Ik heb vandaag stevig aan de alarmbel getrokken: het is welletjes geweest. Maar echt genoeg.
Wolf heeft al sinds eind januari rugpijn. Even oplijsten (ook voor mezelf):
- eind januari: bij de rugby doet hij ergens iets verkeerd, en komt hij van ’t veld met de boodschap dat zijn rug wat pijn doet
- midden februari: de pijn blijft aanhouden, we gaan naar de huisarts. Die schrijft kinesie voor
- 15 maart: kinesie blijkt niet te helpen, terug naar de huisarts. Die stuurt ons door naar de fysicotherapeut. Wolf breekt en passant zijn hand.
- 11 april: afspraak bij de fysicotherapeut. Die ziet niks, bestelt RX. Twee weken wachten voor een nieuwe afspraak.
- 28 april: niks te zien op de RX, fysico bestelt MRI. Lange wachttijd.
- 26 mei: eindelijk een echo van de nieren en een MRI.
De nieuwe afspraak is gepland op 15 juni, morgen dus. Intussen is de rugpijn van Wolf almaar erger geworden: hij is gestopt met gitaar spelen (ook door het gebroken hand), gestopt met de scouts, gestopt met de rugby… Maar sinds begin deze week is het pakken erger geworden, in die mate zelfs dat ook fietsen moeilijk begint te worden. Maandag heeft Bart hem naar school gebracht, vrijdag was hij met mij meegereden, gisteren heeft hij de bus genomen… Het kind kan nog met moeite stappen, met moeite op een stoel zitten… Zijn examens mag hij sowieso al allemaal mondeling afleggen wegens schrijfverbod door de aanhoudende pijn in zijn hand dat maar niet beter wordt, maar…
Deze middag lag hij te huilen van de pijn en ellende in de zetel. De huisarts had hem zwaardere pijnstillers voorgeschreven, Zaldiar, maar daar voelt hij zich dus slecht door. Maar hij heeft morgen dus wel zijn eerste examen. Hij heeft het eigenlijk al zo goed als allemaal geleerd, maar hij kan zich voor geen meter concentreren.
Ik vond het welletjes. Ja, we kunnen misschien gewoon de afspraak bij de fysicotherapeut afwachten morgen, en dan? Als die niks ziet, wat dan?
Om half acht zaten we bij de huisarts, en viel Wolf prompt flauw in de wachtzaal. Wat hem overigens, toen hij even had neergelegen op de koude vloer, de commentaar ontlokte: “Ha, nu weet ik waarom dokters geen vloerverwarming hebben…” Zijn gevoel voor cynische humor is er gelukkig nog.
Iets later zaten we bij de dokter zelf, en draaide Wolf nog eens weg. De dokter onderzocht hem, stelde vast dat zijn bloeddruk 9 op 4 stond, dat hij crepeerde van de pijn ondanks de pijnstillers, en oordeelde ook dat het welletjes was, en dat er nu dringend eens iets moest gedaan worden. Hij belde naar de dienst pediatrie van het Jan Palfijn, en Wolf mocht nog via de spoed binnenkomen diezelfde avond.
Oef.
We reden naar huis, haalden wat basisspullen op, en gingen richting spoed. Daar hebben we ongeveer twee uur gewacht tot de dokters inderdaad ook vonden dat opname noodzakelijk was, en tot er een kamer geregeld was.
Hij kon gelukkig nog lachen, al deed dat eigenlijk wel behoorlijk veel pijn. Maar, zoals hij zei, wat kan je beter doen dan met je eigen miserie lachen? En dat is dus wat wij deden, daar samen op spoed…
Tegen dik elf uur waren we op een kamer, en kreeg Wolf intraveneus pijnstillers toegediend. Hij heeft nog steeds veel pijn, maar hij zal wel slapen, en vooral: er zal eindelijk eens iets gebeuren. Ze gaan hem binnenstebuiten keren tot ze iets gevonden hebben. Serieus. Want anders bijt ik.
Morgenvroeg komt de pediater. Dan horen we meer.