Don Carlos: Corridors of Power

Toen Bart me een tijdje geleden vroeg of ik mee wilde naar het Festival van Vlaanderen, en meer bepaald naar een bewerking van de opera “Don Carlos” van Verdi, dacht ik geen seconde na. Duh.

Tegen zeven uur – ik was eerst nog met Merel naar de blokfluitles geweest – liep ik de hal van het S.M.A.K. binnen, want daar hadden we eerst nog een walking dinner op uitnodiging van Lum. Invest. Meer dan in orde, overigens, de Coeur Catering, zoals altijd.

Tegen acht uur liepen we de koude Floraliënhal in, en ik was best wel blij dat ik mijn winterjasje aan had. Je kon er ook wel dekentjes krijgen, maar toch…

Het Duitse jeugdorkest Landesjugendorchester Nordrhein-Westfalen was schitterend, echt waar. Die gastjes – blijkbaar tussen de 14 en de 24 – kunnen een stevig stukje spelen. En de enscenering en regie was… apart. Ik heb wel al een paar opera’s gezien, en van mij mag het gerust een tikkeltje klassieker. Aan de andere kant: de originele opera duurt maar liefst vijf uur, door Verdi zelf nog ingekort tot drie uur. Dit was gelukkig zo lang niet, een uur of twee, want de koorliederen waren er uit gehaald.

En de acteurs/zangers/solisten? Mja… Ik had sterk mijn bedenkingen bij de vrouwenrollen: de hoofdrol is echt zo’n stereotiep slagschip met dito stem. Ik dacht dat het misschien een Duitse stijl was om te zingen met zodanig veel vibrato dat je eigenlijk een halve toon onder en boven je eigenlijke noot zweeft, maar bon. De mannelijke hoofdrol, Don Carlos, was in hetzelfde bedje ziek, en een van de dames was bij momenten ronduit vals. Ik was dan ook echt opgelucht toen ik in de pauze Mieke tegenkwam, een jonge classica die nu  aan het conservatorium zang studeert, en dus met kennis van zaken spreekt. Zij bevestigde mijn mening, namelijk dat de vrouwenrollen eigenlijk echt niet goed waren, en de hoofdrol ook niet zo bijzonder. De andere mannenstemmen waren wel knap, vooral dan Filips. Bij momenten was het ook echt beklijvend, maar ik was wel blij dat het libretto op voorhand kort samengevat en uitgelegd was, of ik had, ondanks de ondertiteling, er geen barst van begrepen.

Had ik er spijt van dat we gegaan waren? Zeer zeker niet, het blijft de moeite, zo’n voorstelling. Maar ik kan me voorstellen dat het niet voor iedereen is weggelegd, een dergelijke versie.

Onegin

In de redactie van Gentblogt zitten, heeft zo zijn voordelen. Zo kregen we een aanbod van de Gentse Opera om 10 duotickets weg te geven voor de matineevoorstelling van het ballet Onegin. Ik zag dat wel zitten, antwoordde, en zei er meteen bij dat ik bij deze ook wilde meedoen aan de wedstrijd voor de tickets. De man in kwestie moest daarmee lachen, en zette meteen een extra paar kaarten voor mij opzij. Fantastisch!

Deze namiddag zat ik dus met Nathalie in de prachtige zalen van de opera, en ik genoot. Maar echt. Genieten.

Ik maakte me de bedenking dat ik dit vaker wil doen. Gewoon, de zondagnamiddag, in goed gezelschap.

In elk geval kan u hier mijn bespreking lezen. Op Gentblogt, natuurlijk, of wat had u gedacht? Maar ik geef ze u alvast ook hier nog even mee.

 

Vorige week zondag stapte ik in de namiddag fluks met een vriendin de Kouter over: we gingen kijken naar het ballet “Onegin” door OperaBallet Vlaanderen, en ik had er gigantisch veel zin in. Een dikke twee uur later kwam ik buiten, overdonderd en met tranen in de ogen. En aan de zakdoeken links en rechts te zien, was ik lang niet de enige.

Onegin is klassiek ballet van het zuiverste water: baljurken en pliés, pirouettes en zweefsprongen, en de obligate elegant gekrulde armen. De knappe muziek vanuit de orkestbak, waar het orkest van de opera het beste van zichzelf stond te geven, versterkt die indruk alleen maar. En dan trekt het woordeloze verhaal zich op gang, en word je meedogenloos meegezogen. Anna Karenina meets Gone with the Wind, met een stevige scheut Pride and Prejudice en Wuthering Heights. Prachtige kostuums, een indrukwekkend en inventief decor, en vooral de ademloze dansen.

Bij de creatie in 1965 door het Stuttgarter Ballett gold Onegin al meteen als ‘een nieuwe klassieker’. Eigentijds en universeel, met getormenteerde personages van vlees en bloed.

onegin

Het werd een verhaal over de naïeve Tatjana en de blasé dandy Jevgeni Onegin, twee mensen die zich van nature tot mekaar aangetrokken voelen, maar in haast parallelle werelden leven. De timing van hun toenaderingen is nefast. Wanneer Tatjana hem in een plattelandssetting haar liefde bekent, wuift Onegin haar gevoelens weg met zijn mondaine arrogantie. Nadat Onegin zijn vriend Lenski doodt in een duel, vertrekt hij noodgedwongen – zij het met een gekweld geweten. Bij zijn terugkeer, drie jaar later, zijn de rollen omgekeerd. Tatjana is intussen een dame van stand geworden, de eega van een prins uit de hoge adel. Onegin vreet zich op van spijt omdat zij haar eed van trouw niet wil verbreken. De ingrediënten bij uitstek voor een episch liefdesverhaal, en dat krijg je in drie actes.

Toen de tweede keer het doek viel, keken de vriendin en ik vol ongeloof naar elkaar: wat we net gezien hadden, kon toch niet waar zijn?!?? We vonden het jammer dat er een pauze was, en wilden weten hoe het afliep. Wie denkt dat ballet per se oubollig moet zijn, is er aan voor de moeite: dit was drama van de hoogste plank, met een stevige dosis suspens.

Daarnaast wordt het ook nog eens magistraal gedanst. Hoofdrolspelers Wim Vanlessen en Aki Saito dansen niet voor niets al twintig jaar samen, en dat perfect op elkaar ingespeeld zijn, dat merk je bij elke pas. Net dàt maakt het verhaal zo geloofwaardig.

John Cranko’s ballet Onegin, gebaseerd op de gelijknamige novelle van Poesjkin, werd een instant succes dankzij zijn intrigerende en uitdagende pas de deuxs. Voor het eerst wordt dit ballet uitgevoerd met muzikale begeleiding van het Symfonisch Orkest Opera Vlaanderen onder leiding van de jonge Britse dirigent Dominic Grier die hiermee zijn Belgisch debuut maakt.

Helaas wordt de voorstelling niet meer gespeeld in Gent, maar u kan wel nog terecht in Antwerpen. Alle info vindt u op de site van OperaBallet.

Ballet

Gisterenavond had ik vrijkaarten voor het ballet in de Opera. Ik heb een van mijn oudste vriendinnen meegenomen – correctie: vriendin die ik al het langst ken, toch al zo’n 27 jaar – en die behoorlijk zot is van ballet. Het werd een prachtige avond, begonnen met een gezellige babbel op een zonovergoten Kouter, en afgesloten met een cocktail en tapas in Café Théâtre. Zo mogen er meer avonden zijn.

Een bespreking van het ballet heb ik nog de avond zelf geschreven, uiteraard voor Gentblogt.

Wie bij het woord ‘ballet’ nog steeds denkt aan roze tutu’s en het Zwanenmeer (waar overigens niks mis mee is, dank u) moet dringend eens naar een hedendaagse voorstelling gaan kijken. Zoals ‘Britten Dances’, bijvoorbeeld.

Het Koninklijk Ballet van Vlaanderen viert de honderdste verjaardag van de componist Benjamin Britten met vier uiteenlopende choreografieën op zijn muziek.

20130608_britten1

De opener is een lichtvoetig stuk van acht minuten, ‘If Memory Serves’, van choreograaf Ashley Page. Drie knappe jongens maken een jongedame het hof, maar zij laat zich niet zomaar verleiden. De heren dansen om haar heen, en zij speelt een verleidelijk spelletje van aantrekken en afstoten. Licht, speels, met uiteraard de klassieke balletbewegingen erin verwerkt, maar zeker niet klassiek van opzet, op speelse muziek van Britten.

Het contrast met het volgende stuk, ‘Courting the Senses’, kan bijna niet groter, en toch is het van de hand van dezelfde choreograaf. Prima ballerina Geneviève Van Quaquebeke danst in haar laatste productie een prachtig duet met David Jonathan. Beide dansers zijn Victoriaans zwart gekleed, streng, klassiek, in een zwart decor. De choreografie bloeit echter open op de barokke muziek van Britten tot een sensuele, wulpse verleidingsdans tussen beiden, en laat een diepe indruk na.

Na een eerste pauze volgt ‘Dream Weaver’, een choreografie van Cameron McMillan: twaalf dansers geven vijfendertig minuten lang het beste van zichzelf in een getormenteerd stuk, waarbij onder andere gespeeld wordt met genderconventies: twee ballerina’s dansen samen, maar een van hen heeft duidelijk de mannelijke rol. Een eind verder in het stuk zien we een gelijkaardig concept, maar dan met twee mannelijke dansers. Ook de kostuums van Jean-Marc Puissant onderstrepen dit: enerzijds zijn er lichte hemdjes en jurkjes, anderzijds zijn er pakken, maar beiden worden zowel door dansers als danseressen gedragen. Overigens verdient ook gitarist Tom McKinney hier een dikke pluim: de moeilijke hedendaagse muziek van Britten brengt hij quasi moeiteloos, bijgestaan door het Kamerorkest Brugge onder leiding van Benjamin Pope.

Tot slot komt dan ‘Forgotten Land’, van Jirí Kylián. Zes duo’s evoceren een stormachtig onweer, en brengen een zeer energiek stuk, dat opgebouwd is uit opeenvolgende duetten en afsluit met een knap stuk met drie danseressen. Met klassiek ballet heeft dit nog weinig uitstaans, er werd zelfs niet op pointes gedanst, maar het blijft betoverend mooi. Ook de kostuums van John Macfarlane verdienen datzelfde epitheton.

Voor wie dus komaf wil maken met zijn oubollige idee over klassiek ballet, of voor wie gewoon een prachtige voorstelling wil zien, is dit zeker een aanrader. U moet wel snel beslissen: de voorstelling speelt hier enkel in Gent nog vanavond zaterdag en morgen zondag, telkens om acht uur, in de opera. Daarna moet u naar Antwerpen afzakken, wil u het stuk alsnog zien.

‘Britten Dances’ door het Koninklijk Ballet van Vlaanderen.
Nog op zaterdag 8 en zondag 9 juni om 20.00u
Vlaamse Opera, Gent.
www.balletvlaanderen.be