Hoe fijn ons huis ook is, hoe comfortabel het leven hier binnen ook is, ik voel me opgesloten.
Vandaag wilde ik graag met de rest van het gezin naar Kruishoutem, naar het graf van mijn schoonvader, maar helaas.
Het is intussen mooi weer buiten en ik zou met de fiets mijn caches willen gaan herstellen, of ergens anders gaan cachen, al dan niet op mijn eentje. Niet dus.
Ik was van plan om met mijn vader mee te gaan naar de dokter, maar Roeland neemt over, want ik mag het huis niet uit. Normaal gezien zou vandaag, op zondag, mijn vader langskomen, maar dat mag uiteraard niet. Maar ik mag ook niet bij hem koffie gaan drinken. Begrijpelijk, maar lastig.
Ook de kuisvrouw komt twee weken niet. Niet dat dat nu zo’n probleem is, we zijn met zijn allen thuis en we nemen wel over, maar…
Dus ja, ik voel me een luxegevangene. Voor amper twee weken, en ik heb het al lastig. Ik kan me dus niet voorstellen wat het moet zijn om een échte gevangene te zijn, die niet in een comfortabel, warm huis zit met zijn geliefden, die kan lezen en gamen en onnozel doen naar believen.
En ik kijk er dus al naar uit om dinsdag boodschappen te doen, want dat is zowat het enige dat wel nog mag, omdat het pure noodzaak is. Ugh.