Deze morgen was het behoorlijk mistig toen we opstonden, en toen Merel en ik naar school liepen, nog steeds, ook al zie je dat niet meteen op een foto.
Ik moest maar om tien over tien beginnen lesgeven en het beloofde alsnog een stralende dag te worden, zodat ik wel degelijk met de fiets ging.
Wel was het in het doorrijden nog steeds mistig, en ik had me eigenlijk niet gerealiseerd hoe nat je daarvan wordt. Ik had een regenbestendig vestje aan maar niks op mijn hoofd, en geloof me… Misthaar, it’s a thing. Of zoals een van mijn leerlingen uitriep: “Moh, mevrouw, gij hebt krullekes of wa?”
Ja dus. Hmpf. En dit is dan nog in de namiddag, na ettelijke kambeurten.
Och ja. Iet ies what iet ies…
In de namiddag kon ik dan wel vrolijk naar huis fietsen in de stralende zon. En dan komt ne mens al eens iets tegen…
Onder de noemer “voortaan te vermijden situaties”: wacht met uw fiets aan de kant van de rijbaan om over te steken, zwaai lief naar de automobilist die netjes stopt om je over te laten, stap zwierig uw fiets op en blijf haken met de achterbroekzak van uw jeans aan uw zadel. Stel vast dat ge net die dag geen broeksriem aan hadt, trek uw broek omhoog en fiets snel door.
Och ja, een schone bouwvakkersdécolleté is ook niet lelijk zeker?