Fietsperikelen

Gisteren was ik rond een uur of drie op de fiets gesprongen, opnieuw richting Oostakker. Ik wilde eigenlijk een pak vroeger vertrekken, maar er bleven maar dingen tussenkomen. Ugh.

Enfin, eindelijk dus de fiets op, gezwind door de nieuwe industriewijk, de spoorwegbrug aan de Wiedauwkaai over, langs de kop van de haven en de Weba, zo de spoorweg over en dan…

Hmm.

Blijkbaar lag er aan dat stukje over de spoorweg een enthousiaste nagel, die dacht: “Laat ik, voor ik helemaal wegroest, toch nog een statement maken”. Fijn hoor. Vijf meter verder stond mijn achterband sjiekeplat met die dikke nagel er triomfantelijk uit stekend.
Ik stuurde een berichtje naar Bart, die gelukkig net tussen twee conference calls zat, en die me dus ging komen ophalen. Ik installeerde me met mijn boek, een koekje en een ice tea – je moet altijd voorbereid op pad trekken – op de borduur, en wachtte tot mijn allerliefste me kwam ophalen. Die laadde zonder verpinken de fiets op en bracht me gezwind naar huis. Tot zover mijn fietsambities voor vandaag, en meteen ook mijn plan om een mooie geocachewandeling te maken rond Oostakker Lourdes gefnuikt.

Tsja.

Maar nu moest ik wel nog mijn fiets kunnen laten repareren tijdens deze lock down. Ik luisterde even op Facebook en kreeg de raad om contact op te nemen met Velo Velo, een fietsenmaker hier van de Gentseaardeweg die ook aan huis komt. Ik belde en mocht mijn fiets gaan binnensteken op zijn werkplaats. We hebben netjes afstand gehouden, ik heb hem de fiets uit de auto laten nemen, en dat was dat.

En deze avond kreeg ik een berichtje dat ik hem weer mocht gaan ophalen. Score! Ik kan dus morgen alweer de fiets op, alsnog naar Oostakker ^^

Kut met peren

Maar dan zonder de peren.

Nee, vandaag was een dag om te vergeten. Het een na het andere ging fout, waarvan sommige dingen buiten mijn wil om, maar sommige ook door mijn eigen toedoen, en dan zit je met een slecht gevoel opgezadeld natuurlijk.

Het begon al vanmorgen: ik sprong op de fiets om naar school te gaan, op tijd maar zonder grote marge zoals altijd bij mij, en een paar straten verder viel mijn achterband plat. Juij. Mijn fiets daar gewoon laten staan vond ik geen optie, ik ben dus maar op een drafje met de fiets aan de hand naar huis gelopen, alles uit de fietstassen in de auto gegooid en naar school gevlamd. Twee minuten te laat, wat perfect mee viel, maar wel buiten adem, met een zere rug en volledig in het zweet. Niet leuk om zo te moeten beginnen. Meh.

Het vervolg was al niet veel beter: ik had materiaal bij om in de speeltijd te kopiëren maar blijkbaar werkte de verbinding met de computers niet, zodat ik helaas niet kon kopiëren. Ik heb dan maar les gegeven via de beamer, maar voor Latijnse teksten is dat ver van ideaal. Ook al niet bevorderlijk voor het humeur.

Ik had dan een uur toezicht in een klas met aanvullend een half uur toezicht op de speelplaats, waardoor ik pas om half twee kon eten, snelsnel op tien minuten.
Na de les ben ik dan naar Zomergem gereden om toch nog wat spullen voor ons pa op te halen – hij had gisteren zelf alles mee, dacht hij, maar dat was blijkbaar niet helemaal waar – was al halfweg toen ik een belletje kreeg van Kobe dat hij zijn boekentas in mijn auto had gelegd maar dat zijn fietssleuteltje daar nog in zat, waardoor ik mocht terugkeren. Intussen maakte ik via Whatsapp nog eventjes stevig ruzie met mijn oudste broer.
Ik reed dan maar door naar het ziekenhuis om die dingen naar ons pa te brengen, bleef nog even om hem gezelschap te houden, en realiseerde me pas daarna dat Merel eigenlijk om half zes blokfluitles had gehad, en dat ik die compleet vergeten was. Juist ja. En vorige week had ze ook al geen les gehad wegens personeelsvergadering.

Ik haastte me op de valreep nog naar de bibliotheek, had nog snel ergens brood opgepikt en we aten, en tegen kwart voor acht viel mijn euro dat ik misschien toch best mijn fiets naar de fietsenmaker bracht, die was open tot acht uur. Wolf trok schoenen aan, stak met enige moeite mijn fiets in de koffer en we vlamden naar de fietsenmaker. Om daar met de fiets in de hand vast te stellen dat die uitzonderlijk vandaag gesloten was. Zucht. Fiets dan maar opnieuw in de koffer, het zal dan voor donderdag zijn.

Dat soort kut.

Ik ben thuis onder een dekentje in de zetel gekropen. Het was genoeg voor vandaag. Meh.