“Medea’s kinderen” in NTG

Man.

Wat was dat, zeg?

Dit is een toneelstuk waar je niet bepaald vrolijk van wordt, en dat is ongeveer het understatement van de eeuw. Het begint allemaal zeer… simpel, bijna amateuristisch: een volwassen man werpt zich op als medewerker van het toneel die na het stuk de vijf spelers – kinderen tussen de 8 en de 14 – hen moet interviewen, gezeten op stoelen voor het doek. Dat duurt eigenlijk vrij lang, om eerlijk te zijn, en ik dacht al: “Oei, is dit wat het zal worden?”

Maar dan tonen de kinderen wat ze eigenlijk bedoelen in hun interview en gaat het doek open op een prachtige enscenering. Zoals vaker bij Milo Rau krijg je een combinatie van live spel en videoprojectie: in dit geval zijn dat de volwassen personages van wat de kinderen spelen. Knap gedaan. Ook het huis dat op scene staat, is knap gedaan: naargelang het draait, kan het vier verschillende achtergronden opleveren.

Wat je krijgt, is een verweving van de mythe van Medea – prinses die meegenomen wordt uit haar thuisland door Jason, maar niet geaccepteerd wordt in haar nieuwe land en dan zelfs, ook al hebben ze twee kinderen, door Jason in de steek gelaten wordt, waarop ze haar kinderen vermoordt – en het verhaal van Amandine Moreau, de Waalse vrouw die een aantal jaar geleden haar vijf kinderen één voor één vermoordde, omdat haar man van Marokkaanse afkomst haar en die kinderen compleet verwaarloosde.

Alle rollen, dus ook die van de volwassenen, worden gespeeld door de kinderen, terwijl de volwassene er als een reporter tussen loopt, vragen stelt en vooral ook alles realtime filmt, wat dus als close up wordt afgespeeld op de achterwand. Alles loopt prima, vond ik, tot Milo Rau ervoor kiest om ook de moorden op de kinderen in beeld te brengen. Als in: je ziet in close up hoe Amandine haar jongste kind eerst wurgt en dan de keel doorsnijdt. Chapeau voor de jonge acteurs: het meisje van acht moet eerst de volle vijf minuten piepen en krijsen en wenen voor ze stilvalt, en dan krijg je ook het bloed te zien, op een bijzonder realistische manier.

Je zit te kijken, en je vraagt je af: “Moet dit echt? Wil ik dit zien? Oh please, laat hem niet alle vijf de moorden zo expliciet in beeld brengen!” Maar jawel, de ene na de andere wordt vermoord, met achtervolging, stuiptrekkingen en vooral veel bloed. Op de rij voor ons begon een meisje onbedaarlijk te huilen en moest de zaal verlaten. Waarom dit per se moest, vraag ik me dus af. Rau zoekt wel vaker een schokeffect op, maar kom zeg… Gelukkig werd er ons verzekerd dat er een kinderpsycholoog aanwezig was geweest bij alle repetities, maar dan nog.

(De foto’s, behalve de eerste, zijn van de hand van Michiel De Vijver, van de site van NTGent gehaald wegens zelf geen foto’s mogen nemen)

Los daarvan: schitterend stuk, dat wel, heel mooi hoe Rau de twee verhalen, het Oudgriekse van 2500 jaar geleden en het hedendaagse, naast elkaar zet. Maar dat schokeffect? Nee bedankt.

Antigone in de Amazone

Wow. Simpelweg: wow. Het was lang geleden, maar dit toneelstuk heeft me van mijn sokken geblazen.

Toen Gwen en ik tijdens de Gentse Feesten naar een toneelstuk gingen in de NTG, zagen we er reclame voor All Greeks, een reeks van van zeven voorstellingen doorheen het seizoen, met een soortement stadsfestival in het voorjaar. Nog dezelfde avond probeerde ik voor ons vier abonnementen vast te krijgen, maar toen bleek één van de voorstellingen – in een kleinere zaal – al compleet uitverkocht. De dag nadien belde ik de ticketbalie en een fantastische jongedame wist alsnog de overblijvende voorstellingen te boeken én extra plaatsen vast te krijgen voor die laatste voorstelling. Oef.

Gisteren gingen we dus naar de eerste voorstelling: Antigone in de Amazone van Milo Rau. Wel, tegen het einde had ik tranen in mijn ogen. Echt. Een ongelofelijk goed stuk, meeslepend, ontroerend, een rauwe snaar rakend, en je kijkt geen enkele keer op je horloge.

Het is dan ook een huzarenstukje dat Rau voor elkaar heeft gekregen qua regie, qua organisatie. Je krijgt eigenlijk drie verhalen door elkaar: het klassieke verhaal van Antigone, compleet met Kreoon, Haimoon, Ismene, Polyneikes en Eteokles, en het feit dat Antigone ondanks het expliciete verbod toch haar broer gaat begraven, waarop ze zelf ter dood veroordeeld wordt. Maar daarnaast krijg je het verhaal van twee Vlaamse acteurs die naar Brazilië trekken om daar een cultuurschok te ondergaan en het stuk op poten proberen te zetten, compleet met corona-onderbreking en al.
En dan, dan is er het verhaal van de Braziliaanse Landlozenbeweging (MST) die een volledige staat hebben opgericht, Pará, waar de lokale politie in 1996 een bloedbad heeft aangericht. Rau gaat dat bloedbad naspelen met honderden lokale mensen, waaronder enkele van de overlevenden van 1996. Dit wordt gefilmd en verwerkt in het stuk, want veel van het stuk wordt gewoon geprojecteerd. Uiteindelijk staan er vier acteurs op scène: twee Brazilianen, twee Vlamingen. Er wordt gesproken in het Nederlands, het Engels en het Braziliaans, gelukkig met boventitels. Het verhaal van de Landlozen sluit eigenlijk naadloos aan bij Antigone, al lijkt dat op het eerste zicht niet zo. Maar het klopt. Het klopt gewoon, en ik krijg het niet uitgelegd. Geloof me, je moet het zien.

Geen idee of het nog opgevoerd wordt. Ik was in elk geval blij dat ik erbij was, en daar was de rest van ons kleine gezelschap het roerend mee eens.

Toneel: “Familie” van Milo Rau

Vrijdag of zo kreeg ik een berichtje van Patricia: of ik zondagmiddag niet mee wilde naar een toneelstuk in het NTG. Goh, ik zag geen reden waarom niet, ik was vrij en het was alweer veel te lang geleden dat ik nog een toneelstuk had gezien.

Zondag kwart voor drie wandelde ik het Sint-Baafsplein op, en nog wat later zat ik tussen twee bekenden in de theaterzaal. Of ik wist waarover het stuk ging? Euh nee, niet meteen. Mijn gezelschap schrok: “Oh, jij komt naar deze voorstelling zonder voorkennis? Oei.”

Bleek het om een behoorlijk controversieel stuk te gaan. Ik haal even de perstekst van de website van het NTG:

“In 2007 pleegde een voltallig gezin zelfmoord in Calais: de ouders en hun twee kinderen. Er is nooit een motief gevonden. De afscheidsbrief meldde enkel: ‘We hebben het verkloot, sorry.’ Familie is een experiment, een etnologische studie van een hedendaags privéleven, een tentoonstellen van het alledaagse. In de banaliteit doemt de grote vraag op: Waarom zijn we hier? Op het podium: een echte familie.

Dit familiedrama wordt opgevoerd door een echte familie: acteurs An Miller en Filip Peeters treden niet alleen samen op als koppel, voor het eerst in hun carrière staan ze op het podium samen met hun twee tienerdochters Leonce en Louisa – en hun honden. Op scène zien we het huis van de familie Demeester, of is het het huis van de familie Peeters/ Miller? Samen reconstrueren ze de mysterieuze case van de familie Demeester, daarbij houden ze hun eigen gezin tegen het licht en stellen ze de constructie van het gezin, als kern en oorsprong van onze wereld vandaag, in vraag.

Fictie en realiteit worden vermengd. Op het podium zien we een gezinsavond zoals er vele zijn, behalve dat het dit keer de laatste is. We zien een gezin eten, douchen, Engels studeren, film kijken. We zien hen praten over alledaagse zaken, telefoneren, naar muziek luisteren, opruimen, herinneringen ophalen. En in dit tonen van het gewone, ontstaat de grote vraag: waarom zijn we hier? Waarom ben ik hier? Zou het niet beter zijn als we zouden verdwijnen?”

De recensies waren zeer gemengd, vertelde Patricia: sommigen vonden het bijzonder afstandelijk gespeeld.

Wel, ik kan u verzekeren: afstandelijk is het niét!

Ik geef eerlijk toe: het eerste kwartier vroeg ik me af waar het heen ging, wat ik daar zat te doen, en of ik niet beter buiten van het mooie weer zou genieten. Want ja, je kijkt binnen in een gewoon huis, waarbij de gezichten van de spelers gecapteerd worden door een aantal camera’s en je zo perfect kan meevolgen.

En de spelers doen doodgewone gezinsdingen, precies zoals bij ons thuis het geval zou zijn. Maar gaandeweg ontdek je dat er meer, veel meer aan de hand is. En uiteindelijk zie je ook de vier personages effectief zichzelf ophangen.

Het stuk is… bevreemdend. Beangstigend. Verkillend. Na het applaus bleef het griezelig stil in de zaal: vrijwel niemand sprak een woord. Ook wij stonden alweer beneden in de hal, met onze jassen aan en al, voor we ook maar iets zeiden tegen elkaar. Want dit stuk komt binnen. Keihard. Verregaand nihilisme, en toch ook weer niet. Het feit dat ik zelfs beneden nog bij verschillende mensen tranen in de ogen staan, logenstraft de uitspraak als zou het afstandelijk zijn.

Chapeau voor de acteurs, en vooral voor de twee jongedames die dit toch maar weer avond na avond opvoeren. Ik weet niet of ik het zou kunnen.

Stof om over na te denken. Een stuk dat aan de ribben hangt. De moeite, jawel.

Ik ben nog een uur op mijn eentje gaan rondwandelen in het invallende duister, vooraleer ik mijn wederhelft opbelde om me te komen halen. Tegen dan stond ik al op de Blaisantvest. Om maar te zeggen…