Rond half zeven kwam het huis tot leven, om twintig over zeven zaten we met zijn allen en drie grote koffers in de auto. Kwart voor acht stond diezelfde auto veilig in de parking en wij in de inkomhal van het station, waar we een huilende Arwen troffen. Niet huilend omdat ze mee moest, uiteraard, maar wel huilend omdat ze mama en papa een weekje achter liet. Bon, die tranen waren snel voorbij, want iets over acht zaten we op de trein richting Brussel, en nog wat later op de TGV naar Parijs.
Waarom vliegen we niet vanuit Brussel? Wel, in het laagseizoen zijn er enkel vluchten op dinsdag en zaterdag, en dan wordt de vakantie wel heel kort. Vanuit Parijs kon het wel van maandag tot zondag, dus dat werd het. We genoten van de treinreis en van het feit dat de stewardess ons samen liet zitten rond een tafeltje en een fijn ontbijt bracht. Yup, eerste klasse op de TGV, een aanrader.
En toen waren we in Paris Nord en moesten we naar Orly. Een taxirit van een klein uurtje, met toch wel wat file. En helaas twee taxi’s, want er waren er blijkbaar geen beschikbaar van 6 personen. Bummer. Maar wij hadden gelukkig een goeie chauffeur die ons op een redelijke manier door het verkeer loodste: ik was al half misselijk toen we uit de trein stapten, maar het werd gelukkig dus niet erger. Oef.
Enfin, inchecken en dan iets zoeken om te eten. De kinderen gingen voor pizza, Bart en ik voor Wagamama, waar ik iets kleins en niet gefrituurds nam, kwestie van iet of wat veilig te blijven op het vliegtuig. Reisziekte, het is een merde.
En toen, tsja, het vliegtuig. Ik was al half misselijk toen ik instapte en kreeg het toch wel even moeilijk, ja, maar daar bleef het bij. Ik heb drie uur nauwelijks bewogen met mijn ogen dicht, want extra zintuiglijke waarnemingen maken het alleen maar erger.
Maar bon, overleefd dus. Ik was serieus slecht toen we in de aankomsthal moesten aanschuiven, maar het beterde vrij snel. Bart ging geld wisselen en lokale simkaarten met data voor ons beider gsms regelen, en ik ging op zoek naar een grote huurwagen. Zeven dagen met een gewone auto: ongeveer 200 euro. Zeven dagen met het enige “busje” dat beschikbaar was: 500 euro, en dan had ik er al 300 afgedaan. Ik denk dat ik nog te veel betaald heb, maar kom: een comfortabele fiat met 6 plaatsen en voldoende ruimte voor de koffers. Mja.
Het betekende dat we rond zes uur vertrokken bij 21°, zicht op palmbomen en een ondergaande zon. En een ongelofelijk vakantiegevoel.
Een klein half uur later reed ik de oprit van onze riad op: een fantastisch mooi opgeknapt traditioneel huis, compleet met prachtige tegeltjes, koepeltjes, Moorse motieven, bogen en een zwembad. Helaas wel koud – zo’n huis is net gemaakt om koel te blijven – en gelegen aan een zeer drukke viervaksbaan. En onze suite heeft ook geen eigen keuken, maar zit dan wel weer vlak bij de wifi, zodat we in het grootste deel ervan wel verbinding hebben, en dat vinden de kinderen belangrijker dan die keuken.
Ik geef u een paar impressies mee, kwestie van de sfeer wat te schetsen.
We installeerden ons min of meer en reden dan een tweetal kilometer verder naar een winkelcentrum waar ze op de eerste verdieping een centrale aula hadden met allerhande winkeltjes en eetdinges rond. En daar was er alweer pizza. Jawel. Grote lekkere pizza’s voor ocharme drie euro per stuk. Ge kunt er niet voor sukkelen, ge kunt er geen honger voor lijden.
We deden nog wat boodschappen in de gigantische supermarkt beneden en lagen tegen tien uur in bed. Uitgeput, maar in een vooral bijzonder ontspannen staat. En daar gaat het nu om.