Road trip

Een nieuwe reeks op Netflix, van de makers van La Casa de Papel, is Sky Rojo, en Barts team doet daar de promotie voor. Ze hebben een waanzinnige promo uitgedacht, waarbij je met je auto in een container rijdt, een stuk van de reeks te zien krijgt, en dan interactief met je pinkers bepaalde beslissingen neemt, waardoor je ofwel dood bent, ofwel kan ontsnappen.

Alleen… De container staat enkel dit weekend in de buurt van Amsterdam, en dus gingen Bart en ik op roadtrip. En als mijn echtgenoot iets doet, doet hij het goed. Heel goed. Overdreven goed, eigenlijk.

Want iets over één stapten Bart en ik in zijn elektrisch BMWtje richting Rijkevorsel, want voor de gelegenheid had mijnheer een auto gehuurd voor een dagje. Niet zomaar een auto, uiteraard. Bart had een Aston Martin gehuurd, een DB11, zo’n ongelofelijke sportmachine waar ook Bond mee rondrijdt. Allez ja, die reed rond met een lager model, I kid you not.

We zaten nog twee uur in de auto tot boven Amsterdam, Aalsmere, schoven een uur aan aan de ‘attractie’ die toch wel drie minuten duurde, en we reden terug.

Pas tegen half negen waren we terug thuis, waarbij ik nog serieus heb mogen hypermilen want eigenlijk zaten we op -6 kilometer :-p En zo’n elektrische auto zuipt batterij als je op de autostrade rijdt.

 

Puur een road trip dus, maar ik zat bijzonder comfortabel, ook wanneer Bart aan het stuur zat. En je hebt uiteraard ook ongelofelijk veel bekijks. Ik heb echt een paar keer moeten lachen, zoals toen een auto ons voorbijging, naast ons bleef hangen en het meisje in de passagierszetel met een grote grijns haar beide duimen in de lucht stak.

Yup, ik zat eigenlijk wel te glunderen, ja.

Lectuur: The Witcher-reeks van Andrzej Sapkowski

Ik had een tijd geleden het eerste seizoen van “The Witcher” bekeken op Netflix, en dat was me zo bevallen, ondanks de gaten in de plot, dat het eigenlijk vooral naar meer  smaakte. Meer was er voorlopig echter niet op tv, en na wat rondgevraag bleken de boeken ook nog niet zo slecht te zijn. Misschien wat onevenwichtig geschreven en met lange beschrijvingen, was de raad, maar best wel oké. Goh, dacht ik toen, wie voor zijn plezier boeken leest uit de 19de eeuw zoals van Charles Dickens of George Eliot, die kan wel tegen een beschrijvinkske van een paar pagina’s meer of  minder.

Er zijn momenteel in totaal acht boeken, waarvan 1-6 een overkoepelende plotlijn hebben en dan 0.5 en 0.75 later geschreven zijn maar wel veel meer inzicht geven in de wereld en het hoofdpersonage. Al weet ik eigenlijk niet zo goed wie precies het hoofdpersonage is: de witcher uit de titel, of Ciri, een meisje met een Lot om wie het eigenlijk, uiteindelijk allemaal draait.

Sapkowski’s wereld zit prachtig in elkaar: de witcher is een door tovenaars gecreëerde mutant met buitengewone fysieke gaven, gemaakt om de monsters van de wereld te verslaan. Er hoort ook een zeer zware training bij, en veel jongeren overleven die training niet eens. Je krijgt dus meteen een schitterend uitgewerkte wereld met tovenaars, tovenaressen, landen en koningen die met elkaar in oorlog liggen, monsters, zangers, elfen en dwergen die wegens hun ras worden uitgemoord… Het is geen fraaie wereld die geschetst wordt, maar wel eentje die klopt in een middeleeuwse setting. High fantasy, als het ware.

En daarin beweegt Geralt, de witcher uit de titel, zich voort als een knuppel in een hoenderhok. Als mutant wordt hij nergens geaccepteerd, overal scheef bekeken, en zijn sociale vaardigheden zijn op zijn minst niet optimaal te noemen. In de serie geeft Henry Cavill gestalte aan het personage, en het is een waar feest om naar te kijken.

Maar langzaam verschuift de focus van het verhaal naar Ciri, heb ik de indruk. Soms vind ik dat wat jammer, want de witcher is intrigerend, maar aan de andere kant kan je die mens niet tot in den treure monsters laten verslaan zonder dat het eentonig wordt ook, natuurlijk.

Ik kijk uit naar het vervolg van de reeks, ik heb net het derde boek achter de kiezen. En die uitweidingen? Die zijn me niet eens opgevallen…

Dagje Brussel

Bart had het vorige week al gevraagd: of we niet met zijn allen meegingen naar Brussel, naar de grote reclame-animatie voor The Messiah die zijn bureau gemaakt heeft, en vooral ook naar de tentoonstelling van Keith Haring in de Bozar.

Om elf uur zagen we elkaar in het station voor eerst nog een koffietje en dan de trein naar Brussel-Centraal. Daar hebben we dan eerst iets gegeten in een toch wel fijne brasserie, De Ommegang. Alleen is enkel de naam Vlaams, met de menukaart hebben we goed gelachen. Alleen vertrouwde Merel het toch niet helemaal…

Daarna wandelden we over de Grote Markt, pikten er een cache op, en liepen tot aan de Dansaertstraat. Ha ja, want daar is nog een maand lang een Cora Kempermanwinkel, en dat kon ik toch niet laten liggen, toch?

We wandelden via de animatie op het Muntplein terug naar de Bozar, stonden even aan te schuiven aan de immens lange wachtrij voor tickets tot Bart ze intussen gewoon online kocht, en liepen de tentoonstelling binnen. Waar Merel bij mij bleef en honderduit vragen stelde.

Toen vonden ze het welletjes en liepen we eigenlijk meteen het station binnen, voor een warme wafel en een trein terug.

Fijne dag, het voelde echt als vakantie aan, zo met ons vijfjes. Zouden we vaker moeten doen.

The Expanse

Wie me kent, weet dat ik een grote fan ben van zowel science fiction als fantasy. Dat mogen boeken zijn, strips, films, larps… Regelmatig vraag ik op Facebook naar nieuw kijk- en leesvoer, en dankzij mijn geweldige, diverse en geeky vrienden krijg ik massa’s aanraders.
Eentje die telkens terug kwam, was de reeks The Expanse op Netflix.

Ik geef het toe, Bart en ik waren na de eerste twee afleveringen – die kans geven we zo goed als altijd, het moet al echt erg zijn al we na één aflevering afhaken – nog niet helemaal overtuigd. Als in: had ik niet aangedrongen, dan hadden we opgegeven. Maar man, die reeks groeit! En groeit!!!

Het is voor een keer ook een zeer realistische sci-fi: geen glimmende omgevingen en prachtige uniformen, maar het grauwe, het grijze, het vettige, de worsteling om lucht en water, het algemeen menselijke tegenover daarnaast een schitterend geopolitiek – zeg gerust: interplanetair macropolitiek – thema. Om maar iets te zeggen: je vindt intussen hele wetenschappelijk onderbouwde theorieën over de snelheid van de ruimtetuigen in de reeks, en ook de garderobe van een van de hoofdpersonages heeft haar eigen website. Terecht ook, ik heb er ook al op zitten kwijlen, op die kleren.

Ik durf gerust beweren dat The Expanse de beste sci-fi is die ik in jàren heb gezien. Na een aflevering blijft die even doorzinderen. En ik heb erover gedroomd, dat ook. En ik vind het ongelofelijk spijtig dat ik einde seizoen twee zit, en dat het dus wachten is.

Met andere woorden: ben je nog op zoek naar een nieuwe reeks, heb je niks tegen sci-fi, en heb je Netflix? Niet aarzelen. U mag me achteraf op een koffie trakteren als bedankje, jawel.

Netflix

We hadden de boot lang afgehouden, van Netflix. We hebben hier per slot van rekening al PlayMore van Telenet, het is al duur genoeg. Maar Bart had plots een Chromecast mee voor de televisie, en Netflix was een maand gratis, dus waarom ook niet?

Mja.

Het is een gemak, ja. We hebben intussen al de hele reeks van Stranger Things bekeken, hebben de jongens kennis laten maken met Firefly – en die zijn daar, begrijpelijk, wild van – en hebben ook al het grootste deel van Black Mirror bekeken.

Destijds had ik op Canvas de reeks Outlander gemist, en mijn ma vond dat ik dat zeker eens moest zoeken. Nu ik ook van vrienden het doorkreeg als aanrader, ben ik eens gaan nakijken, en jawel, niet te vinden bij Telenet, maar wel op Netflix. Ik heb al meteen een aantal afleveringen gebingewatched.

Dat het een gemak is, ja. Mijn avonden worden er minder productief door, maar ik geniet ervan.