Een van de redenen waarom ik zo baalde over onze extra overnachting, was dat we speciaal op vrijdag naar huis zouden gaan, omdat er zaterdagnamiddag/avond een Omen Mini was waarvoor ik ingeschreven was en waar ik echt wel naar uitkeek. Die begon om 15.00 uur in Mechelen, normaal gezien geen probleem dus.
Soit, vliegtuig vertrekken om 12.05, thuis dus rond 16.00 uur, misschien kon ik alsnog vertrekken, toch?
We genoten van een uitstekend ontbijt – als ik me niet bedrieg, waren het échte pasteis de Belém, en anders toch zeer goede pasteis de nata – en waren al om half tien op de luchthaven.
Veel te vroeg, natuurlijk, de incheck was nog niet eens open, maar we konden deze keer niet online inchecken, dus liever geen risico. Soit, netjes ingecheckt geraakt, koffietje gedronken, gewacht aan de gate, beginnen boarden om half twaalf, en dan… niks meer. We stonden met zijn allen te wachten in die slurf/trap/gang/wat je het ook wil noemen om beneden met een busje tot aan het vliegtuig te gaan, maar helaas, geen beweging. Bleek er een probleem te zijn met de remmen dat gelukkig wel kon gefixt worden, maar dat, jawel, vertraging opleverde. Bon, iets gehaald om te knabbelen, gewacht, anderhalf uur later alsnog aan boord van het vliegtuig. En toen stonden we in de file. Ha ja, zo’n landingsbaan is druk bezet, de vliegtuigen die wél op tijd waren, kregen voorrang, en wij moesten wachten tot we een plekje kregen van de luchtverkeersleiding.
Met dik twee uur vertraging zijn we alsnog opgestegen, ik ben prompt in slaap gevallen voor het grootste deel van de vlucht, in Brussel kregen we quasi onmiddellijk onze bagage – kan niet missen als je een kwartier moet stappen tot de bagageruimte – het luchthavenvervoer stond ons op te wachten, zij het grommelend want die had ook twee uur staan koekeloeren, en tegen kwart voor zeven stonden we eindelijk in ons eigen huis.
Serieus.
Tot zover de mini, tot zover mijn fijne zaterdag, maar er waren de kinderen, er waren cadeautjes die goed bevonden waren, er was mijn zeteltje, en dus was er ook weer mijn goed humeur.
En er is vooral ook een hele fijne herinnering aan een mooie, zij het vermoeiende stad. Lissabon, u was fantastisch.