Vorige week zaterdag begon de kaak eigenlijk toch wel weer meer zeer te doen: anders, dat wel, maar even pijnlijk. Het gat zelf is, denk ik, wel dicht intussen, maar het zit dieper, en de zwelling is ook nog steeds niet helemaal weg.
Ik belde maandag naar Saar, en die legde een afspraak vast voor dinsdag bij de stomatoloog, want ze was er niet gerust in. Intussen was ook mijn antibiotica op, maar de pijn was dus niet weg.
Dinsdagvoormiddag kreeg ik een telefoontje: dat de tandarts en de stomatoloog elkaar gesproken hadden in het ziekenhuis, en tot de conclusie waren gekomen dat ik gewoon nieuwe antibiotica moest halen, die verder nemen, dat er eigenlijk echt geen tijd was die namiddag voor een afspraak, en dat ze me dan vrijdag wel ging zien. Juist ja.
Vandaag sprong ik dus lustig de fiets op en fietste richting Lousbergskaai: sneller dan met de auto, en een pak meer zen.
De stomatologe bekeek het geheel, verklaarde dat de tandholte bijzonder goed genezen was, dat er geen reden meer was om te spoelen tenzij er eten in gekropen was, en dat de pijn niet langer daardoor kwam. Antibiotica was dus niet langer nodig. Wat deed er dan wel zo veel pijn? Wel, ik had intussen – wellicht deels doordat ik altijd met mijn tong eten uit het gat probeerde te halen, en deels door het klemmen – een stevige overbelasting op het kaakgewricht en de kaakspieren. Voorlopig dus geen harde dingen knabbelen, niet geeuwen, niks doen dat die spieren kan belasten, en ook naar de kine.
Dat laatste zal ik nog zien, want ik zou niet weten wanneer ik er dat nog ingepland moet krijgen in mijn propvolle week, maar bon.
Ik ben al opgelucht dat de ontsteking weg is. Die overbelasting zal mettertijd ook wel verdwijnen, maar kan verder niet zoveel kwaad. Oef.
En toen deed ik nog even een kort babbeltje met de dokter over het nut van Latijn. Een buurmeisje had haar namelijk gevraagd of het wel zinvol was dat ze Latijn ging doen, want ze wilde geneeskunde studeren. “Goh”, had De Latte gezegd, “ik denk niet dat ik zonder Latijn ooit door mijn studies geneeskunde was geraakt: je leert zo veel beter analytisch denken, studeren, redeneren…” Ze had het meisje de vraag gesteld waarom ze géén Latijn zou doen. En mij gaf ze een pluim als leerkracht Latijn.
En zo kwam ik met een ongelofelijk goed gevoel buiten.