Deze morgen waren we allemaal op om zeven uur: Kobe vertrok op kamp en wij reden daarna door naar Rijsel, om naar Bordeaux te vertrekken. Kobe had er ongelofelijk veel zin in: zijn rugzak stond al sinds zaterdag klaar, en voor hem is dat wel een unicum, ja, dat kind trekt gigantisch op mij…
Tegen half tien verdwenen ze in het station en wij reden door naar Lille Flandres, waar we toch wel drie kwartier te vroeg waren. Ideaal voor een koffietje in de lokale Starbucks en een Rijssels cacheke, toch?
Aansluitend ging het de trein op naar Parijs, en daar, tsja, daar zaten we met een overstap. Hoe idioot is dat, zeg: Parijs heeft vier grote stations, Nord, Est, Montparnasse in het zuiden en nog eentje die westelijk gaat, maar daartussen zijn er geen verbindingen. De TGV uit onze contreien arriveert in de Nord, en als je verder Frankrijk in wilt, moet je de trein nemen in Montparnasse, zes kilometer dwars door Parijs. Juist ja. Er is een excellente metroverbinding, heb ik me laten vertellen, maar de stroom taxi’s tussen beide is ook de moeite.
Enfin, wij zijn op aanraden van Gijs, een Nederlandse larpvriend die al tijden in Parijs woont, eerst iets gaan eten in de buurt van het station, Café A. Een supergezellig terras, als je het weet te vinden tenminste. Bart was een beetje hangry tegen dan, ik niet echt ^^
Het plan was om daarna de stad te doorkruisen en zelf tot aan Montparnasse te stappen, maar het bleek toch te ver om goed te zijn. Onderweg kwamen we wel een prachtige muurschildering van Nicholas Flamel, van wie ik tot dan toe niet wist dat het een echte persoon was, en niet zomaar een figuur uit Harry Potter.
Toen we voorbij l’Ile de la Cité waren, hebben we toch maar een taxi genomen tot aan het station, en daar dan nog een koffie gedronken voor we nog eens twee uur en een kwart de trein namen, na wat vertraging wegens achtergelaten bagage.
In Bordeaux was het stralend weer en vooral ook een half uur taxi, maar ons logement mocht er echt wel zijn: piekfijn in orde, bijzonder proper, en vooral ook opvallend door het feit dat de eigenares in geen velden en wegen te bekennen was. Florence bleek onverwacht weggeroepen te zijn, maar via de telefoon gaf ze ons alle info, en ook de sleutel vinden was geen probleem. Ze kon dan wel geen ontbijtjes maken voor ons, maar alles was te vinden in de centrale keuken, zei ze. Waar ik vooral een vaas uitgebloeide bloemen vond en eieren die niet in de koelkast stonden, een koelkast waarin overigens vooral verlepte sla en zo lagen. Blijkbaar was Florence al eventjes niet beschikbaar…
Eerst liepen we dan maar rustig naar de supermarkt wat verderop om vooral drinken in te slaan en in het passeren zagen we een meeneempizzeria, Laurent La pizza fine. Wel, dit waren dus de béste pizza’s ooit. Niet zomaar pizza’s dus, maar speciallekes. Wij namen er eentje met eendenborst gevuld met foie gras, en eentje met speciale geitenkaas, honing en rucola. 15 euro per pizza, dat wel, maar ongelofelijk lekker. Zeker als je dat dan kan opeten buiten op een terrasje in Bordeaux. Héérlijk!
En daarna? Zijn we gewoon in ons bed gekropen, doodop. Het was welletjes geweest.