Toen Bart aan mij en Merel vroeg of we zin hadden in een Dark Breakfast in Halloweenstijl, met drie korte lezingen, zeiden we meteen ja.
Om tien uur stonden we aan het GUM – het Gents UniversiteitsMuseum, waar ik tot mijn grote scha en schande nog nooit ben geweest – en schoven we aan voor het ontbijt: croissants, broodjes, maar ook een zwarte kaas – zeer bizar – zwarte olijven, koekjes in de vorm van schedels en hersenen en anatomisch correcte harten, en nog wat meer in die stijl. Als drank was er koffie, chocomelk en een bessensap dat de allure had van bloed. Dik in orde. Oh, en een redelijk gotisch aandoende, maar veel te zware biscuittaart.
Ondertussen kregen we van drie onderzoekers van de UAntwerpen telkens een lezing: eentje over spiritisme op het einde van de 18de eeuw en hoe wetenschappers dit probeerden te ontmaskeren, eentje over de toverlantaarn, en eentje over de invloed van de rondtrekkende ‘musea’ van foorkramers op de wetenschap. Best wel interessant, ja!
En toen hadden we nog een half uurtje de tijd – ik had beloofd aan mijn vader hem tegen één uur op te halen – om rond te lopen in het museum en vooral ook de opgeslagen artefacten in de kelder te bekijken: die zijn normaal gezien niet toegankelijk voor het publiek. Man, wat een collectie! Wat een enorme hoeveelheid! Wat een prachtige iuxtapositie met de kunst van o.a. Roa! Ik keek mijn ogen uit, serieus.
Blij dat ik die kelders gezien heb. Het normale stuk ga ik zeker nog eens komen bekijken, liefst in de zomer wanneer ook de tuin in volle bloei is. Of wie weet in de winter, wanneer de serres extra fijn zijn…