was een kwestie van tijd voordat hij effectief opensprong en de hele garage onder water zette.
Hmm. Patrick, de Patrick zijnde, bestelde meteen een nieuwe en verklaarde dat hij die zaterdag al kon komen plaatsen met Willy. Deze voormiddag kreeg ik een telefoontje: of ze deze namiddag al mochten komen. Euh ja zeker?
En dus waren die twee man hier al ijverig bezig, haalden ze de oude boiler eraf, en verklaarden dat het ding ongelofelijk zwaar woog, veel zwaarder dan normaal, en dat hij dus vol kalk zou moeten zitten. En die naad? Die was effectief de moeite.
Een paar uur later hing de nieuwe al op zijn plaats. Er zou nu dus meer warm water moeten zijn – die kalk nam nogal wat plaats in – en onze elektriciteitsrekening zou stevig naar beneden moeten gaan met de nieuwe boiler.
Extra kosten allemaal, maar ’t is ook wel de moeite. Nu nog een nieuwe waterontkalker, en we zijn er.