Deze week moet ik enkel in 1 en 2 lesgeven: mijn zesdes (en dus ook Wolf) zitten in Italië, de vijfdes hebben een projectweek. Aangezien zij bijna altijd een volledige dag weg zijn en ik die eerste graad nog heb, kan ik hen niet mee begeleiden. In de plaats daarvan heb ik regelmatig toezicht bij de projectweek van de derdes.
Het probleem – nu ja, probleem niet echt – is dat ik het merendeel van die derdes niet ken en dus ook niet weet wat voor vlees ik in de kuip heb. Zo had ik gisteren een aanvaring met een jongen die ik dus ook niet ken. Hij verweet me gebrek aan respect voor een simpele terechtwijzing. Nu ja, dat soort dingen gebeuren. Ik vond het wel jammer, want als er nu een ding is dat ik bijzonder belangrijk vind, is het wederzijds respect. Mijn eigen leerlingen weten dat.
Maar vandaag, na de les bij mijn tweedes, ging ik langs de schoolpoort van de tweede graad buiten. Daar stond een hoop derdes nog te kletsen, waaronder een deel van de groep die ik gisteren dus begeleid had. Sprak een van die gasten – die ik dus niet ken – me aan: “Ha mevrouw, weet ge nog dat we vorig jaar eens samen een raid van Pokémon Go gedaan hebben? Ik speel het niet meer, maar als gij het nog speelt: ik heb wel een paar legendaries die ge moogt hebben!”
Ik moest lachen, bleef even staan babbelen, vond het ietwat vreemd maar wel amusant, en ging toen naar huis.
Pas achteraf is mijn euro gevallen dat dat gasten van de groep van gisteren waren. Zij hadden niks ‘misdaan’, hadden dus ook niks om zich voor te verontschuldigen, maar ik vermoed dat dit hun manier was om te tonen dat zij wel respect hadden, en dat zij vonden dat dat wederzijds was.
Puberjongens: een ras apart, niet altijd even makkelijk, maar zo ongelofelijk dankbaar om mee te werken.