366 – 01 juli 2020 – extra mondmaskers
Mondmaskertijd
Ik had het al een tijd zitten zeggen dat ik mondmaskers ging maken. Bart had er niet veel vertrouwen in en bestelde er zelf al een aantal, maar intussen ben ik er – zij het met enige hindernissen – aan begonnen. Ik had nog een paar stofjes liggen, maar de jongens en Bart vroegen vooral zwart, en dat had ik niet meer. Tenzij in van die dikke dikke stof, en dat is ook niet de bedoeling of je kan niet meer deftig ademen.
Merel en ik gingen daarom deze middag de fiets op. Allez ja, ook weer een regeling zoals de vorige keer: we fietsten samen tot aan de voet van de fietsbrug, zetten daar haar fiets stevig op slot, en dan ging ze achterop, de brug over, het ziekenhuis door en zo naar de Sleepstraat. Alwaar, tot mijn verbazing, geen rij stond. Voor 18 euro heb ik twee meter zwarte katoen, een meter paarse katoen, een meter streepjes, een meter paarse bolletjes en 10 meter ronde zwarte elastiek. Ik vind dat persoonlijk niet slecht, nee.
En toen fietsten Merel en ik terug naar haar fiets en vonden we dat het dringend tijd was voor een koekje. Of twee. Of drie :-p
Enfin, ik heb nu dus stoffen en ik kan eraan beginnen. Ik heb er intussen wel al een paar, kijk maar. Een blauwtje en een knalroze voor Merel, ook al hoeft zij dat eigenlijk niet te dragen. En Wolf probeerde het even op een alternatieve manier, maar vond dat precies niet zo comfortabel.
Murphy…
Blijkt de kabel kapot te zitten, vlakbij de -uiteraard volledig in het plastiek ingewerkte – stekker. En dat was blijkbaar al zo, want uw ma heeft er destijds nog een ijzerdraadje rond gedraaid. En dan moogt ge eerst nog beginnen solderen aan die draad, die nog ferm tegenwerkt ook want hij zit precies verkeerd gedraaid. Iets wat trouwens nog langer dan dertig jaar geleden is. En zoekt ge uw kot af waar die soldeer ook alweer ligt. En lukt het met een hoop gepruts, maar hebt ge gelukkig uw vingers voor een keer niet verbrand.